De veiligheid bij Defensie verbetert niet snel genoeg, vindt een commissie die de voortgang in de gaten houdt voor de Tweede Kamer. Het is belangrijk dat er „nu versnelling volgt”, concludeert de commissie in haar tweede jaarrapport.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) concludeerde eerder dat de veiligheidscultuur bij Defensie tekortschiet. Daarop kwam het ministerie twee jaar geleden met een plan van aanpak om de veiligheid te verbeteren. De commissie onder leiding van Gerdi Verbeet toetst de voortgang.
Veiligheid krijgt sindsdien veel meer aandacht binnen de organisatie. Er worden ook miljoenen euro’s in de verbetering gestopt en er is meer aandacht voor de gezondheid van de medewerkers. Ook worden er goede stappen gezet om een sociaal veilige werkomgeving te maken.
Maar de vooruitgang is beperkt, meent de commissie. De randvoorwaarden om de veiligheid binnen de organisatie goed te borgen zijn er nog niet. „Defensie is nog niet aan het einde van het begin van het verbeteren van de veiligheid binnen Defensie.”
De commissie wijst er onder meer op dat er nog steeds geen goed registratiesysteem is om voorvallen te melden. Militairen beschikken niet altijd over de juiste middelen en de commissie vraagt zich af of er voldoende geld vrijkomt om „veiligheid duurzaam in de organisatie te verankeren”.
Vorig jaar pleitte de commissie al voor een beter plan van aanpak. Inmiddels heeft Defensie besloten het oorspronkelijke plan te verfijnen. De commissie is nog niet overtuigd dat hiermee „een doeltreffende doorstart wordt gemaakt”.
Minister Ank Bijleveld neemt de boodschap ter harte. „Ook wij vinden dat het verbeteren van veiligheid op een aantal plekken sneller kan en moet. Ik heb er vertrouwen in dat u volgend jaar niet meer spreekt van ‘een begin’, maar van ‘een nieuw ingeslagen weg’.”