Kerk & religie

Paus Franciscus zet traditionele titels in voetnoot

De paus als de ”plaatsbekleder van Christus” is vanouds het grote struikelblok voor de kerken van de Reformatie. In een nieuwe editie van het pauselijk jaarboek wordt deze traditionele titel echter verwezen naar een voetnoot. „Zij blijft historisch waar, in de context van toen, maar past niet meer bij de kerk in deze tijd.”

Klaas van der Zwaag
15 June 2020 08:06Gewijzigd op 16 November 2020 19:34Leestijd 10 minuten
Paus Franciscus spreekt op 24 mei het Angelus-gebed uit voor een nagenoeg leeg Sint Pietersplein in Rome, gelivestreamd over de gehele wereld.  beeld Vaticaan Media/AFP.
Paus Franciscus spreekt op 24 mei het Angelus-gebed uit voor een nagenoeg leeg Sint Pietersplein in Rome, gelivestreamd over de gehele wereld.  beeld Vaticaan Media/AFP.

Het bericht dat de paus geen plaatsbekleder van Christus meer zou zijn, is met gemengde gevoelens ontvangen. De Duitse kardinaal Gerhard Müller –in 2017 door Franciscus terzijde geschoven als prefect van de Congregatie voor de Geloofsleer– spreekt in de Duitse krant Die Tagespost over „theologische barbarij” bij Franciscus. Deze verandering zal volgens hem „wel weer hypocriet worden verwelkomd als teken van grote bescheidenheid.”

Müller voerde in een in 2017 verschenen studie een onvervalst pleidooi voor het ambt van de paus, al ligt de nadruk daarin op de dienst aan de eenheid van de kerk. Müller noemt overigens de interpretatie fout dat de pausen zichzelf aanvankelijk zagen als stedehouders van Petrus en later van Christus. De eerste titel heeft volgens hem betrekking op de directe relatie tot Christus, de tweede op de historische successie (opvolging), die op Simon als de ”eerste Petrus” teruggaat. De aanduiding ”plaatsvervanger van Christus” betekent volgens Müller dat de paus zijn leer- en herdersambt niet in naam van Petrus maar krachtens het gezag van Christus uitoefent.

De paus weet dat hij niet de heer van de kerk is noch de leraar van de gelovigen, maar dat hij „in ootmoedige navolging van zijn Heer” en in Zijn Naam de kerk leert, leidt en heiligt, aldus Müller. Als plaatsvervanger van de ware Herder en Leraar is hij degene die de gehele kudde van Christus voorgaat en in zijn eigen persoon zijn eenheid met God vertegenwoordigt. De oorsprong van het pausdom ligt in de wil van God om de kerk een universeel sacrament te laten zijn van het heil van de wereld in Christus. De wereldhistorische missie van het pausdom kan alleen in het licht van deze bovennatuurlijke openbaring begrepen worden, aldus Müller.

Geen afstand gedaan

Volgens Christian van der Heijden, kenner van de persoon en het levenswerk van paus Franciscus en schrijver van een jaarlijks overzicht van zijn pontificaat, heeft Franciscus geen afstand gedaan van paustitels als zodanig. Inderdaad staan de titels nu onderaan op de pagina. Maar wat wordt bedoeld met de term ”historische titels” (titoli storici), zo vraagt hij zich af. „Franciscus noemt zich op de pagina daarvoor ”bisschop van Rome”, maar dat is kennelijk geen historische titel maar een adequate functieomschrijving. Want hoe je ook denkt over de betekenis en de positie van de paus, over één ding is iedereen het eens: allereerst is hij het hoofd van het bisdom Rome.”

Van der Heijden legde de vraag voor aan monseigneur Karel Kasteel (86), deken-emeritus van de Apostolische Kamer in Rome en expert op het gebied van kerkelijke en wereldlijke titulatuur. Volgens Kasteel moet men de term historische titel niet interpreteren in de zin dat de huidige paus zich niet meer beschouwt als de plaatsbekleder van Christus en dat hij de overige titels niet meer zou voeren. Journalisten die dat beweren, produceren volgens hem „fake news.” ”Historisch” betekent hier dat deze titels slechts kunnen worden begrepen binnen een bepaalde historische context. De redactie van het nieuwe jaarboek heeft het volgens Kasteel nodig geacht dat te onderstrepen.

Geografische en staatkundige namen zijn niet altijd eenduidig. In 2006 liet paus Benedictus XVI net zo discreet de traditionele titel ”patriarch van het Westen” uit het lijstje schrappen. De Oosters-Orthodoxe Kerken reageerden daarop boos omdat zij er een teken in zagen dat de bisschop van Rome daarmee aanspraak maakte op zeggenschap over de oosterse kerken.

”Oosters” en ”westers” betekenen echter volgens Kasteel al helemaal niet meer wat ze in de oudheid betekenden, toen ze min of meer golden als synoniemen voor ”Grieks” en ”Latijns”. Vanwege dit gebrek aan eenduidigheid wilde Benedictus XVI de titel ”patriarch van het Westen” niet meer voeren. „Maar dat wil niet zeggen dat de paus geen Latijnse patriarch meer is, want dat blijft hij”, benadrukt Kasteel.

Paus Franciscus kan niet af van de eerste van de historische titels, aldus Kasteel. Het is namelijk de kérkelijke leer dat de opvolger van Petrus ”de plaatsbekleder van Christus” is. In de dogmatische constitutie ”Lumen gentium” van het Tweede Vaticaans Concilie (1963-1965) staat over het pausambt: „Deze leer over de instelling, het blijvend karakter, de draagwijdte en de aard van het heilig primaat van de paus en over zijn onfeilbaar leerambt wordt door de heilige Synode opnieuw aan de gelovigen voorgehouden als vast te geloven; en diezelfde lijn doorzettend heeft de Synode besloten om de leer omtrent de bisschoppen, de opvolgers van de apostelen, die samen met Petrus’ opvolger –de plaatsbekleder van Christus en het zichtbare hoofd van heel de Kerk– het huis van de levende God besturen, voor allen te belijden en te verkondigen.”

Dat de paus ”plaatsbekleder” of ”stadhouder” van Christus wordt genoemd is volgens Van der Heijden ook een theologische notie. „Elke bisschop vertegenwoordigt Christus. Jezus zegt: „Wie u hoort, hoort Mij.” Dat geldt ook voor de plaatselijke pastoor, die de herderlijke taak van de bisschop present stelt. Je kunt zelfs zeggen dat elke gedoopte die het Evangelie verkondigt, Christus present stelt en dus zoals de Duitsers zeggen ”stellvertretend” is. Dat de bisschop van Rome op bijzondere wijze ”vicarius Christi” is, komt omdat hij volgens Rome de opvolger is van Petrus. Het opperherderschap van de paus is het zogenaamde petrinisch pastoraat, dat weer de plaatsvervangende zorg is van Christus Zelf.”

Jaarboek relativeert term ”Plaatsbekleder Christus”

Paus Franciscus noemt zich primair bisschop van Rome, want dat is volgens Vaticaanwatcher Hendro Munsterman zijn eigenlijke functie: opvolger van Petrus als leider van de kerk van Rome. „Al de titels die de paus in de loop van de geschiedenis heeft ‘opgelopen’ worden nu in het museum geplaatst. Niet omdat ze in wezen niet waar zouden zijn, of niets zinnigs zouden zeggen, maar vooral omdat ze niet meer voldoen aan de huidige context, noch aan de wijze waarop de Rooms-Katholieke Kerk zich tot de samenleving wil verhouden.”

Het past volgens Munsterman al evenmin bij de wijze waarop in andere, niet-westerse culturen naar de paus gekeken wordt. „In een globale kerk werken deze titels toch als sterk eurocentrisch, en ook daar wil deze Argentijnse paus van af.”

Wanneer Christus tegen Petrus zegt: „Weid mijn schapen” (Joh. 21:17) dan zegt Hij dat volgens Munsterman tegen de apostel, „die niet meer apostel was dan de andere apostelen maar die binnen het apostelcollege wel een eerste, bijzondere plaats had zoals uit alle evangelieteksten blijkt.” Dat geldt ook de bisschop van Rome, die ook niet meer bisschop is dan de andere bisschoppen. Munsterman: „De opvolger van Petrus is dan ook niet de plaatsvervánger van Christus, want dat zou niet kunnen, maar wel de plaatsbekléder. De eigenlijke vraag is dus of dit soort titels in hun vorm wel zo handig en houdbaar zijn, niet of de inhoud ervan nog beleden en geloofd wordt, want dat laatste is vanzelfsprekend nog steeds het geval.”

Een interessante vraag voor Munsterman zou zijn of de titel ”patriarch van het Westen” nu eigenlijk ook niet weer gewoon opgenomen kan worden, nu hij in het rijtje ”historische titels” kan. „Ik zou er wel voor pleiten om hem er gewoon weer tussen te zetten. Je ziet hier toch ook wel een verschil in benadering tussen Benedictus XVI en Franciscus. Benedictus wikt en weegt en haalt dan een titel uit de lijst. Hoewel we ondanks de interpretatie van Kasteel nooit hebben geweten waarom die titel ineens ontbrak, daar is nooit een officiële verklaring voor gegeven. Franciscus doet daar minder moeilijk over, maakt van de titels een soort voetnoot, zet ze neer als getuige van de geschiedenis, en vindt dat eigenlijk ”bisschop van Rome” voldoende en afdoende is.”

Past in profiel paus

Volgens ds. P. D. Teeuw, voorzitter van Stichting In de Rechte Straat, die zich beijvert voor het reformatorisch getuigenis ten opzichte van Rome, past het besluit van de paus in de lijn van de laatste jaren, waarin Rome zoekt naar een manier om het pausdom mee te laten bewegen met de tijd.

Ds. Teeuw: „Daarbij krijg je de indruk dat de laatste pausen zichzelf ook steeds minder comfortabel voelen bij een al te hiërarchische invulling van het ambt. Denk aan paus Johannes Paulus I, die in 1978 afzag van de traditionele pauskroning, en later paus Benedictus XVI, die de tiara niet meer opnam in het pauselijk wapen. En nu dus paus Franciscus, die de titel ”plaatsbekleder van Christus” degradeert tot een historische titel.”

Paus Franciscus is een mediagenieke paus, sterk bezig met het imago van de kerk, aldus ds. Teeuw. „Dat doet hij knap, waarbij je je wel afvraagt in hoeverre deze wending theologisch gemotiveerd is. Is er wezenlijk iets veranderd in de ambtsleer van Rome? Of past deze verandering bij het overwegend diaconale karakter van paus Franciscus’ pontificaat?”

Toch blijft het overeind staan: de paus ziet zichzelf niet primair meer als plaatsbekleder van Christus. Hoe moet je deze beweging duiden?

„Deze beweging mogen we best positief duiden. Net zoals we steeds ook eerlijk naar onszelf moeten kijken. Hoe functioneren onze kerk- en ambtsopvatting? Tegelijk moeten we realistisch zijn: het pausdom blijft een van de grootste struikelblokken in het gesprek met Rome. Niet het minst omdat het eenhoofdige gezag van de paus geen basis vindt in de Schrift en eigenlijk ook geen praktijk was in de Vroege Kerk. Van een apostolische successie waarbij Petrus als eerste hoofd van de kerk een opvolger zou aanwijzen, lezen we niet. Sterker nog, wie de afscheidswoorden van de apostelen leest, wordt telkens weer getroffen door hun heenwijzen naar het Woord. Daarop staat de kerk vast.”

Paus is vooral bisschop van Rome, rest hoort in museum

De paus siert vanouds zijn functie met tal van titels. De pagina die jaarlijks aan het begin van het pauselijk jaarboek ”Annuario Pontificio” aan de paus wordt gewijd, begon tot en met vorig jaar plechtig en pontificaal met de lijst van acht eretitels die de paus traditioneel draagt. Dat zijn onder meer ”bisschop van Rome”, ”opperherder van de universele kerk”, ”soeverein van het Vaticaan”, ”primaat van Italië”, ”aartsbisschop en metropoliet van het bisdom Rome” en ”dienaar van de dienaren Gods”. Daarna volgde de naam van de paus.

Maar in de uitgave van 2020 is dat alles omgedraaid. Onder de naam en de persoonlijke gegevens van ”Jorge Mario Bergoglio” staat de titulatuur met als cursief kopje: ”historische titels”. De titels hebben dus een ondergeschikte plaats gekregen. Wat is er gebeurd?

Het degraderen van de titel ”plaatsbekleder van Christus” is volgens Vaticaanwatcher Hendro Munsterman het zoveelste teken dat Franciscus zich beetje bij beetje wil ontdoen van de in de loop van de kerkgeschiedenis gegroeide kerkelijke cultuur die op een koninklijk hof lijkt. „De titel ”plaatsbekleder van Christus” is een deel van pontificale titulatuur, die enerzijds haar wortels heeft in het Romeinse keizerrijk maar daarnaast doet denken aan de traditionele Europese hofcultuur.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer