„Bijbel heeft tot en met laatste punt gezag”
Het gezag van de Bijbel ligt onder vuur. In een nieuwe studie onderstrepen theologen uit de Gereformeerde Gemeenten echter de betrouwbaarheid van de Schrift, tot op de punt en de komma. Ds. W. Visscher: „De Bijbel heeft gezag vanwege haar oorsprong. In die zin ben ik een fundamentalist, zonder meer.”
De predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort neemt in de recent verschenen bundel ”Het onfeilbare Woord. Een theologische verkenning” twee hoofdstukken voor zijn rekening. Ze gaan over de Bijbel als openbaring van God en over de Schrift in het gereformeerde belijden.
Dat zijn aangelegen thema’s, zegt ds. Visscher in de Amersfoortse pastorie. „De dogmatiek van ds. G. H. Kersten komt uit de vorige eeuw. Allerlei ontwikkelingen op theologisch terrein vragen echter om een hernieuwde doordenking, bijvoorbeeld inzake de vrouw in het ambt, homoseksualiteit en de scheppingsleer.”
Zijn dat wel de vragen die breed binnen de gereformeerde gezindte leven?
„We moeten ons kunnen verantwoorden over de keuzes die we maken. Waarom willen we vasthouden aan de oude, orthodoxe Schriftvisie?
Gemeenteleden worden met allerlei vragen geconfronteerd. Hoe weet je of God bestaat? Hoe kan er zoveel narigheid in de wereld bestaan? Is de zondvloed echt gebeurd? Waarom zou je homoseksualiteit veroordelen als mensen zich daar prettig bij voelen? En de evolutietheorie, is die te verenigen met de Bijbel of staat die daar haaks op? Het is belangrijk om over dergelijke vragen je gedachten te vormen.”
Wat betekent het dat de Bijbel gezag heeft?
„Er zijn, kortgezegd, drie visies. De eerste gaat uit van het formele gezag van de Schrift. Dit betekent dat de Bijbel gezag heeft omdat ze van God komt. De Bijbel is Gods boek, van kaft tot kaft. De Schrift heeft een ontstaansgeschiedenis, er zijn schrijvers bij betrokken, maar de Auteur is uiteindelijk de Heilige Geest. De Bijbel heeft dus gezag vanwege haar oorsprong. Dit is het klassieke standpunt, dat de kerk der eeuwen altijd heeft beleden.
De tweede visie gaat uit van het materiële gezag van de Bijbel. De Schrift heeft gezag omdat ze van God komt, maar vooral vanwege haar inhoud. Die inhoud kun je toespitsen op bijvoorbeeld de heilsboodschap, zoals prof. G. van den Brink en prof. C. van der Kooi in hun Christelijke Dogmatiek doen. De vraag is dan wel: heeft de Bijbel alleen gezag wat betreft de heilsboodschap en minder in de feiten die ze meedeelt, bijvoorbeeld over de schepping? Zo’n verschuiving van formeel naar materieel of inhoudelijk gezag hoeft overigens op zich niet verkeerd te zijn.
Een derde variant, en dan komt je via prof. H. Berkhof uiteindelijk bij prof. H. M. Kuitert terecht, is dat de Bijbel gezag heeft vanwege haar existentiële inhoud. De Schrift heeft gezag wanneer iets me aanspreekt.”
Waarom is een verschuiving volgens u op zich niet verkeerd?
„Als je vasthoudt aan het formele gezag van de Schrift en tegelijk zegt dat ze gezag heeft vanwege haar inhoud, dan is daar niets mis mee. Die inhoud is Gods boodschap. Als je maar niet gaat selecteren in dingen die belangrijk en minder belangrijk voor ons zijn. Het gevaar bestaat dat mensen gaan zeggen: Het gaat in de Bijbel om het heil; over de rest –schepping, ethiek– mogen de meningen verschillen.
Die houding zie ik terug in de Christelijke Dogmatiek, bijvoorbeeld in de visie op schepping en evolutie. Of op de eeuwige straf, waarover helemaal niets wordt gezegd.
Je moet een beetje tussen de regels doorlezen, maar ook prof. A. Huijgen zegt in zijn boek ”Lezen en laten lezen” dat de Bijbel gezag heeft vanwege haar inhoud. Wil hij daarmee ruimte bieden aan verschillende visies, bijvoorbeeld op de schepping? Ik weet het niet, maar ik maak me daar wel zorgen over.”
U gaat voor de klassieke visie op het gezag van de Schrift.
„Zo heeft de kerk der eeuwen altijd de Schrift gelezen. Augustinus, Luther, Calvijn – en wij doen dat nog zo. Daarvoor hoeven we ons niet te schamen. Prof. C. Graafland laat in zijn boekje ”Bijbels en daarom gereformeerd” duidelijk zien dat we niet aan de Schrift moeten morrelen.”
In het voorwoord van ”Het onfeilbare Woord” staat dat de Gereformeerde Gemeenten „open oog willen houden voor het gesprek met anderen.” Maar is er in deze bundel niet vooral sprake van eenrichtingsverkeer?
„Als bijvoorbeeld prof. H. Bavinck zegt dat de Schrift formeel én materieel gezag heeft, dan maken wij duidelijk dat voor ons de Bijbel óók materieel gezag heeft. Maar dat dit de héle inhoud betreft en niet alleen de heilsinhoud. We gaan dus in gesprek over onze uitgangspunten.”
Wat u betreft gaat u voldoende in op argumenten van bijvoorbeeld Van den Brink, Van der Kooi en Huijgen?
„Je probeert hun argumenten tot je te nemen, te overwegen.”
Even later: „Kijk, de prijs is wel heel hoog als je het principe van het formele gezag van de Schrift verlaat. Wie zich concentreert op de heilsboodschap, maakt een selectie in de Bijbel. Dan neem je op een bepaalde manier ook afstand van de kerk der eeuwen.”
Is het mogelijk dat de kerk der eeuwen iets over het hoofd gezien?
„De Reformatie heeft niets anders gedaan dan de Vroege Kerk tot leven brengen. Je zou daar hoogstens een kleine aanvulling op kunnen doen, bijvoorbeeld in de visie op Israël. Maar wat de kernzaken betreft: zelfs de reformatoren hebben niets aan Augustinus en het vroege christendom willen toevoegen. Hooguit wilden ze dingen verduidelijken, zoals de rechtvaardiging van de goddeloze.”
U vindt dat Van den Brink en Van der Kooi in hun Christelijke Dogmatiek een karikatuur schetsen van de orthodox-protestantse Schriftvisie, waarin de Bijbel „kant en klaar uit de hemel is komen vallen.”
„In de klassieke visie is wel degelijk oog voor de totstandkoming van de Schrift. De Heilige Geest heeft daarvoor mensen, met hun eigen kwaliteiten, willen inschakelen. Binnen de gereformeerde traditie is geen enkele serieuze theoloog aan te wijzen die stelt dat we de Bijbel hebben gekregen zoals Mohammed de Koran: rechtstreeks uit de hemel. God heeft gebruikgemaakt van mensen. Tegelijkertijd blijft de Bijbel woord voor woord, letter voor letter, Gods Woord.
We moeten ondertussen wel goed beseffen dat de openbaring een historie heeft. Om het maar even duidelijk te zeggen: Abraham zou geen ouderling in de Gereformeerde Gemeenten kunnen worden. Waarom niet? Hij had twee vrouwen. Je moet hem benaderen in zijn tijd, in zijn cultuur, in zijn omgeving. In de Bijbel worden feiten beschreven in de wereld van toen. Dat moeten we ons als gereformeerde gezindte méér realiseren: de Bijbel heeft een geschiedenis. De geschiedenis van de Godsopenbaring dienen we serieus te nemen. In de Bijbelse theologie wordt daar ook veel aandacht aan gegeven.”
De Bijbel heeft ook gezag op het punt van natuurkunde en biologie?
„De Bijbel is geen natuurkunde- of biologieboek, dat is helder. Maar wat de Bijbel over natuurkunde en biologie zegt, is wel betrouwbaar. Wat er staat, is gebeurd. God heeft Eva uit de rib van Adam gemaakt, al weten we niet precies op welke manier. Of Adam geopereerd is, of er een litteken overbleef. Maar dát Eva uit zijn rib is gemaakt, is een feit. Zó is de vrouw ontstaan, en niet door een evolutionair proces. De eerste hoofdstukken van Genesis dienen zich aan als geschiedenis en zo moeten we die ook behandelen.
Moet je de wetenschap serieus nemen? Ja, maar je moet niet proberen om wetenschap en openbaring bij elkaar te brengen. De wetenschap zegt dat mensen niet uit de dood kunnen opstaan. Hoe lang duurt het dan nog voordat we niet meer geloven in de opstanding van Jezus? Daar moeten we beducht voor zijn.”
U wilt zich geen „fundamentalist” noemen, schrijft u.
„De Bijbel heeft gezag vanwege haar oorsprong. In die zin ben ik een fundamentalist, zonder meer. Maar ik ben geen fundamentalist in die zin dat ik geen rekening houd met de historische omstandigheden waarin de Bijbel is ontstaan of dat ik voor elke vraag direct een Bijbeltekst als antwoord heb. Nee, zo niet. De Schrift verstaan, is vaak een zoektocht. Of zoals de Reformatie zegt: Schrift met Schrift vergelijken. De hele Schrift telt mee.”
We kennen ten dele, zegt de Bijbel.
„Ja, dat klopt. De volle werkelijkheid van de eeuwige heerlijkheid, God en mens in één Persoon, de Drie-eenheid – de Bijbel vertelt erover, leert het ons. Maar de diepte en de rijkdom van de Schrift gaan ons verstand te boven. We kennen ten dele.
Bij vragen rond bijvoorbeeld vrouw in ambt en homoseksualiteit ligt dat anders. Dan zeg ik: Lees de Bijbel, vergelijk Schrift met Schrift, en sluit je aan bij de traditie van de kerk der eeuwen, zoals die heeft gesproken in haar beste vertegenwoordigers en belijders. Nergens zijn vrouwelijke ambtsdragers geweest, alleen bij ketterse stromingen. Ook over homoseksualiteit is er altijd een duidelijk standpunt geweest.”
Als de Bijbel een titel moest krijgen, zou u kiezen voor ”De grote werken Gods”. Waarom?
„Prof. Huijgen schrijft dat hij in navolging van dr. O. Noordmans de Bijbel de titel ”Hij komt” zou meegeven. Maar dan krijg je een heel sterke concentratie op de heilsboodschap, op de wederkomst van Christus. God openbaart Zich echter ook in Zijn almacht, als de Schepper van hemel en aarde, als Degene Die de wereld naar de voleinding leidt. Dus als je de Bijbel dan toch een titel zou willen meegeven, dan kies ik voor dát waarover de discipelen op de pinksterdag spraken: de grote werken van God.”
Het onfeilbare Woord
Het boek ”Het onfeilbare Woord. Een theologische verkenning” (2A) is het tweede deel in de Semper Reformanda-reeks, een serie theologische studies vanuit de Gereformeerde Gemeenten. Deel 2B, dat dit najaar bij uitgeverij De Banier verschijnt, gaat in op het verstaan van de Schrift, de hermeneutiek. Daarin komen onder meer actuele vraagstukken als de vrouw in het ambt en homoseksualiteit aan de orde. Het eerste deel van de reeks –onder redactie van ds. G. Clements, ds. J. J. van Eckeveld en ds. P. Mulder– gaat over het verbond.
Zie ook:
Boek ”Het onwankelbare verbond” gepresenteerd op Theologische School GG Rotterdam, RD.nl (04-04-2018)