CIO: Leg ”medewerkers” eredienst vast in protocol
Kerken kunnen bepaalde personen die tijdens een eredienst aanwezig zijn, aanwijzen als ”medewerkers”. Diegenen tellen niet mee in het maximum aantal toegestane aanwezigen.
Dat blijkt uit een advies dat het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) donderdag heeft gedaan aan haar 31 lidkerken. Het advies is dat de landelijke kerkgenootschappen in hun protocollen opnemen welke functionarissen bij een eredienst als ”medewerker” worden aangemerkt. Daarbij doet de arbeidsverhouding niet terzake, maar moet wel kunnen worden aangetoond dat de bijdrage van de medewerker noodzakelijk is om de eredienst te kunnen verrichten.
CIO-secretaris Daniëlle Woestenberg wees er donderdag in het Reformatorisch Dagblad al op dat het voor lokale kerken vooral van belang is dat zij de gang van zaken tijdens de eredienst helder protocolleren en die protocollen ter kennisgeving aanbieden aan de lokale overheden. Het is eveneens belangrijk dat uit die protocollen duidelijk wordt wie de ”medewerkers” tijdens een eredienst zijn.
De CIO-secretaris voegde daar vrijdagmorgen desgevraagd nog aan toe dat er bij het benoemen van ”medewerkers” wel moet worden gekeken naar wat redelijk is. „Het is niet de bedoeling om een kerkenraad van 25 personen of een koor met 35 leden allemaal als zodanig te benoemen en tegelijkertijd in één eredienst aanwezig te laten zijn.”
Per 1 juni mogen er tijdens een kerkdienst dus exclusief medewerkers dertig kerkgangers aanwezig zijn tijdens een eredienst. Als de versoepelingen per 1 juli verder worden doorgevoerd, mogen kerkenraden honderd mensen uitnodigen om een kerkdienst te bezoeken.
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) voert vrijdag een aantal kleine wijzigingen door in haar protocol. Persvoorlichter Marloes Nouwens liet desgevraagd weten dat in de nieuwste versie van het protocol ook invulling wordt gegeven aan de categorie ”medewerkers”. „Het gaat dan om zo’n zes tot acht personen: de voorganger, ouderling van dienst, organist, koster, enkele musici en enkele technici, die verantwoordelijk zijn voor het uitzenden van onlinekerkdiensten.”
Spoedwet
De spoedwet, die de nu van kracht zijnde noodverordeningen van een wettelijke grondslag moet voorzien, komt later dan gedacht. Aanvankelijk wilde het kabinet er vrijdag een klap op geven, maar het wetsvoorstel gaat eerst nog in consultatie bij enkele adviesorganen.
Het kabinet streeft er nu naar deze coronawet op 1 juli te laten ingaan. In juni neemt het een besluit en wordt de Raad van State om spoedadvies gevraagd, meldden ingewijden aan het ANP.
Mede vanwege de forse versoepelingen van de coronamaatregelen die vanaf 1 juni ingaan en vanwege de handhaving in de nieuwe situatie, kijken onder meer veiligheidsregio’s reikhalzend uit naar de spoedwet.
Nu de noodverordeningen langer duren, klinkt steeds meer kritiek van rechtsgeleerden. Ze wijzen op de grote gevolgen voor de vrijheden en grondrechten van mensen. Ook de onvrede in de Tweede Kamer groeit, omdat allerlei ingrijpende maatregelen al bijna drie maanden geleden ingingen zonder dat ze aan het parlement zijn voorgelegd. De Raad van State drong maandag ook aan op snelheid.
Zorgvuldig
SGP-Kamerlid Kees van der Staaij zei vrijdagmorgen desgevraagd dat „elke dag waarop de spoedwet later van kracht wordt, er één te veel is.” Tegelijkertijd vindt de volksvertegenwoordiger „dat een wet als deze zorgvuldige voorbereiding vraagt. We kunnen het ons niet veroorloven dit even snel te doen, met als gevolg dat er dan wellicht straks een krakkemikkig voorstel op tafel ligt.”