Zorgpersoneel heeft „tranen in de ogen” na herstel Ridderkerks echtpaar
„Het was kantje boord voor hen allebei.” Dat vertelt internist-infectioloog Katalin Pogány van het Rotterdamse Maasstad Ziekenhuis over een ouder echtpaar uit Ridderkerk dat ernstig ziek werd door corona, maar weer is hersteld.
Het verhaal over het echtpaar, afkomstig uit reformatorische kring, staat sinds vrijdag op de website van het Maasstad Ziekenhuis.
Medewerkers van de corona-afdeling vormden bij het ontslag van de twee uit het ziekenhuis een „feestelijke erehaag. Iedereen had een brok in de keel of tranen in de ogen bij het afscheid van twee bijzondere patiënten.”
Achteruit
De man werd vier weken geleden als eerste met coronaklachten opgenomen in het ziekenhuis. Terwijl hij langzaam achteruit ging, kwam ook zijn vrouw in het ziekenhuis te liggen, meldt het ziekenhuis. „De verpleging besloot al snel om hen samen op een kamer te leggen, zodat ze dicht bij elkaar konden zijn in deze spannende tijd. Ze hebben bewust van elkaar meegemaakt hoe ziek ze waren. Het was mooi om te zien hoe meneer zijn vrouw in de gaten hield, terwijl hij zelf ook heel ziek was.”
De zes kinderen van het paar hebben zich volgens de verpleging „erg goed door deze moeilijke periode hebben heengeslagen.” Teamleider Magda Mathura in het artikel: „Ze stemden goed met elkaar af wie er op bezoek kwam. Dat werd mooi en harmonieus verdeeld. Wij voelden ons al die tijd een deel van hun gezinsleven. Dat was heel bijzonder.”
Het ziekenhuispersoneel was verheugd over het herstel van het paar, legt Mathura uit. „Ze hebben zich vier lange weken aan ons overgegeven en het is gelukkig goed gekomen. We waren allemaal heel blij toen we zagen dat ze langzaam weer opknapten. We zijn ook vaak ontroerd geweest door deze warme en dankbare mensen.”
Een mooi moment was dat de vrouw voor het eerst in lange tijd weer in een stoel naast haar man kon zitten, meldt het artikel. „Dat was een hele klus om dat voor elkaar te krijgen en het was maar voor een kwartiertje, maar je gaat voor jouw patiënt, dus wil je dat ook graag doen. En als je ze dan hand in hand ziet zitten, dan staan de tranen je in de ogen.”