Albert Mohler: Coronabeleid in VS kan leiden tot bedreiging kerken
Wie in coronatijd naar de drive-inslijter kan, moet ook naar een drive-inkerk mogen. Zo niet, dan gaat het met de godsdienstvrijheid in Amerika de verkeerde kant op. Dat zegt de bekende christelijke opinieleider dr. Albert Mohler.
De politie van Mohlers woonplaats Louisville in de staat Kentucky kreeg van burgemeester Greg Fisher de opdracht om tijdens de paasdagen bij de plaatselijke drive-inkerk de autonummers van bezoekers te noteren. Zij konden achteraf een „ticket” tegemoetzien. Opvallend was dat een dergelijke instructie niet werd gegeven voor klanten van de plaatselijke drive-indrankenhandel en de drive-invideotheek.
Hoewel de baptistentheoloog Mohler beslist geen voorstander is van drive-inkerkdiensten, heeft de „selectieve verontwaardiging” van burgemeester Fisher hem zeer verontrust. Dat de overheid strenge maatregelen neemt om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, snapt Mohler helemaal. „Alle burgers, maar zeker christenen, moeten deze regels gehoorzamen. Dat is Bijbelse plicht, zeker ook als we bedenken dat de regering onze bewegingsruimte beperkt voor ons eigen welzijn.”
Inconsequent
Het pijnpunt voor Mohler is dat de overheid inconsequent is. „Het heeft alle schijn dat men extra streng is voor christelijke samenkomsten. Concreet: je mag niet naar een grote parkeerplaats rijden om daar –zittend in je auto– te luisteren naar het paasevangelie, maar je mag wel naar een slijterij rijden om via je autoraampje een paas flesjes bier aangereikt te krijgen. Dat klopt niet.”
Volgens de theoloog staat de instructie van de burgemeester van Louisville niet op zichzelf. Hij noemt als voorbeeld de staat Nevada. Daar verbood de gouverneur, Steve Sisolak, om drive-indiensten te bezoeken. „Sinds half maart geven gouverneurs, burgemeesters en gezondheidsautoriteiten voortdurend instructies die de godsdienstvrijheid in gevaar brengen.”
Mohler ziet „met name bij democratische bestuurders” de neiging om de pandemie te gebruiken voor het inperken van de vrijheid van godsdienst. „Tijdens een nationale of wereldwijde noodsituatie kunnen slechte precedenten wortel schieten. In de loop van de afgelopen weken zijn regeringsfunctionarissen over de schreef gegaan. Steeds weer hebben ze de kostbare grondwettelijke rechten onder het mom van het dienen van het algemeen belang bedreigd. Veel van deze beleidsmaatregelen zijn echter specifiek gericht op religie.”
Bedreiging
Daarbij laakt Mohler in het bijzonder dat de burgemeester van Louisville de politie inzette tegen de bezoekers van de drive-inkerk. „De dreiging die uitgaat van de aanwezigheid van en controle door de politie is enorm. Juist dat is een ongekende bedreiging van de godsdienstvrijheid. Van alle instrumenten waarover de overheid beschikt, is het politieoptreden juist het mechanisme dat de overheid alleen mag gebruiken als er voldoende rechtvaardiging is en er ook een duidelijke grondwettelijke basis voor is. Wie de politie gebruikt om de godsdienstvrijheid te beknotten, is onwettig bezig.”
De instructie aan de politie van Louisville om autonummers te noteren werd op het allerlaatste moment door de rechter verboden. Mohler is daar dankbaar voor. „Maar het blijft veronrustend dat de politici zo gemakkelijk de eerste en voornaamste regels van onze grondwet schenden. Dat is naar de toekomst toe zorgwekkend. Het vraagt in deze moeilijke tijd extra waakzaamheid van kerken en christenen. Kerken kunnen niet samenkomen. Dat is helaas zo. Daar sta ik ook achter. Maar de godsdienstvrijheid moet recht overeind blijven. Het gevaar is dat met de bestrijding van de coronapandemie wissels worden omgezet, die we later niet weer terug kunnen zetten.”
Onheus
De zorg van Mohler wordt gedeeld door president Trump. Die zei zaterdag tijdens een crisisberaad dat hij in de Amerikaanse samenleving de tendens signaleert om het christelijk geloof en de kerken harder aan te pakken dan andere religies en maatschappelijke organisaties. „Onze politici lijken niet-christelijke religies heel anders, zeg maar soepeler, te behandelen. (...) Ik weet niet wat er met ons land is gebeurd. Maar het christelijk geloof wordt heel anders behandeld dan voorheen. Ik denk dat het zeer onheus wordt behandeld.”