Coronadagboek: Cadeau
„Mám!!” Ik hoor niets, maar zie een jongen voor me met zijn armen zwaaien. Opeens snap ik het: ik heb mijn vervroegde verjaardagscadeau op mijn hoofd.
Hoewel ik pas in juni jarig ben, móést ik mezelf in maart al iets geven. Toen ik hoorde dat de scholen zouden gaan sluiten, raakte ik namelijk lichtelijk in paniek. Ik ben nogal prikkelgevoelig. Aan tafel bijvoorbeeld, na een drukke dag, hoor ik alles. En dan komt dat alles ook nog eens keihard binnen. De ene zoon smakt, de andere tikt met zijn voet tegen de tafelpoot en nummer drie kraakt met een plastic boterhamzakje. „Nu is het genoeg!” gil ik dan opeens. Terwijl de anderen me vragend aankijken. Want zo’n ontploffing komt voor hen vaak uit de lucht vallen.
Hoe zou ik een leuke moeder blijven, was dus de vraag die ik mezelf de eerste dagen van de sluiting van de scholen bleef stellen. Het is niet zo dat ik mijn kinderen niet graag om me heen heb. Maar zou mijn hoofd op een gegeven moment niet exploderen van al die puberherrie in huis?
Op internet vond ik het antwoord. De volgende dag al werd de koptelefoon thuisbezorgd. De jongens vonden het een te gek cadeau. „Hij heeft noise cancelling”, fluisterden ze tegen elkaar. Maar helaas voor hen: deze is voor mij.
Nu trek ik me regelmatig even terug en zijn de rollen hier soms omgekeerd. Als ik mijn zoon zo met zijn armen zie zwaaien, doe ik de koptelefoon af om hem te verstaan en hoor nog net zijn schreeuw: „Ma-hammmmm.”
„Zachter!” zeg ik hem. „Zachter?” roept hij verontwaardigd (nog altijd te hard naar mijn zin). „Ú bent het die herrie maakt!”
„Ohh”, zeg ik schuldbewust, want opeens dringt de waarheid tot me door. Ik was inderdaad hard aan het meezingen met het koor dat ik op had staan. Niks mis mee, volgens mij, want het is mooie muziek. Mijn zoon denkt er duidelijk anders over. Als hij wegloopt, hoor ik hem mompelen. „Nog vals ook.”
>>rd.nl/dagboekmariska