Geld voor jezelf opzij leggen is ook een beetje hamsteren
In het kielzog van de pandemie volgt een zeer onzekere economische periode die van iedereen financiële offers vraagt. Wie geld over heeft, moet het doelgericht uitgeven.
Toen de kredietcrisis in oktober 2008 in volle hevigheid losbarstte, koos ik welbewust voor een zuinige levensstijl. Niet alleen zette ik een rem op mijn consumptie, ons gezin bezocht nog maar zelden een restaurant en van verre vakanties was geen sprake meer. Die spaarzin wierp op microniveau zijn vruchten af, maar zou rampzalig uitpakken wanneer deze massaal werd toegepast.
Van deze vaststelling was ik mij ten volle bewust, en daarmee ook van de bijbehorende verantwoordelijkheid. Reeds in het voorwoord van mijn boek Hypotheekvrij uit 2012 wijs ik erop dat de economie piepend en knarsend tot stilstand zou komen als iedereen tegelijk besloot te gaan consuminderen. Elders permitteerde ik me zelfs de kwinkslag dat Schiphol de deuren wel kon sluiten, wanneer iedereen ons voorbeeld zou volgen.
Nu lijkt opeens, geheel onverwacht, een periode aangebroken waarin die hypothese in de praktijk kan worden getoetst. Door de maatregelen die zijn genomen in het kielzog van de pandemie, is er sprake van een niet eerder vertoonde vraaguitval die zich onttrekt aan alle normale economische modellen. Veel bedrijven en eenmanszaken zien hun omzet kelderen of zelfs compleet stilvallen.
Het is de vraag of al deze bedrijven de komende weken en maanden zullen overleven, want ook consumenten trappen massaal op de rem uit angst hun baan te verliezen of hun bron van inkomsten. Steeds vaker hoor ik verhalen van mensen die in allerijl al hun abonnementen stopzetten en alle overbodige uitgaven schrappen. Dit duidt erop dat dit niet zomaar een kredietcrisis 2.0 is, maar eerder een soort keerpunt 2020.
Twaalf jaar geleden koos ik voor duurzaamheid, voor soberheid en spaarzaamheid, voor een behoedzaam uitgavenpatroon en een schuldloos leven. Nu ik hypotheekvrij ben, is het moment aangebroken om mijn virtuele schuld aan de samenleving in te lossen en mijn best te doen om de lokale middenstand door deze crisis heen te helpen. Daar ligt geen concreet plan aan ten grondslag, wel een behoefte her en der te helpen.
Jarenlang bezuinigde ik op restaurantbezoek, nu is het voornemen om minstens één keer in de week ‘uit eten’ te gaan aan de eigen keukentafel. Restaurants zijn op last van de overheid voorlopig gesloten, maar vaak hebben ze wel een soort afhaalservice of de mogelijkheid eten online te bestellen en thuis te laten bezorgen. Zolang deze situatie voortduurt, zullen we daar gebruik van maken. Om goed te doen maar ook omdat we gevoelsmatig iets goed te maken hebben.
Voorheen kocht ik alleen een nieuw huishoudelijk apparaat wanneer het oude defect was en niet meer te repareren viel. Nog steeds sta ik vierkant achter dat principe, maar toch heb ik eerder deze week alvast een splinternieuwe grasmaaier besteld bij een lokaal bedrijf, terwijl de oude het nog prima doet.
Niemand heeft het nog hardop zo benoemd, maar wie in deze precaire situatie geld overhoudt en dat louter voor zichzelf reserveert, is in zekere zin óók aan het hamsteren.
De auteur is publicist. Voor eerdere columns zie rd.nl/hormann. Reageren? hormann@refdag.nl