Koningspaar begint op Sumatra aan laatste dag staatsbezoek
Koning Willem-Alexander en koningin Máxima zijn donderdagochtend op het nieuwe vliegveld van Silangit op het eiland Sumatra begonnen aan de derde en laatste dag van het staatsbezoek aan Indonesië.
Het koningspaar arriveerde vanuit Jakarta in een van luchtvaartmaatschappij Citylink gehuurde charter. Bij aankomst kregen koning en koningin een traditionele sjaal of deken omgehangen, een zogenoemde ulos. Dat is een geweven deken uit de inheemse cultuur van de Batak, die het lijf moet beschermen tegen de kou. Ook werd voor hen de Batak-dans Tortor Sombah opgevoerd, een eerbetoon aan hoge gasten.
Na de korte plechtigheid, waarbij van Indonesische kant minister Kusubandio van toerisme en creatieve economie aanwezig was, vertrok het gezelschap richting het Tobameer. Dit is het grootste vulkanische kratermeer van de wereld en het grootste meer van Indonesië. Daar werd uitgebreid geposeerd.
De regering wil er een grotere toeristische trekpleister van maken. Tijdens het koninklijk bezoek komt onder meer aan de orde hoe dit op duurzame wijze zou kunnen en hoe de waterkwaliteit van het meer kan worden behouden. Tijdens een uitstapje naar het dorp Siambat Dalam praat het koningspaar ook met de Batak. Niet alleen over hun cultuur en tradities, maar ook over hun visie op de toekomst en gedachten over uitbreiding van het toerisme.
Het bezoek aan Sumatra was oorspronkelijk gepland voor vrijdag maar werd een dag naar voren gehaald nadat was besloten het voorziene verblijf op Kalimantan te schrappen. Aan het eind van de dag vertrekt het gezelschap vanuit Medan met het regeringsvliegtuig uit Indonesië.