Lekker voor onderweg: gevulde appelrepen
Geen idee waarom dit recept de krant nu pas haalt. Of eigenlijk wel. Ik moest me er even toe zetten om ermee aan de slag te gaan. Ik ben niet zo van het vullingen in deeg vouwen. Veel te veel gedoe. Kost tijd en je krijgt er nooit zo veel in als je wilt. Ik vind –hoe simpel eigenlijk ook– appelflappen maken van kant-en-klaar bladerdeeg al een gedoe. Maar toen zelfs mijn kleuter onlangs met de klas flappen had gevouwen, vond ik dat ik niet achter kon blijven. Dus ging ik eindelijk aan de slag met deze niet zo heel ongezonde tussendoorrepen.
En ja, het was even een gedoe om de appelstukjes in het deeg te krijgen. Maar wat helpt: dit deeg kan wel tegen een stootje en het is geen ramp als er ergens een klein gaatje zichtbaar blijft. Het is niet zo dat dan meteen de hele koek leegstroomt tijdens het bakken.
Ze zijn wel om twee andere redenen gevaarlijk, net als alle semigezonde dingen. A: Mijn huisgenoten zijn geneigd ze af te keuren (ofwel: je moet de gezondheid er niet al te erg vanaf proeven). En B: Ik ben geneigd van zo’n tussendoortje zonder schuldgevoel meerdere exemplaren te eten. Of ze als aanvulling bij de lunch te gebruiken (want ik denk echt dat ze gezonder zijn dan een tarweboterham met chocopasta).
Enfin, ze kwamen door de kinderkeuring („lijkt op appeltaart”) en ze verdwenen dus in driedubbel hoog tempo uit de trommel.
Gevulde appelrepen
Ingrediënten: voor het deeg 120 g roomboter, 35 g honing, 45 g volle yoghurt, evt. een mespunt vanillepoeder (of merg uit vanillestokje), 100 g boekweitmeel, 150 g tarwebloem en evt. een snuf zout; voor de vulling 2 middelgrote appels, 1 afgestreken eetlepel (riet)suiker, kaneel naar smaak.
Bereiding
Zorg dat de boter op kamertemperatuur is. Klop deze samen met de honing, de yoghurt en de vanillepoeder zacht. Wil het mengsel niet glad worden? Voeg dan alvast een lepel van de bloem toe.
Voeg boekweitmeel, bloem en zout toe. Kneed met de hand tot een deeg. Laat het in de koelkast 30 minuten rusten.
Schil de appels en snijd ze in kleine blokjes (beduidend kleiner dan het appeltaartformaat!). Meng suiker en kaneel erdoor.
Rol het deeg uit tot een lap van zo’n 4 millimeter dik. Snijd deze in vierkanten van 8 bij 8 centimeter. Leg ze op een licht ingevette bakplaat. Duw de zijkanten links en rechts voorzichtig iets uit met een vork, zodat je meer ruimte hebt om de koek straks dicht te maken.
Schep een bescheiden hoeveelheid blokjes in een verticale streep op het vierkant. Vouw de koek dicht en duw de deegranden goed dicht. Dit vergt even oefening. Voor de smaak loont het om wel zo veel mogelijk vulling in het deeg te vouwen!
Bestrijk de bovenzijde met losgeklopt ei en melk (alleen met melk kan eventueel ook). Schuif de bakplaat in de oven en bak de koeken in ongeveer 25 minuten gaar en lichtbruin.
Tip: Vervang de helft van de bloem door volkorentarwemeel om de koek voedzamer te maken.