Economie
De vrouwen moeten onze economie redden

Personeelstekorten dreigen de economie af te remmen. Moeten we met z’n allen langer gaan werken? De druk op vrouwen om hun aandeel in betaalde arbeid te vergroten, zal zeker toenemen.

Arie de Rooij
22 February 2020 15:27Gewijzigd op 16 November 2020 18:19
beeld ANP, Roos Koole
beeld ANP, Roos Koole

Het is een lastig dilemma. Enerzijds klinkt de roep om een kortere werkweek. Vakbond CNV bijvoorbeeld zal er zich bij de cao-onderhandelingen sterk voor maken. Om werk en privé beter met elkaar in balans te brengen, heet het; om te voorkomen dat een uitdijende groep ouderen en jongeren kampt met verschijnselen van stress en uitgeschakeld raakt door een burn-out. De gezondheidsklachten op dat terrein schreeuwen om aandacht.

Anderzijds weten we ons geplaatst voor het probleem van een almaar krappere arbeidsmarkt. Iedereen ziet en hoort het om zich heen: bedrijven lukt het vaak moeilijk vacatures in te vullen. Als gevolg van de vergrijzing ligt op dat vlak ook geen verbetering in het verschiet. Of er moet een nieuwe economische crisis uitbreken die voorlopig wat lucht verschaft; maar daar zit niemand op te wachten.

Willen we de welvaart handhaven of uitbreiden en de zorg en de AOW betaalbaar houden –en zeg nou eerlijk, daar streven we toch allemaal naar– dan is economische groei een noodzaak. Groeien kan op twee manieren: door meer mensen in te schakelen –wat onze gezamenlijke productie naar een hoger niveau tilt– en door hetzelfde aantal mensen extra te laten produceren ofwel een toename van de arbeidsproductiviteit. Wat betreft het eerste lopen we tegen grenzen aan. En de stijging van de productiviteit is al jarenlang bescheiden van omvang.

Wij behoren binnen Europa tot de landen met de hoogste arbeidsdeelname, het percentage van de bevolking met een betaalde baan. Deze week meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek dat het aantal werkenden is opgelopen tot ruim 69 procent, een nieuw record. Maar de cijfers vertellen tegelijk dat in de EU Nederlanders met afstand de kortste gemiddelde werkweek hebben, van slechts iets boven de 30 uur.

De verklaring voor dit laatste zit in het feit dat het zogeheten anderhalfverdienersmodel hier erg populair is en er daardoor veel parttimebanen zijn. Met name vrouwen werken immers massaal in deeltijd.

Als we praten over inzet van meer arbeid om onze welvaart te waarborgen, valt er bij die categorie dus nog winst te behalen. Dat is dan ook precies waar het kabinet op mikt, zo blijkt uit de in december gepresenteerde brief over de groeistrategie op lange termijn, kortweg de groeiagenda. „Onze deeltijdcultuur is een probleem geworden”, schrijft minister Wiebes (Economische Zaken). Ofwel: om het verdienvermogen van de economie te vergroten, moeten vrouwen langer (buitenshuis) gaan werken.

Een- en tweeverdieners worden in fiscaal opzicht bepaald niet gelijk behandeld. De christelijke partijen in de Tweede Kamer vragen regelmatig om meer billijkheid op dit punt. Maar gelet op het bovenstaande zal het duidelijk zijn: huishoudens met één werkende partner hoeven niet op een voor hen gunstige wijziging te rekenen. Een grotere bijdrage van de vrouw aan het arbeidsproces moet in de ogen van de overheid onze economie redden en dus zal zij dit stimuleren via onder andere het belastingbeleid.

Wat die aanpak doet met de stress binnen de samenleving en binnen gezinnen, is een ander verhaal.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer