Vluchtende crimineel is „opgejaagd wild”
Ridouan T. wist jaren uit handen van de opsporingsinstanties te blijven. Totdat de politie de crimineel vorige maand in Dubai in de kraag greep. Wat hebben andere Nederlandse misdadigers in het buitenland te vrezen?
Angstvallig hield hij de gordijnen dicht. Licht kon je niet zien branden in de villa van de 42-jarige misdadiger Ridouan T., die zich schuilhield in Dubai. „Hij was uiterst voorzichtig om te voorkomen dat iemand zou ontdekken dat de villa bewoond was”, verklaarde politiechef Jamal Al Jallaf vorige maand, daags na de arrestatie van T. bij tv-programma Nieuwsuur.
In 2016 was T. met een vals Nederlands paspoort het rijke Golfstaatje binnengekomen. Met hulp van vrienden bleef hij jarenlang onder de radar. Zelf zou hij onder zijn eigen naam nooit iets in Dubai hebben gekocht. Toch kon de politie hem uiteindelijk traceren. Door bijvoorbeeld camerabeelden te bestuderen en het netwerk van T. te schaduwen.
Zoals Ridouan T. zijn er velen. Talloze Nederlandse misdadigers ontvluchten eigen land. Als de grond hen te heet onder de voeten wordt. Bijvoorbeeld omdat de politie hen op de hielen zit of omdat ze vijanden in de onderwereld willen ontlopen.
Stranden
Hoe vergaat het Nederlandse criminelen in het buitenland? Liggen de zware jongens onbekommerd te relaxen op verre stranden, strooiend met in drugshandel verdiend geld? Of moeten ze op hun tellen passen?
„Wij blijven jagen”, vat politievrouw Daniëlle Los de klopjacht op vluchtende misdadigers samen. Los is teamleider van FastNL, van Fugitive Active Search Team. Die groep van ongeveer veertig politiemensen speurt naar voortvluchtige criminelen in binnen- en buitenland. Het team richt zich op veroordeelden met een celstraf van minimaal 300 dagen.
Jaarlijks grijpt FastNL zo’n honderd veroordeelde misdadigers in de kraag. Van hen probeerde 20 procent zich in het buitenland te verschansen. De lokale politie in het betreffende land neemt de arrestatie van een getraceerde crimineel voor zijn rekening. Nederland werkt in Europa samen met soortgelijke teams.
Geldbedrag
Om de schuilplaats van een voortvluchtige crimineel te vinden, richt FastNL vaak zijn pijlen op de „schil” rond de misdadigers, legt Los uit. Familie en vrienden dus. Stel dat een broer op bezoek gaat bij een gevlucht familielid. Door die broer te volgen, kan de politie dichter bij het doelwit komen. Ander voorbeeld: als een vrouw via internet een geldbedrag overmaakt naar haar criminele vader, kan digitaal speurwerk de politie naar de voortvluchtige leiden.
Meer dan eens staat de recherche simpelweg op de stoep van familie van een gevluchte crimineel. Om te vragen waar die uithangt. Filosofie achter die tactiek: familieleden zijn voortdurende politiebezoeken zo beu dat ze hun geliefde er ten lange leste bij lappen of dringend verzoeken zich aan te geven. Los: „In 2019 konden we zo een tot een jarenlange celstraf veroordeelde crimineel inrekenen. We hadden nogal ingepraat op zijn moeder. Die bewoog haar zoon ertoe zich aan te geven.”
Zicht op de leefgewoonten van een crimineel kan de politie verder helpen. Zo is het handig om te weten wat de hobby’s van een misdadiger zijn. „Stel dat we weten dat een voortvluchtige zich schuilhoudt in Kroatië en fan is van een voetbalclub in dat land. Dan kan het nuttig zijn dat rechercheurs posten bij het stadion van dat team. Als een crimineel liefhebber is van boksgala’s kan de politie dat soort festijnen in de gaten houden.”
Vaak komen de rechercheurs van FastNL dichter bij het vuur via speurwerk op sociale media van bijvoorbeeld vrienden van de gevluchte misdadiger. „Zo’n vriend heeft misschien de behoefte veel van zichzelf te delen via Facebook of Instagram. Tussen al zijn foto’s kan een plaatje zitten van een feestje waarop de gezochte misdadiger ook is te zien. Achterhaal de locatie van dat feest, dan kom je mogelijk sneller de verblijfplaats van de crimineel op het spoor.”
Zeker in het internettijdperk heeft de politie er baat bij burgers te betrekken bij de speurtocht naar een gevluchte misdadiger, betoogt Los. Zo verspreidde de politie vorig jaar een zogeheten verouderingsfoto van Ridouan T., een afbeelding van hoe de man er nu vermoedelijk uitziet. In de hoop dat burgers hem zouden herkennen en de politie tippen. Ook het nieuws rond de jacht op Jos B., verdacht van betrokkenheid bij de dood van de 11-jarige Nicky Verstappen in 1998, hing de politie welbewust aan de grote klok. Met resultaat. Een Nederlandse getuige herkende in de zomer van 2018 in Spanje Jos B.
Een enkele keer maakt een crimineel vanuit het buitenland een lange neus naar de politie. Berucht is de Brabantse zogenoemde treitercrimineel Shahin Gheiybe, die is veroordeeld tot een jarenlange celstraf voor poging tot dubbele moord in Den Bosch in 2009. „Ik ga genieten van mijn vrijheid”, sarde hij de politie vorig jaar op een filmpje op Instagram. Hij zou zich verscholen houden in Iran en waant zich daar klaarblijkelijk veilig. „Zo’n filmpje geeft ons extra motivatie de man te pakken. We gaan net zo lang door totdat we hem hebben”, reageert Los.
Voortvluchtige misdadigers zijn niet te benijden. „Ze zijn als opgejaagd wild en moeten continu over hun schouders kijken. Ver weg van huis, van familie en vrienden, betalen ze een hoge prijs.”
Computermodel
Om de politie te helpen bij de speurtocht naar criminelen ontwikkelt onderzoeksinstituut TNO een computermodel dat voorspelt hoe een vluchtende misdadiger zich gedraagt. Het systeem, QUIN geheten, biedt gegevens over de handel en wandel van soortgelijke criminelen in het verleden. „QUIN kan aangeven dat het type gezochte misdadiger –zoals een rijke drugsbaron– bijvoorbeeld doorgaans vlucht naar het Midden-Oosten. Dan kan de recherche zich richten op dat deel van de wereld”, zegt TNO-onderzoeker dr. Selmar Smit, kartrekker van het project. „Het computermodel kan op grond van vergelijkbare zaken bijvoorbeeld ook voorspellen hoe groot de kans is dat een voortvluchtige geld heeft om een safehouse te kopen.”
Vooralsnog maakt de politie geen gebruik van QUIN, ook al omdat er ethische vragen leven, zegt Smit. „De vraag is of de samenleving wil dat de computer bepaalt of en waar we op een crimineel jagen.”
Geen verdrag? Toch kan crimineel de klos zijn
Als Nederland geen uitleveringsverdag heeft met een staat, is het toch goed mogelijk dat die staat misdadigers aan ons land uitlevert. Dat bewijst de recente, snelle overkomst van Ridouan T. vanuit Dubai naar Nederland. Dat betoogt prof. mr. Harmen van der Wilt, hoogleraar internationaal strafrecht aan de Universiteit van Amsterdam.
Mensen die zich verschuilen in landen waarmee ons land geen uitleveringsverdrag heeft en zo denken de dans te ontspringen, kunnen van een koude kermis thuiskomen, betoogt Van der Wilt. Want los van uitleveringsverdragen tussen landen hebben tal van staten wereldwijd allerlei VN-verdragen ondertekend die de weg kunnen effenen voor uitwisseling.
Zo biedt een VN-verdrag uit 2000 de mogelijkheid zware criminelen uit te leveren, schetst Van der Wilt. Zo’n 190 landen, waaronder ook Nederland en Dubai, schaarden zich achter dat verdrag. „Onder dat VN-verdrag valt een brede waaier aan activiteiten die te maken hebben met georganiseerde criminaliteit. Doel van het verdrag is om zware misdaad te bestrijden.”
Weigeren
Een VN-verdrag schept minder verplichtingen dan een uitleveringsverdrag, tekent Van der Wilt aan. „Zo’n VN-verdrag uit bijvoorbeeld 2000 dwingt landen niet tot uitlevering. Het schept alleen de mogelijkheid om een crimineel uit te leveren. Een uitleveringsverdrag is meer verplichtend. Dat beveelt een land in beginsel: je móet iemand uitleveren.”
Toch is een land niet te allen tijde gebonden aan een uitleveringsverdrag, legt de hoogleraar uit. „Zo’n verdrag kent zogeheten weigeringsgronden. Landen kunnen weigeren iemand uit te leveren als er bijvoorbeeld verschillende zienswijzen op strafbaarheid van gedragingen bestaan. Stel dat er een land is waar abortus strafbaar is. Nederland kan dan afzien van uitlevering van een in Nederland verblijvende vrouw die abortus heeft laten plegen.”
Ongehinderd
Goede verhoudingen tussen landen kunnen een uitlevering versoepelen, zegt Van der Wilt. Verwijzend naar de zaak rond verdachte Ridouan T.: „Kennelijk heeft Nederland geïnvesteerd in contacten met Dubai.” Waarbij ook eigen belang meespeelt. „Dubai heeft er geen belang bij om bekend te staan als een land waar verdachten van ernstige misdrijven ongehinderd kunnen wonen. Daarom hebben ze Ridouan T. tot ongewenste vreemdeling verklaard en hem het land uitgezet.”
„Holleeder kon niet zonder Westertoren”
Een land als Dubai is een populair toevluchtsoord voor steenrijke criminelen die uit handen van justitie willen blijven, zegt misdaadverslaggever Marian Husken. „In zo’n staat stellen de autoriteiten minder snel vragen over de herkomst van geld dat buitenlanders bijvoorbeeld in vastgoed steken.”
Dat Ridouan T. in Dubai toch tegen de lamp liep, heeft te maken met de ernst van de misdrijven waar hij van wordt verdacht. „T. heeft zijn hand overspeeld. Het lijkt erop dat deze man onder meer betrokken is bij de moord op advocaat Derk Wiersum, de raadsman van kroongetuige Nabil B. Die heeft belastend verklaard over Ridouan T. Zeker na de moord op Wiersum waren de Nederlandse autoriteiten erop gebrand hem te pakken te krijgen.”
Nederlandse criminelen met Marokkaanse roots moeten niet de illusie hebben dat ze in Marokko niets te vrezen hebben van de Nederlandse opsporingsinstanties, zegt Husken, die tal van boeken schreef over de georganiseerde misdaad. „Meer dan vroeger werken Nederland en Marokko samen in bijvoorbeeld de strijd tegen witwassen van drugsgeld. Beide landen hebben afspraken gemaakt over het beslag leggen op vastgoed van criminelen.”
Sommige criminelen lijken dusdanig gehecht aan eigen land dat ze ervoor passen de benen te nemen. „Willem Holleeder kon niet zonder de Amsterdamse Westertoren. En de lang onvindbare crimineel Dino S., die nu een levenslange celstraf uitzit wegens betrokkenheid bij liquidaties, zat verscholen in een woning aan de Amsterdamse Rozengracht.” Misschien blijft dit soort misdadigers in Nederland vanwege familiebanden, vermoedt Husken.
Zware jongens moeten van goede huize komen, willen ze uit handen van justitie blijven, zegt de misdaadverslaggever. „Het is tegenwoordig moeilijk om crimineel te zijn. Door recherchewerk via internet kan justitie veel over iemand te weten komen. Een crimineel mag een vals identiteitsbewijs hebben, maar hij kan bij een verkeerscontrole door de mand vallen.”