Geen excuses oud-minister Brinkhorst aan Kootwijkerbroek
Laurens Jan Brinkhorst heeft geen behoefte om de inwoners van Kootwijkerbroek alsnog excuses aan te bieden voor zijn optreden tijdens de mond en klauwzeercrisis in 2001. Dat zei hij zaterdag in het tv-programma Nieuwsuur.
„Er is al zoveel gebeurd en zoveel gezegd. En ik geloof niet dat heel veel mensen in Kootwijkerbroek het prettig vinden dat ik nog steeds springlevend ben”, zei Brinkhorst. Hij was minister van Landbouw toen eind maart 2001 bij een kalf op een boerderij in Kootwijkerbroek MKZ werd vastgesteld.
„Het enige waarvan ik misschien achteraf spijt heb, is dat ik soms te weinig empathie had. Maar ja, in de drie jaar dat ik minister ben geweest, heb ik met vier hele zware crises te maken gehad”, aldus de vroegere bewindsman.
Om verspreiding van de zeer besmettelijke veeziekte te voorkomen, besloten de autoriteiten om 60.000 gezonde dieren op 246 boerderijen in de directe omtrek preventief te ruimen. De ruimingen leidden tot massaal verzet en rellen in het Veluwse dorp. Daarbij klonken ook doodwensen richting de minister.
Brinkhorst kijkt daar in Nieuwsuur voor het eerst na negentien jaar op terug. „Het is een zich christelijk noemend gebied. Iemand zei toen dat het tijd werd dat Brinkhorst werd opgeruimd. De politie werd tegengewerkt. Medewerkers van de RVV (Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees, thans NVWA, red.) werden bedreigd. Ik vind dat geen christelijk gedrag”, aldus Brinkhorst, die naar eigen zeggen zelf „een christelijke achtergrond” heeft.
Veel Kootwijkerbroekers geloofden in 2001 niet dat er daadwerkelijk MKZ in hun dorp was uitgebroken. Volgens Brinkhorst was het echter duidelijk. „Ik heb daar navraag naar gedaan. Bij geen van de professioneel betrokkenen was er twijfel”, zei hij in Nieuwsuur.
De minister oogstte destijds verontwaardiging met zijn uitspraak in een kranteninterview dat Kootwijkerbroek pas „als Onze-Lieve-Heer heeft gesproken” zou willen geloven dat er MKZ was uitgebroken. Deze uitspraak was aanleiding tot de oprichting van de stichting Onderzoek MKZ-crisis Kootwijkerbroek, die jarenlang samen met enkele veehouders heeft geprocedeerd om alle details van de besmetverklaring uit 2001 boven water te krijgen.
Een door het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) ingestelde commissie van deskundigen constateerde afgelopen jaar dat er destijds procedurele fouten zijn gemaakt, die zouden hebben kunnen leiden tot een onterechte besmetverklaring. De deskundigen vonden het ook vreemd dat het besmette kalf geen duidelijke ziekteverschijnselen had en dat de ziekte niet verder om zich heen sloeg.
Dinsdag 7 januari doet het CBb in deze zaak de langverwachte einduitspraak.