Niet in luxe positie om te kunnen stoppen met werken
„Moeder én verpleegkundige zijn; het is beide een goddelijke roeping.” Dieneke Blok-Heger bleef als jonge moeder parttime buitenshuis werken. Met schroom vertelt het echtpaar erover. „Mensen hebben soms makkelijk praten, maar niet voor iedereen valt er wat dat betreft iets te kiezen. Het moet financieel behapbaar zijn.”
Dieneke (30) en haar man Machiel (36) hebben twee kinderen: Joas (4) en Thirza (2). Het gezin woont in Woerden. Machiel is als commercieel medewerker in dienst bij een bedrijf in die plaats dat automaterialen verkoopt. Dieneke werkt als oncologieverpleegkundige op de afdeling Hematologie van het UMC in Utrecht. „Als klein kind wilde ik al zuster worden. Mijn moeder werkt in de zorg en m’n oma deed dat eveneens. Het zit in de familie.”
Na de geboorte van Joas besloten Dieneke en Machiel dat zij in het ziekenhuis aan de slag zou blijven, maar nu voor 20 uur per week. Zij draait daarbij onregelmatige diensten in weekenden, ’s avonds en ’s nachts.
Financiële noodzaak, zoals ze zelf aangeven, was destijds één van de overwegingen bij hun besluit. Dieneke: „Niet iedere partner heeft een inkomen waarvan een gezin onderhouden kan worden. Als de man minder verdient dan het modale inkomen (bruto zo’n 35.000 euro), is het voor de vrouw moeilijker om te stoppen. Wij leven echt niet luxe, daar doen we het niet voor. Goed is genoeg. Als het huis onderhoud nodig heeft, gaan we korter of niet op vakantie.”
Toen zij trouwplannen hadden, konden zij alleen op basis van twee salarissen een woning kopen. „We hebben bij lange na niet de maximale hypotheek genomen, want je verlangt naar kinderen en dus wil je over de ruimte beschikken om een stap terug te kunnen doen.”
Roeping
„Nu staat mijn baan –al ben ik er met hart en ziel in bezig– niet meer op nummer één. Mijn voornaamste roeping als moeder ligt in het gezin. Daar is het huwelijksformulier duidelijk over. En verder doen we allebei vrijwilligerswerk in de kerkelijke gemeente of daarbuiten. Het is zaak om tijd en aandacht goed te verdelen tussen gezin, kerk en werk, en om vooraf goed te plannen. Dan hoeft niemand iets tekort te komen en worden rust, reinheid en regelmaat niet verstoord.”
Op de dagen dat de ouders beiden werken, verblijven Joas en Thirza bij een gastouder. Machiel vertelt dat oppassen door de oma’s en opa’s in hun geval niet mogelijk is. „In die luxe positie verkeren wij niet. Zij fungeren wel als achtervang. Bij ziekte bijvoorbeeld springen ze bij, maar we kunnen niet structureel een beroep op hen doen.” Een gastouder heeft hun voorkeur boven een kinderdagverblijf. „Daar is toch meer een huiselijke sfeer, het is persoonlijker en we zochten iemand die qua identiteit bij ons past.”
Dieneke: „We proberen de taken zo te verdelen –in lijn met het huwelijksformulier– dat de moeder het minste aantal uren weg is. Daarom hebben we nooit de optie overwogen dat ik volledig zou werken en Machiel parttime. Wel is het voor de band tussen vader en kind best goed dat zij soms bij elkaar zijn zonder de moeder. Dat was bij ons vroeger thuis ook zo en ik bewaar daar goede herinneringen aan.”
Het echtpaar somt overigens nog meer argumenten op om tweeverdiener te zijn. Dieneke: „Als verpleegkundige raak ik mijn BIG-registratie kwijt als ik in 5 jaar tijd niet voldoende uren werk. Daarnaast zou ik anders mijn opleiding ook min of meer voor niets gevolgd hebben. Het is mooi om mijn talenten in te kunnen zetten en dienend bezig te zijn.
Een ander punt: „Er werken heel veel jonge moeders parttime in de zorg en het onderwijs. Stel dat ze dat niet zouden doen, dan kunnen bij wijze van spreken sommige christelijke en reformatorische zorginstellingen en scholen de deuren wel sluiten.”
Machiel vult aan: „De bevolking vergrijst. Daardoor wordt het personeelstekort in de zorg alleen maar groter. En daarnaast is het zo dat minder jongeren kiezen voor de zorg. Dat is best zorgelijk en daar mag je ook oog voor hebben.”
Waardevol
Dieneke: „Door de achterban wordt een verpleegkundige uit hun eigen gezindte nogal eens gewaardeerd. Ik herinner me nog dat een patiënt goed nieuws kreeg toen de lijdensweken net waren begonnen. Hoe waardevol is het dan als je met elkaar kunt spreken over de woorden van de Heere Jezus: „Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.”
De twee vinden dat er in de eigen gezindte „tegenstrijdige” geluiden klinken. Dieneke: „De ene keer lees je dat een predikant jongelui oproept om te kiezen voor een baan in de zorg of het reformatorisch onderwijs. De volgende keer benadrukt een ander dat moeders toch vooral thuis horen te zijn. We veroordelen elkaar nogal makkelijk in onze gezindte. Een ieder zij in zijn of haar gemoed ten volle verzekerd. Laten we biddend en in afhankelijkheid van Zijn hulp en zegen ons dagelijks brood verdienen.”
serie Gezin en werk
Een serie artikelen naar aanleiding van een RD-onderzoek naar een- en tweeverdieners in de gereformeerde gezindte. Deel 3