Met het verdwijnen van herinneringen kan de geloofsbeleving van een dementerende drastisch veranderen, signaleert geestelijk verzorger Tom van Staveren. Toch is hij hoopvol gestemd. „Wat God gewerkt heeft, verdwijnt nooit.”
De vrouw zat in de vierde fase van haar dementie. Ze kon alleen nog in bed liggen en reageerde amper als er tegen haar gesproken werd. Maar toen Psalm 45 gezongen werd, ging plotseling haar vinger omhoog.
Van Staveren (60), werkzaam in Verpleeghuis Salem in Ridderkerk, kan zich de gebeurtenis nog goed herinneren. Hij voert in zijn functie veel pastorale gesprekken met verpleeghuisbewoners die lijden aan dementie.
Het bespreken van geloofszaken met deze mensen kan lastig zijn, ontdekte Van Staveren. Tegelijk is het volgens hem een „belangrijk thema” dat meer aandacht verdient. Vrijdag verzorgde Van Staveren op het congres ”ZIE MIJ!” –georganiseerd door de reformatorische zorgkoepel Cedrah– een workshop over dementie en geloofsbeleving voor zorgmedewerkers, vrijwilligers en mantelzorgers.
Waardevol
Kern van de workshop: de dementerende medemens is waardevol en een schepsel van God. Ook al tast dementie iemands persoonlijkheid en geloofsbeleving aan, het is belangrijk naast zo’n persoon te blijven zitten en met de Bijbel in de hand het gesprek aan te gaan.
Al is dat niet altijd makkelijk, erkent Van Staveren. Dementie verloopt via verschillende fasen; het is afhankelijk van de fase waarin iemand verkeert hoe goed er met hem of haar gecommuniceerd kan worden. In de eerste en tweede fase van de ziekte zijn gesprekken vaak nog goed mogelijk, in de latere fasen is dat minder makkelijk.
Vloeken
De ziekte tast bovendien het geheugen aan. Dat heeft consequenties voor de geloofsbeleving. „Ouderen met dementie kunnen zich soms niet meer herinneren wat God gedaan heeft in hun leven”, aldus Van Staveren. Hij ziet het bij meerdere bewoners van Salem. „Als ik hen al langer begeleid, weet ik nog wel wat ze hebben meegemaakt op geestelijk gebied. Wanneer ik daar over spreek met hen, vallen de herinneringen soms open en hebben we een helder gesprek.”
Niet in alle gevallen weet de pastoraal werker van de geestelijke situatie van de dementerende af. Zorgdossiers of gesprekken met familie en kinderen van de persoon in kwestie bieden dan uitkomst. „En in de eerste en tweede fase van dementie kunnen dementerenden zelf ook nog het een en ander vertellen.”
Voor de omgeving kan het soms lijken alsof iemand met dementie het geloof volledig kwijtraakt. Sommige mensen die altijd christelijk zijn geweest, gaan opeens vloeken. Van Staveren: „Het gedeelte in hun hersenen waar spraak geregeld wordt, is dan aangetast. Dat vloeken kan voor de naasten erg pijnlijk zijn. Het is dan goed erop te wijzen dat dit door de ziekte komt.”
Doordat een dementerende afreist naar het verleden, kunnen periodes van geestelijke donkerheid bovendien terugkomen. Van Staveren herinnert zich een vrouw bij wie dat gebeurde. „Ze was er soms helemaal door van streek. Als ik naast haar zat, haar hand pakte en samen met haar Psalm 25 zong, werd ze weer rustig.”
Zingen is volgens Van Staveren de beste manier om door te dringen tot mensen met dementie. „Muziek blijft hen het langst bij. Ik zie de meeste dementerenden tijdens de kerkdienst in het verpleeghuis uit hun hoofd de psalmen meezingen.”
Het citeren van een Bijbeltekst kan iemand met dementie in het hart raken, ervaart Van Staveren. „Soms zie je dan een lichtje verschijnen in de ogen. Of er komen tranen. Dan heb je een opening voor een gesprek.”
Abraham
Hij raadt naasten aan in geestelijk gesprekken met dementerenden vooral eenvoudige Bijbelse geschiedenissen te bespreken: de geschiedenissen van Jona en Abraham bijvoorbeeld, of de gelijkenissen uit het Nieuwe Testament. Een andere belangrijke tip: stel gesloten vragen. „Een dementerende kan een beperkte woordkeus hebben. Door eenvoudige, gesloten vragen te stellen, kun je toch een gesprek voeren.”
Al kan het geloofsleven van iemand met dementie schijnbaar helemaal naar de achtergrond verdwijnen, Van Staveren weet één ding zeker: „Wat de Heere gewerkt heeft, blijft bestaan. Hij zal Zijn werk voleinden. Daar heeft de dementie geen invloed op.”