Groen & duurzaamheid
Niet elke paddenstoel kwijnt weg door stikstof

Al vijftig jaar roepen mycologen dat stikstof zeer schadelijk voor de meeste paddenstoelen. „Eindelijk wordt erkend hoe schadelijk het spul is”, zegt kenner Rob Chrispijn. Toch zijn er ook paddenstoelen die juist in aantal toenemen door stikstof. Het heksenschermpje is er een van.

21 November 2019 09:08Gewijzigd op 16 November 2020 17:34
Het heksenschermpje houdt bij voorkeur van het afgevallen blad van de voorgaande jaren. Soms vormen de paddenstoel een kring, een heksenkring. beeld Wikimedia
Het heksenschermpje houdt bij voorkeur van het afgevallen blad van de voorgaande jaren. Soms vormen de paddenstoel een kring, een heksenkring. beeld Wikimedia

Chrispijn (74) is deze maandagmiddag juist teruggekeerd van een paddenstoelenexcursie in een sparrenbos in de buurt van het Drentse Ruinen. In zijn huis aan de rand van het Drents-Friese Wold maakt hij de kachel aan en eet ondertussen een boterham. „Of ik met pensioen ben? Nee, ik ben nog volop aan het werk. Als tekstschrijver en als mycoloog.”

De afgelopen maanden is er regelmatig mailcontact geweest met de paddenstoelkenner uit Vledderveen (Friesland). Het begon in september met een vraag aan de Nederlandse Mycologische Vereniging (NMV) welke paddenstoelensoort succesvol is. Na enig wikken en wegen werd de fraaie gifgordijnzwam als de beste kandidaat beschouwd.

Drie paddenstoelenkenners in verschillende delen van het land keken uit naar de lichtbruine zwam. Drenthe is het bolwerk van deze paddenstoel, maar ook op het oostelijk deel van de Veluwe is hij gesignaleerd. Behalve dit jaar. „De afgelopen zomer met temperaturen tegen de 40 graden Celsius heeft vermoedelijk veel zwamvlokken beschadigd”, geeft Chrispijn als verklaring.

Amanieten

Dan maar een volgende kandidaat zoeken. De familie van de amanieten heeft exemplaren die aantoonbaar in de lift zitten, schrijft Alfons Vaessen. Bijvoorbeeld de roodbruine slanke amaniet en de narcisamaniet.

De mannen in het veld, zoals Chrispijn, zien echter vooral de panteramaniet oprukken. Het is een broertje van de bekende vliegenzwam, die rode met witte stippen. De panteramaniet is bruin met witte stippen.

Chrispijn weet een berm bij hem in de buurt waar hij pas nog exemplaren heeft zien staan. Maar als hij er gaat kijken blijkt er een bladblazer aan het werk te zijn geweest. Die heeft niet alleen de bladeren weggeblazen, maar ook de paddenstoelen.

Op waarneming.nl is te zien dat Hendrik Tillema vorige week nog een panteramaniet zag vlak bij het Boomkroonpad in het Drentse Drouwen, ruim 10 kilometer ten westen van Assen. Een wandeling in het prachtige Drouwenerveld leert dat de zwam inmiddels weer verteerd is. „Paddenstoelen zijn berucht onvoorspelbaar”, verzucht Chrispijn.

Roze hoedjes

Uiteindelijk heeft de mycoloog tijdens zijn excursie maandagmorgen een paddenstoel aangetroffen die ontegenzeggelijk een successoort is: het heksenschermpje. Hij legt een bosje fraaie exemplaren op de keukentafel. „Kijk eens wat een mooie roze hoedjes. Daar heeft hij zijn Latijnse naam aan te danken: Mycena rosea.”

Naar de oorsprong van de naam heksenschermpje moet Chrispijn gissen. „Er bestaat ook een soortgenoot, een elfenschermpje. Die is amper giftig, en heeft daarom misschien een wat lievere naam gekregen. Het heksenschermpje is juist ontzettend giftig. Je kunt eraan overlijden als je er één opeet.”

Toen Chrispijn dertig jaar geleden begon met paddenstoelen inventariseren, was Limburg de enige provincie waar het heksenschermpje voorkwam. „Hij heeft een beetje mineralen nodig. Daarom kwam hij op de arme zandgronden in Drenthe en op de Veluwe niet voor. Maar sinds de stikstofdepositie zo toenam is hij ook hier vrij algemeen geworden. Ook de opwarming van het klimaat speelt waarschijnlijk een rol.”

Verdwenen

Het heksenschermpje hoort volgens Chrispijn bij de 10 procent van alle paddenstoelensoorten die met stikstof kunnen omgaan. „De andere 90 procent gaat erdoor achteruit of is zelfs verdwenen uit Nederland. In het algemeen kun je zeggen dat de meeste paddenstoelen uit de bossen zelf bijna zijn verdwenen. Alleen in de bermen van paden en lanen zijn nog zwammen te zien.”

In de bermen waaien bladeren weg of worden ze verwijderd. Daardoor is de strooisellaag er dunner en blijven de bermen relatief mineraalarm. Soms groeit er gras, dat stikstof opneemt waar de paddenstoel dan weer minder last van heeft.

Chrispijn is blij dat er eindelijk een discussie is losgebarsten rond stikstof in Nederland. „Vijftig jaar geleden constateerden mycologen al dat het niet goed ging met de natuur door de stikstofdepositie. Ze werden uitgelachen. Ondertussen ging de schaalvergroting in de veeteelt maar door. Nu zitten we met de gevolgen.”

De mycoloog hoopt dat het lukt om de stikstofdepositie te verlagen. „Daar zullen paddenstoelen onmiddellijk positief op reageren.”

Cantharel

Paddenstoelen die volgens Chrispijn zijn verdwenen door de toegenomen stikstofdepositie zijn bijvoorbeeld de stekelzwammen. „Ook bekende soorten zoals de cantharel gaan er hard door achteruit. Vroeger kon je kilo’s van die hanenkammen uit de bossen halen om te verkopen. Je ziet ze nu nog wel, maar veel minder dan vroeger. Bewezen is dat plukken geen enkel effect heeft, het komt echt door de stikstof.”

serie

Successoorten

Wekelijks verschijnen er berichten over planten- en diersoorten die het zwaar hebben. In deze serie soorten waar het wel goed mee gaat. Deel 8 (slot): het heksenschermpje.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Successoorten

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer