Het partijbestuur van de SGP heeft zijn achterban „op het verkeerde been gezet”, vinden de dinsdag afgetreden SGP-partijbestuursleden mr. P. J. den Boef en ds. A. Vlietstra. Interim-voorzitter Van Leeuwen „herkent zich absoluut niet in deze beweringen.”
In een woensdag naar buiten gebracht persbericht lichten Den Boef en Vlietstra niet toe waaruit de verkeerde voorlichting door het partijbestuur zou bestaan. Wel hebben zij interim-voorzitter Maarten van Leeuwen „aangesproken”, stellen zij, op wat het partijbestuur in de achterliggende dagen in door het bestuur verspreide persberichten heeft geschreven. „Sommige mededelingen blijken helaas feitelijk onjuist te zijn of op zijn minst niet zuiver geformuleerd.”
Ook schrijven zij dat zij hun „geweten niet kunnen laten binden door het HB-besluit” (om Zevenbergen te dwingen als partijvoorzitter te stoppen, red.) en dat zij „geen verantwoordelijkheid voor dat besluit kunnen dragen.”
Ten slotte melden zij dat zij met de partijleiding in gesprek willen komen. „Samen met Zevenbergen erbij natuurlijk. Aan die Bijbelse opdracht willen wij metterdaad gestalte proberen te geven. Dat is ook in lijn met de beginselen van onze partij”, aldus Den Boef en Vlietstra.
Van Leeuwen geeft in een reactie aan dat hij zich „absoluut niet herkent” in de bewering dat het partijbestuur „de achterban op het verkeerde been” zou hebben gezet. „Daarom betreur ik het dat door de twee voormalige hoofdbestuursleden de discussie op deze wijze via de media voor de zoveelste keer weer aangezwengeld wordt”, aldus de interim-voorzitter. „Het partijbestuur is altijd bereid om open en zonder druk van buitenaf met de beide bestuursleden in gesprek te gaan. Het is belangrijk met iedereen in gesprek te blijven, maar dan niet via de media”, stelt Van Leeuwen.