Bidden voor de Zwitserse Aletschgletsjer
Paus Benedictus XVI gaf in 2010 de inwoners van het Zuid-Zwitserse dorpje Fiesch toestemming om voor groei van de 23 kilometer lange Aletschgletsjer te bidden. Ondanks diens zegen blijft de grootste gletsjer van de Alpen in recordtempo slinken.
De inwoners van Fiesch en Fieschertal in het Rhônedal besloten in 1678 juist te bidden voor de afsmelting van de Aletschgletsjer. De bijna 2 kilometer brede ijsrivier, die van een hoogte van 3800 naar 1800 meter neerwaarts kronkelt, teisterde de lager gelegen bergdorpjes met lawines en overstromingen. Het gebed werd naar paus Innocentius XI gestuurd. De kerkvorst verleende er zijn goedkeuring aan.
Sindsdien wordt er voor de gletsjer gebeden, die als gevolg van de kleine ijstijd bleef groeien en hierdoor een toenemende bedreiging voor de dorpelingen vormde. Vanaf 1862 werd het antigroeigebed kracht bijgezet met een jaarlijkse vijf uur durende processie op 31 juli naar de Ernerwaldkapel in Fiesch.
Pas na ruim twee eeuwen bidden zagen de dorpelingen de Aletschgletsjer eind 19e eeuw iets korter worden. Deze afsmelting was het gevolg van klimaatverandering door de verbranding van fossiele brandstoffen sinds de industriële revolutie. Toen de gletsjer steeds sneller slonk, besloot de pastoor van de parochie in Fiesch een verzoek bij het Vaticaan in te dienen om het antigroeigebed te wijzigen in een antismeltgebed. Op 11 september 2009 overhandigde Herbert Volken, voormalig burgemeester van Fiesch, tijdens een audiëntie bij paus Benedictus XVI in Rome persoonlijk het verzoek om het gebed te mogen omkeren.
Smelt
Sinds het begin van de smelt rond 1870 is de gletsjer met een slordige 3,2 kilometer lengte geslonken en zo’n 300 meter dunner geworden. De totale ijsmassa is sindsdien met 20 procent afgenomen. Het huidige volume bedraagt zo’n 12 kubieke kilometer aan ijs. Boven aan de gletsjertong is de dikte bijna 900 meter. Aan het puntje is dat nog maar 150 meter dik.
De grootste smelt is van de laatste paar decennia. Tussen 1999 en 2009 kromp de ijstong met maar liefst 12 procent. En dat gaat steeds sneller: gemiddeld tussen de 80 en de 100 meter per jaar. Het smeltrecord dateert van 2006. In dat jaar slonk de ijstong met 114,6 meter lengte.
„De Aletschgletsjer is een van de weinige gletsjers ter wereld die je van bovenaf kunt bezichtigen”, zegt pr-manager David Kestens van skigebied Aletsch Arena. „De meeste gletsjers liggen in onherbergzaam gebied op plekken waar je als toerist moeilijk kunt komen. Zo niet in Fiesch.” Met een kabelbaan kun je vanuit het centrum van het dorp vanaf 1049 meter in twee etappes in een halfuurtje naar het bergstation Eggishorn op 2869 meter hoogte komen, vanwaar je bij helder weer een panoramisch uitzicht hebt op de majestueuze gletsjertong. De Aletschgletsjer is economisch van grote waarde voor het 1000 inwoners tellende dorp Fiesch. ’s Zomers brengt de kabelbaan per dag eenzelfde aantal toeristen naar boven. Kestens: „Het zou jammer zijn wanneer deze gletsjer helemaal wegsmolt. Maar daar hebben wij met ons gedrag invloed op.”
Metingen
Met grofweg 1500 van de 3500 gletsjers bevindt de helft van het totale ijsvolume van de Alpenlanden zich in Zwitserland. De gemiddelde lengte van de jaarlijks gemeten Zwitserse gletsjers bedraagt tussen de 1 en de 5 kilometer. In de herfst van 2016 werden er 94 gletsjers opgemeten. Daarvan werden er 82 korter. Zeven behielden dezelfde lengte en vijf vertoonden een lichte groei. De Glacier de Ferpècle trok zich met 79 meter het verst terug. De grootste toename met 28 meter viel de Vadrec del Forno ten deel.
In de herfst van 2017 werden er 93 gletsjers opgemeten. Toen groeide slechts één gletsjer licht. De grootste terugtrekking van vorig jaar staat op naam van de Aletschgletsjer, die met 80 meter kromp. Ook in dat jaar groeide slechts één gletsjer: de Brunnifirn met 1,3 meter. Vanaf het begin van de metingen in 1880 trekken de meeste gletsjers zich in lengte terug.
„Een veel betere graadmeter voor de staat van de gletsjers is niet het aantal gletsjers of hun lengte, maar de massabalans”, stelt coördinator Matthias Huss van Glacier Monitoring Switzerland (Glamos). Van de jaarlijks ongeveer twintig gemonitorde gletsjers daalde voor het winterseizoen 2015/16 het totale ijsvolume in de Zwitserse Alpen met 1,6 procent. Het seizoen erop was dit 3 procent en voor de winter van 2017/2018 bedroeg het smeltpercentage 2,5 procent. De recordsmelt dateert uit 2002/2003, toen 3,4 procent van de Zwitserse ijsmassa smolt.
De smeltgegevens van afgelopen zomer zijn nog niet binnen, vertelt Huss, die de metingen coördineert. „Per gletsjer zijn er twee tot acht personen die in de lente de sneeuwdikte en in de herfst de smelt voor de massabalans opmeten.”
Sneeuwval
De metingen in het najaar worden altijd gedaan in september. Begin vorige maand werd Zwitserland getroffen door een kortstondige koude-inval, waarbij tot wel 50 centimeter verse sneeuw viel. „Toen hadden de onderzoekers ski’s nodig om de metingen op de gletsjers te kunnen doen”, vertelt Huss. „Het gebeurt geregeld dat er in september sneeuw valt, maar dit keer was het heel vroeg en erg veel.”
Na de koude periode scheen de zon enkele weken uitbundig en steeg de temperatuur naar tussen de 24 en de 27 graden in het Rhônedal. Boven op de gletsjers werd het ruim boven de 10 graden. Maar de gletsjers leden daar weinig onder. „Dat komt door de sneeuwval, waardoor de smelt aanzienlijk wordt vertraagd. Een vers sneeuwdek reflecteert het zonlicht”, verklaart Huss. In de Zwitserse bergen valt er geregeld gedurende de zomer een vers laagje sneeuw. Soms wel een meter per keer. „Het effect van zomersneeuwval op de massabalans is groot. Verse sneeuw stopt het massaverlies van het ijs totdat de sneeuw is gesmolten.”
Zeespiegel
De Aletschgletsjer is met 82 vierkante kilometer de grootste gletsjer van het hele Alpengebergte. Toch valt hij in het niet bij IJslands grootste gletsjer en Europa’s op een na grootste gletsjer: de Vatnajökull. Deze gletsjer is bijna honderd keer groter dan de Aletsch en bevat bijna dertig keer meer ijs dan alle Alpengletsjers samen. Toch stijgt de zeespiegel maar één centimeter wanneer alle IJslandse gletsjers smelten, stelt Huss. „En als je alle Zwitserse gletsjers smelt, stijgt de zeespiegel nog geen millimeter, slechts 0,15 millimeter. De smelt van het Zwitserse ijs is dan ook niet relevant voor de wereldwijde zeespiegelstijging, maar wel voor onze lokale zoetwatervoorraden.”
De gezamenlijke smelt van gletsjers wereldwijd draagt op dit moment meer bij aan zeespiegelstijging dan de smelt op Groenland en Antarctica samen, stelt Huss. „Dat komt doordat gletsjers veel kleiner zijn en eerder reageren op klimaatverandering. Alle gletsjers kunnen binnen 200 jaar gesmolten zijn, terwijl de ijskappen van Groenland en Antarctica daar eeuwen of zelfs millennia over doen. De ijskappen zijn echter wel bezig met een inhaalslag. Vooral de Groenlandse!”
Wanneer alle gletsjers op aarde smelten, exclusief de ijskappen van Groenland en Antarctica, stijgt de zeespiegel met zo’n 30 tot 40 centimeter, weet Huss. Het afsmelten van de ijskap van Groenland zorgt voor een zeespiegelstijging van 7 meter. En het helemaal ontdooien van Antarctica kan de zeespiegel zelfs 60 meter laten stijgen.
Hittegolven
De versnelde smelt van de Zwitserse gletsjers wordt veroorzaakt door de toename van de gemiddelde temperatuur en een toename van het aantal en de intensiteit van hittegolven. „Op hoogtes boven de 2000 meter spreken we niet van hittegolven. In de gletsjerzone telt het aantal smeltdagen. Dat zijn dagen dat de temperatuur boven het vriespunt uitkomt”, legt klimatoloog Stephan Bader van MeteoSwiss uit. Op de 7 kilometer lange gletsjertong van de Jungfrau, die met de Aletschgletsjer is verbonden, is het gemiddelde aantal smeltdagen 101. In 2015, 2016 en 2017 waren dat respectievelijk 110, 112 en 113 smeltdagen. Het jaar 2018 spande met 151 smeltdagen de kroon.
De jaarlijkse smelttoename wordt vooral veroorzaakt door de stijging van de gemiddelde zomertemperaturen als gevolg van de hittegolven. Sinds eind jaren 90 liggen die temperaturen 1 graad hoger en sinds 2005 1,5 graad. De zomertemperaturen voor de jaren 2015, 2016, 2017, 2018 en 2019 bedragen respectievelijk 2,4, 1,8, 2,2, 2,1 en 2,3 graden boven het gemiddelde. Het jaar 2003 is met 3,5 graden boven de gemiddelde zomertemperatuur recordhouder. „Hittegolven hebben een groot effect”, zegt Huss. „Ik heb berekend dat de twee hittegolven van afgelopen zomer 0,8 miljard ton ijs hebben doen smelten in slechts twee weken tijd.”
Witte doeken
Bij enkele gletsjers trachten de Zwitsers de zomersmelt te temperen door het uiteinde van de gletsjertong met witte doeken in te pakken. Dat gebeurt bij de Rhônegletsjer, met als doel de toeristische ijsgrot zo lang mogelijk in tact te houden. Hierbij spelen dus economische belangen de hoofdrol. Het plan bij de Morteratsch is om in plaats van doeken kunstmatige sneeuw met kanonnen op het ijs te spuiten.
Huss is van mening dat deze methoden kunnen werken, maar hij staat er niet bij te juichen. „Het geeft namelijk een verkeerd beeld van hoe we op klimaatverandering zouden moeten reageren.” Volgens oud-burgemeester Herbert Volken van Fiesch lost enkel het bidden het probleem ook niet op. „Het kan wel ondersteunend van invloed zijn. Iedereen in de wereld moet zijn steentje bijdragen om verdere opwarming tegen te gaan.”
Ondanks het antismeltgebed lijkt de krimp van de Aletschgletsjer voorlopig niet te stoppen. „Zelfs als alle landen het klimaatakkoord van Parijs uitvoeren om de temperatuur met niet meer dan 1,5 graden te laten stijgen, zal onze prachtige gletsjer gewoon doorsmelten en in 2100 helemaal verdwenen zijn”, zegt Huss teleurgesteld. Dit blijkt volgens hem uit een recent gepubliceerd artikel in het Journal of Glaciology over de toekomstige terugtrekking van de Aletschgletsjer. „Het is gebaseerd op een wiskundig model in combinatie met de nieuwste klimaatscenario’s voor Zwitserland.”
De oorzaak van die toekomstige afsmelting is de zogeheten gletsjerresponstijd. „Dat is de tijd die een gletsjer nodig heeft om in evenwicht te komen met de nieuwe klimaatsituatie”, legt Huss uit. Bij de Aletsch ligt de responstijd tussen de 50 en de 100 jaar, waardoor Zwitserlands iconische gletsjer niet meer te redden valt.
„Het goede nieuws is dat bij het halen van de doelen van het klimaatakkoord van Parijs er ongeveer 40 procent van de Zwitserse gletsjers gespaard blijft”, aldus Huss. „Zonder akkoord is dat slechts 5 procent. De keus is aan ons!”