De Voortgezette Gereformeerde Kerken in Nederland (VGKN) zijn in 2004 ontstaan. Naomi van Lobenstein voerde het eerste onderzoek naar het kleine kerkverband uit.
De 22-jarige studente theologie, zelf lid van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) en verbonden aan de gereformeerde kerk in het Drentse Diever, kreeg van een predikant uit VGKN-kringen de tip om kerkhistorisch onderzoek naar het kerkverband te doen. De scriptie waarmee ze haar bacheloropleiding aan de Theologische Universiteit Kampen (TUK) afrondt, is het eerste onderzoek naar de VGKN. Van Lobenstein voerde haar onderzoek uit onder begeleiding van prof. dr. Sabine Hiebsch, hoogleraar geschiedenis van het lutheranisme aan de TUK.
Van Lobenstein richtte zich op het ontstaan van de VGKN, de naam van het kerkverband en de belijdenisgeschriften van de VGKN. Ook onderzocht ze hoe de belijdenisgeschriften teruggevonden worden in de catechesemethodes van de VGKN. Van Lobenstein deed onderzoek in de VGKN-archieven, waarin sommige dozen nog niet eerder geopend waren. Maar ook interviews met predikanten uit de VGKN maakten deel uit van haar speurwerk.
Waarom zijn de VGKN ontstaan?
„Hoofdzakelijk om twee redenen. De gemeenten die de VGKN zijn gaan vormen, hadden moeite met de gedoogde pluraliteit en vrijzinnigheid die er vóór het ontstaan van de PKN al waren binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKN) en die er ook zouden zijn binnen de PKN. Bovendien waren plaatselijke kerken bang dat ze hun zelfstandigheid zouden verliezen.”
Hoe zijn de VGKN georganiseerd?
„Het model van de kerkregering lijkt op een omgekeerde piramide. De gemeenten hebben een ruime mate van vrijheid en zelfstandigheid. Er zijn geen classes, maar er is wel een synode. Ik ontdekte in mijn onderzoek dat de structuur van de VGKN kenmerken heeft van het congregationalisme, maar ook van een presbyteriaal en synodaal model.”
U stelt de naam van de VGKN ter discussie. Legt u dat eens uit.
„Het is van tevoren niet de intentie geweest dat de VGKN er zouden komen, al waren er vóór 2004 al predikanten die hun zorgen uitten. In 2004 bleek dat er niet slechts een noodverband, maar daadwerkelijk een kerkverband zou worden gevormd. Toen is ervoor gekozen om in de naam vóór de afkorting GKN een v’tje (het kerkverband hanteert de schrijfwijze ”vGKN”, red.) te plakken. Door die keuze voor het woord ”voortgezette” lijkt het alsof de VGKN een voortzetting zijn van de GKN zoals die er tot en met 2003 zijn geweest. Terwijl je je kunt afvragen of de VGKN niet eerder een voortzetting willen zijn van de GKN zoals die er was vóór 1960, toen vrijzinnigheid veel minder werd gedoogd.
Ook hebben de VGKN de Barmer Thesen uit 1934 en de Concordie van Leuenberg uit 1973 niet overgenomen. De VGKN hebben deze keuze gemaakt, zonder zich daarover uit te spreken. Het besluit strookt met het willen tegengaan van gedoogde pluraliteit.
Toen ik dit in mijn onderzoek uiteenzette, kwam de naam ”hersteld Gereformeerde Kerken in Nederland” naar voren als suggestie voor een logisch alternatief, zoals er aan hervormde zijde de Hersteld Hervormde Kerk is ontstaan. Al is er over die naam veel meer discussie en strijd geweest met de PKN dan over de naam van de VGKN.”
De belijdenisgeschriften zijn belangrijk voor de VGKN, stelt u. Waaruit blijkt dat?
„De VGKN hebben in 2010 een uitgave van de belijdenisgeschriften in gebruik genomen waarin verwijzingen naar Bijbelteksten zijn opgenomen. De vier catechesemethoden die in de VGKN in gebruik zijn, besteden aandacht aan de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels.”