Minister: Praten met boeren blijft noodzaak
Landbouwminister Carola Schouten hoopt zo snel mogelijk weer te praten met boerenorganisaties over onder meer de stikstofproblematiek. Boerenorganisaties uitten felle kritiek op de gesprekken met het departement, maar de minister benadrukt dat ze noodzakelijk zijn voor de toekomst.
Brancheorganisatie POV, die varkenshouders vertegenwoordigt, kondigde donderdag aan geen heil meer te zien in het overleg met het ministerie. De organisatie schortte de gesprekken per direct op. Ook LTO, de grootste belangenbehartiger van de boerensector, zet vraagtekens bij de productiviteit van de gesprekken. De lobbygroep wil pas weer praten na tegemoetkomingen.
LTO-directeur Hans van den Heuvel vergelijkt de gesprekken met het ministerie als „dansen met een paspop”. Die kritiek herkent Schouten niet. „De gesprekken die we voeren zijn heel open gesprekken. Om te weten wat de zorgen zijn, moet je wel met elkaar het gesprek aangaan. Ik hoop ook dat we dat kunnen blijven doen.”
De minister geeft aan dat ze tot donderdag geen signalen had ontvangen dat de gesprekken stroef verliepen. Maar LTO vindt dat politieke daadkracht ontbreekt bij de minister. Nadat het kabinet een eerste plan opzette om de stikstofimpasse te doorbreken, is er nog weinig van de uitvoering gekomen. „Wij zijn heel hard aan het werk”, zegt Schouten simpelweg. „Ik ben bezig met zaken die voor de boeren belangrijk zijn.”
De POV is het sowieso niet eens met de stikstofplannen van het kabinet. „Een integrale benadering van het milieubeleid is ver te zoeken. Wij laten ons niet bestelen”, zegt voorzitter Linda Janssen. Ze beticht het kabinet ervan een „one-issuebeleid” te voeren.
Ondertussen verzamelen boeren zich bijna wekelijks op plekken in het land om te demonstreren en hun onvrede te uiten. Op 16 oktober willen actiegroepen het Binnenhof bezetten. De angst heerst dat de uitspraak van de hoogste rechter dat de stikstofuitstoot omlaag moet, de boeren nog verder in de knel brengt. Maar de enige manier om die angst weg te nemen, is om met elkaar te blijven praten, beklemtoont Schouten.