Muziek
Walcheren zingt van de grote, stille heide

Het concept is eenvoudig: een lijst met liederen, een beamer voor de teksten en een organist die op afroep een lied kan begeleiden. Zo zingen in het zomerse Aagtekerke ruim honderd mensen eensgezind van ruwe stormen en van de grote, stille heide.

27 July 2019 10:07Gewijzigd op 16 November 2020 16:37
Zomerzang in het Zeeuwse Aagtekerke. Ruim honderd mensen kwamen zaterdag 20 juli af op de eerste van de reeks avonden die vereniging Omnis Cantare organiseert. beeld Rolf de Feijter
Zomerzang in het Zeeuwse Aagtekerke. Ruim honderd mensen kwamen zaterdag 20 juli af op de eerste van de reeks avonden die vereniging Omnis Cantare organiseert. beeld Rolf de Feijter

Het slot is ontroerend. Bejaarden, volwassenen, jongeren en kinderen staan op uit hun bank. Het orgel zet in. Uit ruim honderd monden klinkt het: ”Ik ga slapen, ik ben moe”. Zes coupletten van het kinderlied van Jan de Liefde klinken door de eeuwenoude dorpskerk van Aagtekerke.

Even daarvoor heeft Henk-Jan Minnaard, die deze zaterdagavond de leiding heeft, uitgelegd waarom ze dit als laatste zingen. Jarenlang werd elke avond van de zomerzang op Walcheren besloten met het kindergebed. Vorig jaar dacht de organisatie een keer een ander lied te kiezen. Maar dat leverde zoveel reacties op, dat besloten is dit jaar –de twaalfde editie– de traditie weer in ere te herstellen. En dus zingen jong en oud, Zeeuwen en vakantiegangers, refo en niet-refo over het „boze” dat ze hebben gedaan en vragen ze om een „nieuw hartje” dat „eerbiedig luisteren wil.”

RUM-principe

Precies vijf kwartier duurt de avond. Daarin passeren maar liefst zeventien nummers: psalmen, gezangen en vooral ook liederen van Johannes de Heer. Afkomstig van de lijst met 78 titels die ieder bij binnenkomst kreeg.

Alleen de eerste twee liederen zijn door de organisatie gekozen: ”Ere zij aan God de Vader” en Psalm 43. Verder gaat het deze avond volgens het RUM-principe, zegt Minnaard: ”Roept u maar”. Zo geeft de een ”Wat de toekomst” op, wil een ander ”Ruwe stormen”, terwijl een derde roept om ”Lichtstad met uw paarlen poorten”. „Dan hebben we die maar vast gehad”, zegt Minnaard over de laatste keus. „Dat lied komt elke keer terug.”

Voor een van de organisatoren van de avond is dit duidelijk een hoogtepunt. Uit volle borst zingt hij, staande achterin, spontaan een tweede stem: „Daar zal ik mijn Heer ontmoeten, luist’ren naar Zijn liefdestem. Daar geen rouw meer en geen tranen, in het nieuw Jeruzalem.”

Als organist Martijn Kooijman, die de zang begeleidt vanachter het eenklaviers orgel (vijf stemmen) van Van Vulpen, bij Psalm 68 vers 10 halverwege het vers een halve toon omhooggaat, krijgt hij van deze enthousiaste zanger een duimpje.

Waarom belegt vereniging Omnis Cantare, waarvan het bestuur vooral uit leden van de gereformeerde gemeente van Vlissingen bestaat, deze avonden? Voorzitter Minnaard: „We willen vakantiegangers, die we anders alleen op zondag ontmoeten, een verantwoord avondje uit bieden. Wat is er mooier dan samen tot eer van God zingen?”

Hij weet dat veel mensen deze zaterdag te vinden zijn bij een ander evenement in Aagtekerke, de jaarlijkse TrekkerTrek. Zijn zoon, die in het kerkje met collectezakken rondloopt, weet wel wat daar te vinden is: „Trekkers kijken en veel zuipen. Vooral dat laatste.”

Dat neemt niet weg dat anderen graag naar de zomerzang komen, vertelt Minnaard. „We begonnen met drie avonden in de zomer. Elke keer was de kerk tot de laatste stoel bezet. Later zijn we naar vijf avonden gegaan, afwisselend in Aagtekerke en Meliskerke, en een slotavond met een koor in Westkapelle. Daar zit dan zo’n 500 man.”

Minnaard wil de avond niet te zwaar maken. „We hadden een keer een ouderling die met gebed en Schriftlezing begon. Maar toen zeiden de mensen: Daar komen we niet voor. We willen zingen.” En dus draagt Minnaard deze avond aan het begin een kort gedicht voor –”De aanstaande verhuizing”– en heeft hij aan het eind een verhaal-met-moraal over het gebruik van mobieltje en Bijbel.

Dwalende herder

Tussen de 78 nummers staan ook liederen uit ”Kun je nog zingen, zing dan mee!”. Het Wilhelmus, ”Waar de blanke top der duinen”, ”Op de grote stille heide”. De laatste wordt gekozen. En dus zingt Aagtekerke niet van Zeeuwse duinen, maar van een dwalende herder op een Veluwse heide.

---

Omnis Cantare

Vereniging Omnis Cantare uit Vlissingen organiseert jaarlijks een aantal zang- en orgelavonden waarvan de opbrengst naar een goed doel gaat. In de zomer staat een reeks van vijf zomerzangavonden (”Zingen op Walcheren”) op de agenda, die afwisselend in de dorpskerken van Aagtekerke en Meliskerke worden gehouden, terwijl de slotavond plaatsvindt in de Moriakerk van Westkapelle. Het concept: psalmen en liederen zingen bij het orgel. Aan de slotavond werkt ook een Zeeuws mannenkoor mee. De eerste avond was op 20 juli. De volgende zomerzangmomenten zijn op 27 juli en op 7, 17 en 24 augustus. De toegang is vrij. Er wordt gecollecteerd voor de MAF en voor gastenhuis De Oase in Ouddorp.

Meer informatie: www.omnis-cantare.nl

---

serie Zingen in de Zomer

Dit is de tweede aflevering in een vierdelige serie artikelen over plaatsen waar in de zomer (bijna) wekelijks een zomerzangavond wordt georganiseerd. Over twee weken deel 3: Zingen in Dwingeloo.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer