„Net als een kerkgenootschap hebben ook dieren rituelen en specifieke gedragingen die bij een groep passen. Bij mensen bestaat dan het gevaar dat je je beter gaat voelen dan anderen. In de natuur word je voor die houding genadeloos afgestraft.” Biologe Constanze Mager noemt in ”Stoor nooit een vlooiende aap” opvallende overeenkomsten tussen dieren en mensen.
Constanze Mager, het van geboorte Oostenrijkse hoofd Educatie van Burgers’ Zoo in Arnhem, werkte eerder jarenlang in Apenheul, waar ze haar eerste boek schreef. En tevens het laatste, dacht ze. Uitgever Bruna ontdekte echter haar vlotte en grappige schrijfstijl in een landelijke krant, waarvoor ze met de nodige humor publiceerde over gedragingen van dieren en mensen in vergelijkbare situaties. Het resultaat is een bundeling van opmerkelijke parallellen tussen de mensen- en dierenwereld. Bepaalde diersoorten hebben al lang een oplossing gevonden voor problemen die mensen dagelijks hoofdpijn bezorgen.
„Mijn vertrekpunt is het dier en van daaruit kijk ik naar ons en onze gedragingen in een werksituatie. Apen gebruik ik regelmatig als voorbeeld. Daar hebben we als mens het meest mee: ook zij vertonen vergelijkbaar ingewikkeld gedrag. Maar ik heb geprobeerd ook andere dieren een plek te geven. Zeekoeien bijvoorbeeld, als ze naar warmer water trekken. Ze zoeken dan geen contact met elkaar en raken elkaar niet aan. Precies mensen in een sauna.”
Gemeenschappelijke vijand
Groepsgedrag is de samenbindende factor bij mens en dier. „In een groep ben je veilig, je zoekt samen voedsel en je bent sterk tegenover een gemeenschappelijke vijand. Dan neem je eventuele pesterijen op de koop toe. Het gezelschap mag ook weer niet te groot zijn. Je ziet dat terug in de mensenwereld, waar in grotere verbanden altijd subgroepjes ontstaan van maximaal 50-70 personen.
We hebben bij Burgers’ Zoo bijvoorbeeld zo’n 200 vrijwilligers; die hebben we gesplitst in twee teams. In het begin was het een kleine club waarin iedereen elkaar kende en belangstelling voor elkaar had. In de apenwereld heet dat ”vlooien”. Maar de club groeide en daarmee het aantal klachten: het was niet gezellig meer. Door het splitsen van de groep gaat het nu heel goed. Er is weer een sociale band met elkaar.”
Wij-gevoel
Hoe groter een organisatie, des te strakker alles georganiseerd moet worden. Belangrijk is dan ook het hebben van een gemeenschappelijk -en liefst verheven- doel, stelt de biologe. „Je ziet dat bijvoorbeeld ook bij religieuze groeperingen. Als het goed is, gaat het daarin niet om de leiding of leider, maar om een visie die men met elkaar deelt, het wij-gevoel. Dieren hebben natuurlijk geen missie, maar zij worden gedreven door hormonen en genetica.”
Dat groepsgevoel kan aan de andere kant ook voor uitsluiting zorgen. Gedrag is daarop van invloed, maar in het dierenrijk bijvoorbeeld ook het gebrek aan voldoende voedsel. „Bij de ringstaartmaki’s gaan dan de mannetjes eruit. Bij hen zijn vrouwtjes echte krengen en de absolute leiders. Mannetjes zijn meegaand. Het verwijderen uit de groep begint met psychologie: ze worden niet meer gevlooid. Daarna begint het pesten en uiteindelijk worden ze er hardhandig uitgewerkt. In de mensenwereld zie je vergelijkbare gedragingen.”
Zilverrug
Familiebedrijven zouden volgens Constanze het voorbeeld van gorilla’s moeten volgen. De oude leider, de zilverrug, schuift zijn eigen zoon als opvolger naar voren. Die kent de groep al zijn hele leven. Zelf doet hij dan op hoge leeftijd een stapje terug, maar hij blijft de nummer 2 en krijgt nog steeds respect. „Zo zou het bij bedrijven ook moeten gaan. Dan blijft de kennis van ervaren leiders binnen de organisatie.”
Hoe zit dat dan bij familiebedrijf Burgers’ Zoo? De biologe lacht. „Directeur-eigenaar Alex van Hooff is een combinatie van een gorilla en chimpansee. Hij zet de grote lijnen uit, heeft een toekomstvisie die door het personeel gedeeld wordt. Dat is onze verbindende factor. Maar af en toe komt hij ook met impulsieve ideeën, dan moeten we met z’n allen snel schakelen.”
Mede n.a.v. ”Stoor nooit een vlooiende aap”, door Constanze Mager; uitg. Bruna Uitgevers, 1e druk, 2018; ISBN 9789400510586; 384 blz.; € 20,99.