Favour bouwt nieuw bestaan op na jaren prostitutie
Op 7-jarige leeftijd wordt ze in Nigeria als slaaf tewerkgesteld. Na jarenlang geregeld te zijn misbruikt, belandt ze in Europa in de prostitutie. Met hulp van christenen stapt ze uiteindelijk uit die harde wereld. Nu biedt Favour hoop aan Afrikaanse prostituees in Antwerpen.
In de donkerste periode van haar leven verkoopt Favour (46) haar lichaam aan zeven tot tien mannen per dag. Als ze niet genoeg geld verdient, wordt ze door haar pooier mishandeld. „Ik leefde in eenzaamheid en onder een constante dreiging”, vertelt ze onder tranen. Intussen moest ze ook familie in Afrika financieel steunen. „Het maakte niet uit wat ik deed, als ik maar geld stuurde.”
Favour vertelt haar verhaal in de Koffieklap in Antwerpen. De sfeervolle koffie- annex lunchroom is een werkervaringsproject van de christelijke organisatie Cherut, die hulp biedt aan meisjes en vrouwen in de prostitutie. Favour zet zich in voor het team Hart voor Afrika. Vanuit haar ervaring heeft ze gemakkelijk toegang tot Afrikaanse vrouwen die in de Belgische stad in de raamprostitutie werken.
Mensenhandelaar
In Nigeria groeit Favour op in een arm gezin. De eerste jaren van haar leven gaat ze op zondag met haar moeder naar de kerk. Haar vader houdt zich als voodoopriester bezig met duistere rituelen. Meer dan eens is hij dronken en gewelddadig. Hij overlijdt als Favour 13 jaar is.
Ze woont dan allang niet meer thuis. Vanaf haar zevende laten haar ouders haar als slaaf werken bij diverse families. In de loop der jaren wordt ze geregeld door mannen misbruikt. Op haar achttiende loopt ze weg van haar werkadres en vindt onderdak bij een halfbroer van haar moeder. Ze denkt dat ze bij hem veilig is, maar hij wordt haar mensenhandelaar.
Gedwongen ondergaat Favour een voodooritueel, waarbij bloed en nagels van haar worden afgenomen. Hiermee moet ze beloven haar pooier nooit te zullen aangeven. In 1996 wordt ze naar Europa gebracht met de opdracht 35.000 euro voor hem te verdienen. De eerste maanden staat ze achter een raam in Den Haag, daarna komt ze in Antwerpen in de prostitutie terecht.
In de Belgische stad kloppen evangeliserende christenen bij Favour op het raam. Ze wil geen contact met hen. „Ze vertelden dat Jezus van ons houdt en dat er een andere weg is dan die van prostitutie. Geloof speelde geen rol in mijn leven. Ik was gefrustreerd en boos op alles en iedereen en wilde er niet van horen. Maar deze mensen bleven komen. Ze gaven me een kaartje met het adres van een kerk, maar ik kon niet lezen omdat ik nooit naar school was geweest.”
Op een dag, nadat Favour de christelijke bezoekers de deur heeft gewezen, ziet ze hen bij een andere vrouw naar binnen gaan. Het verbaast haar dat ze er lang blijven. „Ik ging kijken en zag dat ze in een kring aan het bidden waren. Ze hielden elkaars handen vast. Mijn vriendin huilde. Een van de vrouwen zag mij en vroeg of ik erbij wilde komen. Ik gaf haar een hand. Na het gebed liep ik meteen weg.”
Razzia
In de periode die volgt, wordt Favour opnieuw uitgenodigd voor een kerkdienst. Ze geeft eerlijk toe dat ze het adres op het kaartje niet kan lezen. „Een van de vrouwen zei: „Dan halen we je zondag op.”” Zo komt ze voor het eerst in een evangelische gemeente in Antwerpen terecht. „Het was wel lastig voor mij, want zondag was de dag waarop ik het meest verdiende. Toch ging ik voortaan vaker naar de kerk.”
In 1999 wordt Favour tijdens een „razzia” in het prostitutiegebied meegenomen door de politie omdat ze geen geldige verblijfsdocumenten heeft. Ruim zes uur zit ze op het bureau. Er worden vingerafdrukken genomen en er heeft een gehoor plaats. Wanneer ze alleen in een cel zit, besluit ze dat ze een ander leven wil. „Ik bad of Jezus in mijn hart wilde komen.”
Om halfzes staat ze op straat met de mededeling dat ze het land binnen vijf dagen moet verlaten. Als ze net buiten is, ziet ze de predikant van de gemeente die ze heeft bezocht. „Ik vroeg: „Wist u dat ik vrijkwam?” Hij zei: „Nee, maar God wist het.” Iemand van de kerk had die ochtend gezien dat de politie me had meegenomen en mensen van de gemeente hadden de hele dag voor me gebeden. Ik begreep niets van hun liefde voor mij, terwijl ik hen zo vaak had afgewezen. Zij gaven niet op.”
Kort daarna besluit Favour de prostitutie achter zich te laten. „God gaf me kracht om te stoppen. Op een dag was ik ineens m’n spullen aan het inpakken. Ik ben naar bed gegaan en heb een hele dag en nacht geslapen. Toen ik wakker werd, belde ik de vrouw van de pastor en zei: „Ik ben gestopt, maar ik heb geen idee hoe het verder moet, want ik heb geen inkomsten meer.””
Omdat ze de huur niet meer kan betalen, dreigt haar huisbaas Favour op straat te zetten. De predikant en zijn vrouw bieden haar een plek in hun huis aan. Ze levert haar telefoon bij hen in, zodat familie in Afrika haar niet meer kan bellen om te vragen wanneer ze weer geld stuurt. Ook is ze onbereikbaar voor haar pooier. „Ik had inmiddels 35.000 euro voor hem verdiend, maar was ook daarna nog steeds in zijn macht.”
Bijbel
Favour wil meer van de Bijbel weten, maar kan die niet lezen. „Als ik naar bed ging, legde ik de Bijbel onder mijn kussen. Ik bad of God Zijn Woord in mijn hoofd wilde brengen. Elke nacht hoorde ik in een droom een woord van God dat uit de Bijbel kwam. Zo leerde Hij mij op een bijzondere manier wat erin staat.”
Het doet haar pijn dat ze een Bijbeltekst op de muur van de kerk niet kan lezen. „Op een dag hoorde ik, terwijl ik niemand zag, een stem die zei: „Favour, neem een Bijbel.” Ik sloeg een Bijbel open en mijn oog viel op Jesaja 42 vanaf vers 6. Ik kon het niet verklaren, maar ik kon opeens lezen wat daar staat.” De woorden raken haar: „Ik, de Heere, heb u geroepen in gerechtigheid, en Ik zal u bij uw hand grijpen; en Ik zal u behoeden…” „Het bleek de tekst te zijn die ook op de muur van de kerk stond.”
In de tijd die volgt, bouwt Favour stap voor stap een nieuw bestaan op. Ze gaat naar school, leert lezen en schrijven en vindt een baan als „poetsvrouw.” Voor het verwerken van jarenlange traumatische ervaringen zoekt ze geen professionele hulp. „God heeft me psychisch volledig genezen. Wel zijn er lichamelijke littekens gebleven.”
Na twee jaar zoekt ze weer contact met familie in Afrika. „Toen was ik er sterk genoeg voor. Ik vertelde mijn moeder dat ik gestopt was met prostitutie en bij mensen van de kerk woonde. Ze werd heel boos. Elke dag ga ik op mijn knieën om te bidden voor mijn familie.”
Getrouwd
Twaalf jaar nadat ze uit de prostitutie is gestapt, trouwt Favour. „Ik ben een tijd alleen gebleven. Door mijn ervaringen met misbruik was ik heel wantrouwend tegenover mannen. Wel bad ik af en toe of ik de juiste persoon mocht vinden. Tijdens een christelijk concert zag ik een man van wie ik meteen wist: hij is het. Ik ben nu bijna negen jaar met deze Belg getrouwd.”
Sinds enkele jaren heeft Favour een baan als kinderverzorgende. Intussen volgt ze een opleiding voor kraamzorg. Ook zet ze zich in als ervaringsdeskundige voor de organisatie Cherut, die tien jaar geleden werd opgericht. Sinds een jaar is ze betrokken bij het team Hart voor Afrika. „Veel jonge Afrikaanse vrouwen zijn via mensenhandelaren in Antwerpen in de prostitutie terechtgekomen. Elke week gaan we de straat op en proberen we hen te spreken. We komen niet om de vrouwen te veroordelen, maar willen hen leren kennen, een relatie opbouwen, vriendschap tonen. Het kost tijd om vertrouwen te winnen.”
Als ervaringsdeskundige begrijpt Favour de „angst en pijn” van de vrouwen. „De Afrikaanse cultuur is sterk familiegericht. Het is mooi om voor je familie te willen zorgen, maar niet als je daarvoor je lichaam moet verkopen. Ik laat hun zien dat er een uitweg is, dat ze een beslissing kunnen nemen om een andere richting in te slaan. Vanuit Cherut kunnen we hen daarbij helpen.”
Meer dan eens ziet Favour dat vrouwen die hebben gebroken met de prostitutie opbloeien. Geëmotioneerd: „God werkt in de levens van mensen. Als er geen christenen waren geweest die mij met veel liefde hadden opgezocht, had ik nu misschien nog in duisternis gezeten. Nu wil ik zelf graag aan vrouwen in de prostitutie laten merken dat God van hen houdt.”
Favour heet in werkelijkheid anders. Dit is het eerste deel van een tweeluik over hulp aan vrouwen in de prostitutie in Antwerpen.
Raamprostitutie in Antwerpen
Het Schipperskwartier in Antwerpen heeft diverse prostitutiestraten. In 2017 werden daar 1513 personen geregistreerd die in de raamprostitutie werken, een lichte stijging ten opzichte van 2016 (1499). Dat vermeldt het jaarrapport van het prostitutieteam van de politie Antwerpen dat in mei 2018 verscheen. Het team identificeerde in 2017 39 potentiële slachtoffers van mensenhandel, bijna het dubbele van 2016 (21). Bij de criminaliteitscijfers over de prostitutiebuurt noteerde de politie in 2017 onder meer 100 keer drugsbezit, 17 keer drugshandel, 131 keer opzettelijke slagen en verwondingen en 47 keer diefstal met geweld (in 2016: 79 keer). De cijfers over 2018 zijn nog niet openbaar gemaakt. Volgens een woordvoerder van de politie Antwerpen zijn er geen belangrijke wijzigingen ten opzichte van het jaar ervoor.
De organisatie Cherut is in het Antwerpse Schipperskwartier actief met onder meer hulpverlening aan vrouwen die de wereld van prostitutie of een situatie van uitbuiting willen verlaten.