Korps Mariniers loopt verder leeg
Defensie stelt de verhuizing van marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen uit. Alweer. Voor de vierde keer nu. De leegloop van het Korps Mariniers neemt verder toe.
Het Korps Mariniers (pakweg 2300 man), onderdeel van de Koninklijke Marine, kampt met een „uitzonderlijk” hoge uitstroom, schrijft staatssecretaris Barbara Visser (Defensie) donderdag aan de Tweede Kamer. De hoogste in negen jaar tijd. In 2010 hielden 42 mariniers het voor gezien bij de krijgsmacht, vorig jaar verlieten 182 manschappen het korps. In de eerste zes maanden van dit jaar zijn 93 vechtjassen vertrokken.
„De situatie wordt steeds nijpender”, reageert woordvoerder Mark Brouwer van het Korps Mariniers. „De situatie was al zorgelijk, maar de problemen nemen verder toe. De uitstroom is nog nooit zo hoog geweest.”
Groot probleem voor het Korps Mariniers is het vertrek van officieren en onderofficieren, waarmee veel ervaring verloren gaat. Uitstroom van manschappen na vier jaar opleiding is volgens Brouwer niet leuk, maar het vertrek van kaderleden met vijftien jaar ervaring is veel vervelender. „Sergeanten en korporaals maken we niet zomaar aan.”
Brouwer benadrukt dat het Korps Mariniers, ondanks de jarenlange, hardnekkige leegloop, nog gewoon bestaat. „We kunnen nog voldoen aan onze nationale en internationale verplichtingen.” De uitstroom heeft wel gevolgen voor de gevechtskracht van het korps, opererend op de grens van land en water. Het vorig jaar buiten dienst gestelde squadron van 100 man blijft op non-actief staan.
Verkassen vechtjassen
Een heet hangijzer voor vertrekkende mariniers is de voorgenomen verhuizing van de marinierskazerne van Doorn naar Vlissingen. De politiek heeft in 2012 besloten de zeesoldaten over te plaatsen naar een nieuwe kazerne in Vlissingen. Naarmate de verhuizing dichterbij leek te komen, zegden steeds meer militairen hun baan op.
Staatssecretaris Visser heeft nu besloten dat de opdracht om in Vlissingen verder te bouwen niet meer deze maand wordt gegeven, maar uit te stellen uiterlijk op 1 juli 2020. Het is inmiddels de vierde keer dat Defensie de gunning en de bouw uitstelt. Daardoor zal de kazerne niet eerder dan 2024 z’n deuren openen. Als deze ooit al opengaan. GroenLinks, PVV en Forum, maar ook coalitiepartij D66 bijvoorbeeld zijn kritisch over het verkassen van de vechtjassen.
Niet alleen de verhuizing, maar ook de trage besluitvorming ligt veel mariniers zwaar op de maag. Het doorhakken van de knoop duurt „erg lang”, stelt Brouwer. „Voor alle partijen. Voor de mariniers, voor Utrechtse Heuvelrug, voor Vlissingen, voor Zeeland, voor de bouwers.” De mariniers willen zich gehoord voelen, terwijl het proces niet zomaar gestoord kan worden. Ook daarom neemt de besluitvorming zoveel tijd in beslag.
De verhuizing is volgens de woordvoerder vrijwel nooit de enige reden voor een marinier om te vertrekken. Het is doorgaans een optelsom van het uitblijven van een nieuwe cao, de trage besluitvorming en de aantrekkende economie. Mariniers kunnen daardoor in het bedrijfsleven soms het dubbele verdienen.
Niet onomkeerbaar
Staatssecretaris Visser zegt nog te laten uitzoeken of er een direct verband is tussen de leegloop en de naderende verhuizing. Ze wil op dit moment geen onomkeerbare stappen zetten. Eind vorig jaar zei ze in een debat in de Tweede Kamer dat stoppen met het verhuisproject 37,5 miljoen euro zou kosten. De grond in Zeeland is al aangekocht en bouwrijp gemaakt. Doorn is echter „een gepasseerd station”, verklaarde Visser destijds.
De staatssecretaris moet eerst aan de slag om de oorlog over een nieuwe cao voor defensiepersoneel te winnen. Daarna is het hoofdpijndossier ”Vlissingen” weer aan de beurt. Wordt vervolgd.