Nederlandse gemeenten hebben ruim 20 miljoen euro gekregen voor de aanpak van radicalisering terwijl ze niet goed weten of hun programma’s wel werken. Er zijn zelfs aanwijzingen dat projecten averechts kunnen uitpakken. Dat blijkt uit onderzoek dat het AD en het Radio 1-programma Argos boven water hebben gehaald.
De afgelopen drie jaar kregen twintig gemeenten en regio’s samen zo’n 20 miljoen euro aan zogenoemde versterkingsgelden voor het tegengaan van radicalisering. Hiervan zijn informatienetwerken opgezet en sleutelfiguren in de (moslim)gemeenschap gezocht. Honderden gemeenteambtenaren en sociaal werkers gingen op cursus om radicalisering te kunnen herkennen en signaleren.
Accountantsbureau PwC deed onderzoek naar het effect. Uit een vertrouwelijk rapport dat het bureau hierover opstelde, blijkt dat gemeenten geen idee hebben of hun aanpak werkt.
Na een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur kregen het AD en Argos het rapport uit handen van de NCTV (de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid), die het geld verdeelt. Het bureau dat de cursussen voor ambtenaren geeft, erkent dat „er te weinig onafhankelijk reflectieonderzoek heeft plaatsgevonden door derden.”
Toen de Nederlandse bestuurders in 2016 werden overvallen door een uitstroom van geradicaliseerde jongeren, die zich aansloten bij de jihad in Syrië en Irak, kwam het miljoenenbudget beschikbaar. Meerdere gemeenten gebruikten het NCTV-geld om scholieren een toneelstuk te laten bezoeken waarin drie jihadisten naar Syrië gaan, maar gedesillusioneerd raken. Gemeenten waren enthousiast, maar uit onderzoek voor- en achteraf blijkt dat „sommige scholieren zich te goed konden inleven en de keuze van de hoofdpersonen om te gaan strijden bewonderden.”
Evaluatie
„Er is inderdaad meer behoefte aan meer inzicht in het effect van interventies”, stelt de NCTV. De dienst ontwikkelt momenteel een methode om gemeenten daarbij te helpen. „Verplicht evalueren wordt een voorwaarde voor het ontvangen van geld.”