Vier verrassingen bij Europese verkiezingen
Ze gelden aan het Binnenhof als verkiezingen van slechts tweede of derde garnituur. Van de forse winst van de PvdA begint de coalitie echt niet te sidderen. Dat alles neemt niet weg dat de (voorlopige) verkiezingsuitslag van donderdag wel vier verrassingen bevat.
1. Wonderwinst PvdA
Dat de PvdA, die de laatste jaren zulke electorale klappen kreeg, nu met vijf EP-zetels de grootste werd, is dé verrassing van deze verkiezing. In Brussel werd de partij van Asscher voor het laatst de omvangrijkste in... 1984.
Voeg daar nog bij de breed levende euroscepsis bij veel burgers. Had die zich niet gemakkelijk juist tegen de PvdA-lijsttrekker kunnen keren, de vaak als eurofiel getypeerde Brusselse technocraat en veelverdiener Frans Timmermans?
Het omgekeerde gebeurde. Timmermans, voor zijn vertrek in 2014 naar Brussel al de populairste Nederlandse minister, werkte donderdag als Spitzenkandidat voor het voorzitterschap van de Europese Commissie blijkbaar als een magneet op tal van progressieve kiezers. In elk geval was híj veruit de bekendste lijsttrekker. Want welke kiezer veert er op bij de naam Arnout Hoekstra (SP)?
2. Tegenvallend FVD
Tegen de score van Forum: drie zetels, kan verschillend worden aangekeken. Wie verwachtte dat deze partij, net als bij de PS-verkiezingen van maart, opnieuw de grootste zou worden, kwam bedrogen uit. Tegenvallend is het resultaat ook als bedacht wordt dat het titanengevecht tussen Rutte en Baudet, woensdagavond in De Rode Hoed, FVD zomaar de wind in de zeilen had kunnen geven. Wat niet gebeurde: Forum moest PvdA, VVD en CDA voor laten gaan. Mogelijk is het interne gedoe rond bestuurslid Otten de partij opgebroken.
Wie zich dan bovendien realiseert dat de PVV drie zetels verliest, ziet in het rechts-populistische kamp weinig triomfen.
Toch is ook een andere waardering mogelijk. FVD kwam wél, vanuit het niets, op drie zetels, waarmee zij haar electorale potentie herbevestigt.
3. Pijn bij progressieven
Opmerkelijk waren zeker ook de harde klappen die enkele progressieve partijen moesten incasseren. Zoals de SP, die vorig jaar –mede om electorale motieven– partijleider Roemer inwisselde voor Marijnissen. Het heeft niet gebaat; de SP viel terug naar één EP-zetel. En dit is, sinds het aantreden van Marijnissen, al de tweede grote nederlaag. Even teleurgesteld was de nieuwe D66-leider Jetten, die na een uitermate pro-Europese campagne zijn zetelaantal in Europa gehalveerd zag. Ligt dat aan de persoon Jetten (of aan lijsttrekker In ‘t Veld), of speelt hier gewoon weer de oude wetmatigheid van jojopartij D66: in de oppositie groeien, in de coalitie dalen?
4. Stijgende opkomst
Opvallend was tenslotte het opkomstpercentage: 41,2 procent. Als dit maandag blijkt te kloppen, is dit het hoogste (bij EP-verkiezingen) in dertig jaar. Zou het tweegevecht Rutte-Baudet dan wellicht, in plaats van voor een lauwerkrans voor VVD of FVD, vooral gezorgd hebben voor een hogere opkomst in het algemeen?
Zie ook pagina 4