Kerk & religie

Waarin een autistische ambtsdrager uitblinkt

Het kerkenwerk kan een autistische ambtsdrager zwaar vallen, zeker als zich conflicten voordoen. Prof. dr. Bram de Muynck heeft wel een idee over hoe deze zich in dat „potentiële wespennest” het beste teweer kan stellen.

15 May 2019 16:16Gewijzigd op 16 November 2020 16:01
Prof. dr. Bram de Muynck is woensdagavond een van de sprekers tijdens een conferentie over autisme bij ambtsdragers. beeld Cees van der Wal
Prof. dr. Bram de Muynck is woensdagavond een van de sprekers tijdens een conferentie over autisme bij ambtsdragers. beeld Cees van der Wal

De meeste predikanten met autisme hebben asperger, het hoogbegaafdheidsautisme, zegt prof. De Muynck, bijzonder hoogleraar christelijke pedagogiek aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), aan het begin van het gesprek. Soms ligt het er dik bovenop. „Ik kan ze aanwijzen.” Lachend vervolgt hij: „Je moet een predikant niet willen diagnosticeren als gewoon gemeentelid en ook niet als psycholoog. Maar goed, soms voorkom je dat niet helemaal.”

Waaraan merkt u in de eredienst dat een predikant autistische trekken heeft?

„Aan zijn logica, soms ook aan het teveel aan logica, waardoor de boodschap heel treffend verpakt is, óf net gemist wordt. Intellect kan een kwaliteit zijn. De keerzijde, niet te veronachtzamen, is dat iemand met autisme onbedoeld conflicten kan veroorzaken of halsstarrig kan zijn.”

Hoe komt een pedagoog bij het onderwerp ”Autisme bij ambtsdragers” terecht?

„Ik heb een zoon met een vorm van autisme. Daarnaast kwam ik als orthopedagoog in aanraking met autistische kinderen en hun ouders. Wat mijn belangstelling heeft, is hoe geloof en professie op elkaar inwerken en ook hoe bijvoorbeeld ADHD of autisme invloed heeft op zowel je geloof als hoe je in je beroep staat. Voor de praktische theologie hier aan de TUA is het een relevant thema. Deze problematiek is in de praktijk van het kerkelijk leven aan de orde.”

Praten we hier over een groot probleem, of moeten we niet in zulke termen over autisme spreken?

„Mijn lezing woensdagavond begint met de vraag: Bestaat autisme wel? Ik wil benadrukken dat je in de kerk niet in de eerste plaats een diagnose als uitgangspunt neemt, maar iemands gave. Iedereen heeft gaven, zonder uitzondering. Er is niemand zo gehandicapt of hij heeft een gave. Dat geldt dus ook voor mensen die op het lijstje staan om ambtsdrager te worden. Zij hebben een bepaalde begaafdheid. Die begaafdheid komt bij mensen die we nu autist noemen op unieke wijze tot zijn recht. Je moet je dus afvragen: Hebben zij specifieke talenten die meer opvallen dan bij mensen die geen autisme hebben? Dat zijn er op zijn minst een paar.”

Dat is een positieve insteek.

„Dat is ook Bijbels. Als het over ambtsdragers gaat, noemt Paulus wel wat onderscheidende criteria, maar dat zijn morele criteria. Of iemand niet dronken is, zijn vrouw niet slaat, of iemand een goed leven leidt. Dat zijn geen psychische beperkingen.”

Welke sterke kanten heeft een autist doorgaans?

„Consequent redeneren. Als je A zegt, moet je A doen, je aan je afspraken houden. Dat is ook heel normaal, maar deze mensen zijn er gevoelig voor. Die gave is in de kerkenraad belangrijk. Soms moet je elkaar corrigeren. Doen we wat we ons hebben voorgenomen?

Iets anders is dat autisten goed kunnen onderscheiden wat wel en niet belangrijk is. Nog een sterke kant is de gevoeligheid voor disharmonie en stress. Als er onderhuids iets zit, zal een autist dat ongenoegen snel signaleren. Dat is niet onbelangrijk. Het Nieuwe Testament roept op tijdig iets te doen aan conflicten bij de leiding van de gemeente.”

Er gaan ongetwijfeld ook dingen mis in het functioneren van autistische ambtsdragers.

„Juist daarom wil ik er op Bijbelse wijze over spreken. Niet elkaar diagnosticeren als mensen met een gebrek –iedereen heeft immers gebreken– maar elkaar compenseren. Draagt elkanders lasten. Het lijden van die ander is ook een stukje van jouw lijden. Als iemand onhandig opereert tijdens een vergadering moet je niet redeneren: Daar heb je hem weer. In een gemeenschap kom je samen verder. Je dient niet als individu het lichaam van Christus, maar als collectief. De kracht van het protestantisme is dat groepen de dienst uitmaken. Volgens mij is dat ook bepalend voor het omgaan met deze problematiek, voor hoe je elkaar benadert. Een kerkenraad heeft als opdracht om samen in liefde te zoeken naar wegen om de gemeente te dienen.”

Hoe zou dat eruit kunnen zien?

„Iemand met autisme begrijpt vooral datgene wat expliciet wordt uitgesproken. Als iets niet duidelijk is, komt het vaak voor dat hij vasthoudend probeert iets toch te begrijpen en daardoor te lang doorgaat. Een huisbezoek kan dan heel lang duren. Het komt ook voor dat iemand per se zijn hele verhaal af wil maken. Dat heeft te maken met het vat willen houden op het geheel: als het verhaal niet compleet is, klopt er iets niet. In het pastoraat is zoiets natuurlijk lastig. Samen op pad gaan, zodat je een collega-ambtsdrager kunt helpen in het gesprek, is dan goed. Als je de ander tijdens een huisbezoek stopt, omdat het al vijf voor tien is, moet je na afloop wel even uitleggen waarom je dat deed. Iets anders is het geven van emotionele steun. Je dient de ander te laten merken dat je hem begrijpt. Probeer tijdens een huisbezoek op een bevestigende manier samen te vatten. Dat geldt ook voor een kerkenraadsvergadering. Als iemand doordraaft, of net de verkeerde dingen zegt, heb je misschien de neiging om iemand af te kappen omdat je irritatie voelt, terwijl het juist je taak is om die persoon te begrijpen zodat hij zich erkend weet. Dat is lijden met een lange ij. Medelijden. Dat je jezelf corrigeert, jezelf in toom houdt terwille van die ander. Dat is wat Christus van ons vraagt. We zijn geen kerkenraadslid omdat het zo leuk is of omdat het een erebaantje is, maar om te dienen. Dat doe je in de geest van Christus.”

Vooral de naasten van een autist hebben een opdracht?

„Dat denk ik wel. Je draagt de dingen van elkaar die je niet kunt veranderen. Overigens is het niet zo dat een autist niets kan leren. Iedereen is op een bepaalde manier ontwikkelbaar. In dit opzicht is modelgedrag heel belangrijk. Je moet elkaar het goede voorbeeld geven. In wellevendheid, voorkomendheid, vriendelijkheid, geduld. Deugdzaamheid is iets wat je moet oefenen, niet iets wat met je karakter te maken heeft.”

Iemand met autisme kan een spanningsveld ervaren als er een roeping tot het ambt komt, stelt u. Wat bedoelt u daarmee?

„Een roeping is dat iemand op dit moment de goede persoon is om een bepaalde taak te verrichten. Er spelen dus drie dingen mee. Misschien moet je bij autisten de roeping specificeren. Wat is nou precies de gave die hij heeft en welke dingen zou hij juist niet moeten doen?”

De verwachting is vaak dat ambtsdragers allround zijn.

„Precies. Het begrip roeping –wat betekent dat de persoon, het moment en de taak samenkomen– helpt om te selecteren. Wat doe je wel en wat niet? Neem het criterium ”op dit moment”. Het kerkelijk bedrijf hangt aan elkaar van de incidenten. Het is een potentieel wespennest. Dat is op zich al een probleem, want een autist kan niet goed omgaan met onverwachtse dingen. Je moet dus zorgen dat iemand dingen doet op het juiste moment. Een huisbezoek kun je van tevoren regelen, op bezoek gaan bij een sterfgeval of ruzie niet. Moet deze persoon dat dan wel doen? Dat is ook een kwestie van teamwork. De predikant of voorzitter heeft als taak om te onderscheiden wie wat het beste kan doen.”

Daarvoor is leiderschap nodig.

„Leiderschap is sowieso heel belangrijk in de kerk. En denken vanuit het collectief. Als jij dit niet kunt, moet ik het doen. Dat is in deze tijd best een aangevochten zaak. Mensen wordt geleerd hun grenzen aan te geven en hun eigen verantwoordelijkheid te nemen. Dat moet ook. Maar samen sta je sterker.”

Wat kan een ambtsdrager zelf doen om zo min mogelijk last te hebben van zijn autisme?

„Vechten tegen wat je hebt, is een slechte strategie. Ik zou zeggen: erken dat je gaven en beperkingen hebt en bepaal je grenzen van wat je wel en niet moet doen. Wees realistisch ten opzichte van wat je moeilijk vindt en deel je moeite met andere ambtsdragers. Blijf er vooral niet alleen mee rondlopen.”

Lijden aan gekuch tijdens de kerkdienst

”Als leiden en lijden elkaar raken” is de ondertitel van de ambtsdragersconferentie over autisme, georganiseerd door het platform Autisme in de kerk. Degenen die misschien het meest lijden, zijn de mensen die niet de diagnose autisme, maar wel het autistische profiel hebben, denkt prof. De Muynck. Zij missen de woorden om zichzelf te begrijpen. Iemand met autisme lijdt ook aan stress en disharmonie. „Dingen die anderen pakken, pak jij net niet. Dat geeft onzekerheid en angst. Verlies ik de grip niet? De menselijke psyche zit zo in elkaar dat we altijd proberen de controle over ons bestaan te houden. Voor iemand met autisme is dat sowieso al moeilijker. Ik denk dat angst voor controleverlies en daadwerkelijk controleverlies de kern van het lijden vormen.”

Een autist kan ook lijden aan wat de bijzonder hoogleraar „secundaire dingen” noemt. Gekuch tijdens de dienst, een organist die te snel of te langzaam speelt, of te veel registers opentrekt.

Conferentie over autisme

De conferentie ”Autisme bij ambtsdragers: als leiden en lijden elkaar raken” heeft plaats op woensdag 15 mei in het gebouw van Driestar Educatief in Gouda. Organisator is het platform Autisme in de kerk, een initiatief van Helpende Handen, Dit Koningskind, Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg) en Op weg met de ander.

Tijdens de avond zal prof. dr. H. Schaap-Jonker spreken over de invloed van autisme op geloof en geloofsbeleving.

Prof. dr. A. de Muynck gaat in op het spanningsveld dat ambtsdragers met autisme kunnen ervaren als zij zich geroepen weten tot het ambt, en de omgang met autisme binnen de kerkenraad. Bram de Muynck (Borssele, 1961) studeerde pedagogiek aan de VU Amsterdam en werkte als orthopedagoog, gz-psycholoog en klinisch psycholoog.

In 2008 promoveerde hij op de dissertatie ”Een goddelijk beroep. Spiritualiteit in de beroepspraktijk van leraren in het orthodox-protestantse basisonderwijs”. Sinds 2003 is hij als lector verbonden aan Driestar hogeschool en sinds 2016 bezet hij als bijzonder hoogleraar de Driestar-leerstoel christelijke pedagogiek, gevestigd aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer