Speuren naar sporen van Engelbrecht in Straatsburg
Anton Engelbrecht (1487-1556) ging de geschiedenisboeken in als de tegenstander van de Straatsburgse reformator Martin Bucer. Drs. C. H. W. van den Berg: „Meer wisten we eigenlijk niet. Hij is aan de speurneuzen ontsnapt.”
Dat was dan ook de reden voor kerkhistoricus Van den Berg (74) –die in de jaren zeventig docent kerkgeschiedenis was aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam en tot 2010 gereformeerd predikant in de Protestantse Kerk in Nederland– om een speurtocht naar sporen van Engelbrecht te starten. Dat zoekwerk duurde ruim veertig jaar. „Kort na mijn eerste archiefreis door Frankrijk, Duitsland en Zwitserland, ik meen in 1980, bleek in Bazel een schat aan informatie te zijn vlak bij een plek waar ik tijdens mijn reis nietsvermoedend geweest was: de Hieronymusuitgave van Erasmus uit 1516, afkomstig uit de bibliotheek van Engelbrecht, waarin hij aantekeningen had geplaatst. Die waren heel belangrijk voor de biografie.”
Het eindresultaat van de zoektocht ligt er: een Duitstalig proefschrift, dat bij uitgeverij Vandenhoeck & Ruprecht in Göttingen verschijnt. De dissertatie is dinsdag verdedigd aan de Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA). Het tweeluik begint met een biografie. Het tweede deel bevat Engelbrechts pleidooi voor geloofsvrijheid, dat hij hield op de synode van 1533 in Straatsburg.
Wie was Anton Engelbrecht?
„Engelbrecht was afkomstig uit een aanzienlijke familie. Na zijn promotie in Bazel werd hij in 1520 wijbisschop in het bisdom Spiers. Hij bewonderde de humanist Erasmus, die hij tijdens zijn studie ontmoette, maar ook de reformator Luther. Dat laatste zorgde ervoor dat hij moest uitwijken naar Straatsburg. Die stad was overgegaan tot de Reformatie. Daar werd hij predikant. Na zijn vertrek uit Straatsburg keerde hij terug in wat wij nu de Rooms-Katholieke Kerk noemen.”
Wat gebeurde er in Straatsburg op de synode van 1533?
„De spanning tussen Engelbrecht en Martin Bucer, de reformator van Straatsburg, liep steeds hoger op. De overheid wilde dwingende maatregelen invoeren op het gebied van geloof en leven. Engelbrecht probeerde de synode ervan te overtuigen dat het nodig was om een mate van geloofsvrijheid mogelijk te maken. Dat lukte hem niet. Uiteindelijk kreeg noch Engelbrecht noch Bucer zijn zin; er waren alleen verliezers.”
Engelbrechts bijdrage krijgt veel aandacht in uw onderzoek.
„Engelbrecht was met zijn pleidooi voor geloofsvrijheid een voorloper in Europa. Iemand als de Franse humanist en theoloog Sebastian Castellio pleitte pas twintig jaar later voor tolerantie. Al is dat een lastig begrip en is niet helemaal duidelijk hoe Engelbrecht dat zou definiëren. In de praktijk kwam het erop neer dat tolerantie betekent dat je verdraagt waarmee je het zelf niet eens bent.”
Hoe actueel is het thema ”geloofsvrijheid”?
„Toen ik ruim 45 jaar geleden aan mijn onderzoek begon, zou ik gezegd hebben dat het er niet zo toe deed. Maar in onze huidige wereld zien we een onverdraagzaamheid opkomen in de vorm van geweld, dwang en geboden. Het is niet meer vanzelfsprekend om in vrijheid te geloven en te denken. Denk aan bloedige aanslagen, het toenemend aantal gevallen van antisemitisme en de haat en woede in de media. Op internet schelden mensen elkaar de huid vol en vermoorden zij elkaar op papier. Dat zijn toestanden die we lange tijd niet voor mogelijk hielden, maar wel werkelijkheid zijn.”
Nederland is niet tolerant meer?
„Nee, de tolerantie is behoorlijk zoek in onze samenleving. Tolerantie hangt ook samen met transparantie. Je moet namelijk weten wat je kunt duiden als toelaatbaar en wat niet. Daar gaat het mis, omdat de media bepaalde standpunten en gegevens bewust achterwege laten of verdraaien.”
U bent vorige week in Flevoland beëdigd als Statenlid voor Forum voor Democratie (FVD). Welke boodschap heeft het gedachtegoed van Engelbrecht volgens u voor de politiek?
„Engelbrecht liet zien dat je tolerantie altijd op de agenda moet zetten. Anders krijg je een intolerantie van de toleranten – dat moet je begrenzen. Oftewel: voorkom dat er een dictatuur komt. Aan de andere kant moet je onverschilligheid tegengaan. Als je iets verdraagt waar je het niet mee eens bent, moet je weten wat je toelaat.”