„Het wringt bij de refoscholen als het gaat om de verre buitenlandse reizen”
Maken groene beloften schuld? De duurzame resultaten van de refoscholen vragen om een reactie. Wat zijn positieve punten en waar liggen uitdagingen? Hoe zit het bijvoorbeeld met de verre buitenlandse reizen?
„Positief verrast”, was Hans van der Heide, senior consultant bij adviesbureau DWA, toen hij de resultaten van de negen reformatorische scholen onder ogen kreeg. Het viel hem op dat vrijwel alle schooldaken al vol liggen met zonnepanelen of dat plaatsing van panelen is gepland. „Een nuttige investering”, aldus de adviseur rond duurzame energie. „Goed om te zien dat scholen daadwerkelijk duurzaam doen.”
Een mooi initiatief vond hij het instellen van een ecoteam op het Van Lodenstein College. „Leerlingen worden op deze manier betrokken en uitgedaagd om mee te denken bij de verduurzaming van de school.”
Evert Jan Brouwer, politiek adviseur bij Woord en Daad, merkt dat het initiatief Duurzaam Doen wat heeft losgemaakt. Hij ziet als rode draad dat alle scholen bewust met energie en afval omgaan. „Ze zijn flink aan de slag. Zoiets werkt aanstekelijk, omdat ze nu gezamenlijk optrekken.”
De duurzaamheidslobbyist van Woord en Daad vraagt zich wel af in hoeverre de scholen de activiteiten verbinden aan onderliggende waarden. „Ik ga ervan uit dat deze voortkomen uit eerbied voor de schepping. Want die diepere overtuiging levert de broodnodige inspiratie die je nodig hebt om duurzaam doen vol te houden. Dan doe je niet mee omdat duurzaamheid een maatschappelijke hype is.”
Visievorming
Uitdagingen zijn er ook. Volgens Van der Heide kunnen de scholen nog aan de slag met visievorming. De meeste scholen formuleerden nog geen beleid. Terwijl visie volgens hem juist belangrijk is. „Met een langetermijnplan geef je structureel aandacht aan duurzaamheid. Alleen met zo’n plan kun je gericht investeren in de benodigde maatregelen.”
Als voorbeeld van zo’n investering noemt de DWA-adviseur de overstap naar het aardgasloos verwarmen van schoolgebouwen. „Dat betekent ook maatregelen nemen die niet of nauwelijks geld opleveren. Daar moet je nu al op anticiperen door het op te nemen in duurzaamheidsplannen en begrotingen.”
Dat nog niet elke school een werkgroep is gestart en duidelijk beleid en concrete doelen heeft geformuleerd, kan Bertus Wichers begrijpen. Hij is bestuurder van de Pieter Zandt en heeft namens de scholen de verantwoordelijkheid voor het initiatief Duurzaam Doen. „We zijn pas een jaar onderweg en het kost tijd om het beleid en de uitvoering ervan goed op de rails te krijgen. Elke school kiest een eigen aanpak, al dan niet met een werkgroep.”
Als kritische noot noemt Brouwer dat er grosso modo weinig wordt gewerkt met leerlingen. „Duurzaamheid lijkt nog een dingetje van de heren in de nette pakken. De vertaalslag naar scholieren kan veel opleveren. Benut hun creativiteit. Laat scholieren meedenken over een app die hun eigen gedrag inzichtelijk maakt. Zodat ze zien hoeveel water en CO2 het scheelt als ze een broodje bal laten staan. Je kunt hen met de app zelfs een competitie met elkaar laten aangaan.”
Bestuurder Wichers ziet het eveneens als een uitdaging om leerlingen meer te betrekken bij het initiatief. „Als we hen laten meedenken, verantwoordelijk maken voor duurzame acties en zo een nieuwe generatie warm maken voor het thema, is er pas echt sprake van een duurzame ontwikkeling.”
Vervoer en voedsel
Brouwer vraagt verder aandacht voor twee v’s, waarmee de grootste duurzame winst te behalen is: vervoer en voedsel. „Want je kunt fabelachtig goed zijn in het terugdringen van papiergebruik, maar zoiets heeft een beperkte impact. Al geeft het misschien wel een goed gevoel. De scholen moeten er ook zeker mee doorgaan. Toch is het goed je ervan bewust te zijn dat er meer te bereiken valt.”
Vooral bij vervoer wringt het, vindt de politiek adviseur van Woord en Daad. In het kader van internationalisering wordt er door reformatorische scholen in toenemende mate gereisd. De reizen gaan ook nog eens steeds verder. Tot aan Zuid-Afrika toe. „Ik heb er net even aan zitten rekenen met een CO2-calculator. Voor een vliegretour naar Zuid-Afrika kun je met de trein 65 keer heen en weer naar Londen. Waarom is qua internationalisering Engeland niet ver genoeg? Scholen zouden de CO2-calculator er ook bij kunnen pakken. Zodat ze de reizen niet alleen financieel doorrekenen, maar ook de effecten op natuur en milieu inzichtelijk maken.”
De tweede grote slag die scholen kunnen maken, gaat om voedsel. Brouwer: „Leerlingen zijn in een leeftijd dat ze graag snoepen. Zorg er dan voor dat ze dat bewust, gezond en duurzaam doen. In de tijd dat ik naar de middelbare school ging, kon je twee keer per maand een snack krijgen, Tegenwoordig bieden schoolkantines meerdere keren per week een kroket of hamburger aan. De impact van de vleesconsumptie staat nog onvoldoende op de radar.”
Volgens DWA-adviseur Van der Heide focust het manifest op een beperkt aantal thema’s en blijven daardoor bepaalde punten onbenoemd. „Duurzaamheid gaat ook over onderwerpen zoals biodiversiteit, circulariteit, materialen en water. Die thema’s kunnen de komende jaren wellicht worden toegevoegd.”
Vooral pleit Van der Heide ervoor meer nadruk te leggen op circulariteit. En dan niet alleen bij afval, maar bij elk subthema. „Want nadenken over het sluiten van kringlopen raakt vrijwel elk thema. Dat gaat ook over water, materialen en energie.”
Al met al ziet verantwoordelijk bestuurder Wichers Duurzaam Doen op stoom komen. „Het besef groeit dat we verantwoordelijk zijn voor het zorgvuldig bewaren van hetgeen God ons toevertrouwt.” Hij wordt enthousiast van de initiatieven die er genomen zijn. „Bij elke school kan ik wel een in het oog springend punt noemen. Echt bijzonder vind ik het idee van de plaatsing van een windmolen bij het Hoornbeeck en de warmtewinning uit rioolslib van de Fruytier. We kunnen veel van elkaar leren.Eén ding is wel duidelijk: Duurzaam Doen is meer dan een slogan, het wordt meer en meer praktijk.” Al kan er nog veel gebeuren, de eerste stappen zijn gezet. Wichers: „Laten we niet vergeten, veel kleine stapjes maken samen één grote.”