„Wie de kat aait, krijgt ook fipronil binnen”
Is de schade door de fipronilcrisis vooral te wijten aan gebrekkig handelen van toezichthouder NVWA, of hadden de pluimveehouders zelf beter moeten weten toen ze hun stallen lieten reinigen door ChickFriend?
Om die vraag draait de rechtszaak die 124 pluimveehouders en de Nederlandse Land- en Tuinbouworganisatie (LTO) hebben aangespannen tegen de Nederlandse staat. Onder grote belangstelling van pers en gedupeerden ging de zaak maandag in de Haagse rechtbank van start. Volgens de eisers hebben pluimveehouders door onder meer imagoschade nog altijd last van de fipronilcrisis, en speelt het (gebrek aan) optreden van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) destijds daarbij een grote rol.
De raadsman van LTO en de gedupeerde boeren trapte af. Doelend op de NVWA zei hij: „Handelt een toezichthouder die weet dat zij in actie moet komen, maar niet eens komt tot een weging van risico’s, wel rechtmatig?” Later stelde hij: „Zo handelen is niet alleen naïef; het is onrechtmatig.”
De eisende partijen nemen de NVWA een viertal opeenvolgende zaken kwalijk, zo bleek tijdens de hoorzitting. Zo zou de toezichthouder hebben geweten dat hij in actie moest komen om het risico van het fipronilgebruik vast te stellen. Hij deed dat niet, maar gooide de pluimveesector wel „voor de bus op de nationale televisie” toen de crisis uitbrak. Ook werden pluimveehouderijen „op basis van het voorzorgsprincipe” geblokkeerd, omdat de dienst –doordat die had verzuimd actie te ondernemen– niet wist hoe groot het gevaar voor de volksgezondheid in werkelijkheid was.
Gangbaar middel
„Het is gewoon een vorm van onbehoorlijk bestuur”, zei een van de pluimveehouders. „Je wordt in de hoogste boom gejaagd, en waarvoor? Voor nop! Fipronil is gewoon een gangbaar ontsmettingsmiddel. Als dat op je huisdier zit en je aait erover, dan is dat hetzelfde als dat je duizend eieren eet!”
De advocaten van de staat legden de vinger echter juist bij de eigen verantwoordelijkheid van de pluimveehouders en de „professionele sector” als geheel. Van verantwoordelijkheid van de NVWA zou pas in tweede instantie sprake zijn. „De pluimveehouders zijn primair verantwoordelijk voor waar ze van hadden gewild dat de NVWA hen had behoed”, vatte een van de advocaten samen.
De kippenboeren werd verder verweten onvoorzichtig te hebben gehandeld; zij zouden beter geweten moeten hebben toen ze met ChickFriend, het bedrijf dat fipronil toepaste, in zee gingen. ChickFriend zei immers een wondermiddel tegen vogelmijt (”bloedluis”) te hebben, en alleen dat zou al reden voor argwaan moeten zijn. „Valse demagogie”, reageerde LTO. „Er zijn tal van bestrijdingsmiddelen aan te wijzen die ook voor langere tijd werkten.”
De kippenhouders hadden echter hoe dan ook controle moeten doen naar het bedrijf, zijn certificering en de gebruikte middelen, aldus de advocaten van de staat.
Ingewikkeld
In het verweer dat de wet- en regelgeving ingewikkeld is, en dat zelfs professionele organisaties (twee onderzoeksinstituten) niet precies wisten wat wel en niet was toegestaan, ging de NVWA niet mee.
LTO en de pluimveehouders zeggen dat de zaak allereerst draait om een zogeheten verklaring voor recht dat onrechtmatig gehandeld is. Daarna willen ze het over schadevergoeding hebben. Uitspraak 10 juli.