Waarom radicaliseren mensen? De Utrechtse wetenschapper Kees van den Bos onderzocht het en schreef er een lijvig boek over. „We moeten niet focussen op één vorm van radicalisering. Extremistisch gevaar dreigt van drie kanten.”
Naar voorbeelden om zijn bewering te staven, hoeft hoogleraar Kees van den Bos niet lang te zoeken. Ze dienden zich vorige maand aan binnen een tijdsbestek van acht dagen. Een rechts-extremist schoot op 15 maart in de Nieuw-Zeelandse stad Christchurch vijftig moslims dood. Op 18 maart doodde een moslim in Utrecht vier mensen. Tijdens een antiracismedemonstratie in Amsterdam op 23 maart riep een linkse activist: „Als je Thierry dood wil schieten, zeg dan paf.”
Zijn rechtse, islamitische en linkse radicalen met elkaar te vergelijken?
„Radicalisering komt voort uit een diep gevoel van onrechtvaardigheid. Rechts-extremisten worden gedreven door de gedachte dat hun groep oneerlijk behandeld wordt vergeleken met nieuwkomers. Ze zeggen bijvoorbeeld dat moslims hun huizen en banen afpakken. Extremistische moslims vinden ook dat ze worden achtergesteld, maar bij hen richt de boosheid zich meer op de autoriteiten. De overheid komt niet voor hen op en ook de manager van de supermarkt stelt moslims achter door van het hoofddoekje op het werk een punt te maken. Links-radicalen kijken niet zozeer naar andere groepen, noch naar de overheid, maar naar maatschappelijk onrecht. Ze vinden bijvoorbeeld dat rechten van asielzoekers of dieren worden geschonden en houden daarvoor iemand verantwoordelijk.”
Wanneer spreken we van een geradicaliseerd persoon?
„Iemand is geradicaliseerd of extremistisch als hij bewust de wet overtreedt om zijn idealen te bereiken. Het is een stap verder dan activisme, want activisten blijven met hun acties gewoonlijk binnen wettelijke kaders. Van terrorisme spreken we als iemand op een gewelddadige manier zijn wereldbeeld uitdraagt.”
Waarom radicaliseren mensen?
„Het is een proces dat begint met gedachten die zwart-witter worden en emoties die steeds heviger beginnen op te spelen. Uiteindelijk gaan deze mensen over tot gewelddadige actie. Daarmee denken ze zich te beschermen tegen vermeende gevaren voor wat zij als het goede waarnemen. Een sleutelbegrip om het proces van radicalisering te begrijpen, is ”waargenomen onrechtvaardigheid”. Radicalen ervaren iets als onrechtvaardig, worden daar boos over en glijden uiteindelijk af tot radicaal en extremistisch gedrag. Elk mens stuit weleens op iets wat onrechtvaardig is en echt niet deugt. Maar mensen die tot radicaal gedrag vervallen, slagen er niet in om hun emoties te beteugelen en hebben onvoldoende zelfcorrectie.”
Kunt u een extremist noemen bij wie waargenomen onrechtvaardigheid een belangrijke rol speelde in zijn radicaliseringsproces?
„Ik denk aan Mohammed B., de man die Theo van Gogh vermoordde. Hij was gekrenkt doordat deze cineast de islam door het slijk haalde. De linkse milieuactivist Volkert van der G. schoot Pim Fortuyn dood omdat hij in deze man een gevaar zag voor de samenleving. De schutter in Christchurch, Brenton Tarrant, legitimeerde zijn daad in een 76 pagina’s tellend document. Hij liet zich inspireren door Anders Breivik, de extreemrechtse terrorist die in 2011 in Noorwegen 77 mensen doodschoot. Volgens Tarrant overrulen vreemdelingen zijn volk. Hij meende daar wat aan te kunnen doen door zo veel mogelijk moslims neer te schieten.”
Radicaliseert iemand die in het Westen is opgegroeid anders dan iemand die afkomstig is uit bijvoorbeeld Pakistan?
„Mijn boek focust op het Westen, maar iets kan ik er wel over zeggen. Ook bij een Pakistaanse moslim die radicaliseert speelt waargenomen onrechtvaardigheid een grote rol. Maar een belangrijk verschil met het Westen is dat Pakistan –evenals veel andere islamitische landen– een eercultuur heeft. De eer en trots is veel sneller in het geding dan in een westers land. En als dat eergevoel wordt aangetast, is een reactie daarop ook vaak heftig. Denk aan de aanslag op de redactie van het Franse satirische tijdschrift Charlie Hebdo in januari 2015. De cartoonisten hadden de profeet Mohammed belachelijk gemaakt en daarmee heiligschennis gepleegd, vonden de aanslagplegers. Dergelijke heftige reacties kunnen wij ons maar moeilijk voorstellen. Als het Nederlandse elftal van Duitsland verliest vinden mensen dat niet leuk, maar de volgende dag gaat iedereen gewoon weer aan het werk.”
Hoe moeten we omgaan met radicalisering?
„Dat is niet eenvoudig. We moeten onderscheid maken tussen preventie en deradicalisering. Wanneer bekend is wat er speelt in de samenleving kan onvrede onder bepaalde bevolkingsgroepen worden onderkend. Als mensen onrechtvaardigheid ervaren, is het zaak hen serieus te nemen. Waarom voelen ze zich gekrenkt? Hebben ze misschien een punt? Tegelijk moeten deze mensen op hun democratische verantwoordelijkheid worden gewezen; er moet worden gezegd dat democratie rechten met zich meebrengt, maar ook plichten.
Mensen die geradicaliseerd zijn, moeten door resocialisatie weer op het rechte pad worden gebracht. Hier zijn teams voor nodig die maatwerk leveren. Als mensen over de schreef zijn gegaan, moeten ze worden bestraft.”
Is het niet een illusie om waargenomen onrechtvaardigheid uit te bannen? In multicultureel Nederland zullen er altijd groepen ontevreden blijven.
„Ja, en daar maak ik me wel zorgen over. Het identiteitsdenken, waarbij mensen de wereld heel erg vanuit hun eigen groepsperspectief bekijken en niet openstaan voor nuance, is in opmars. Neem de zwartepietdiscussie. Het linkse kamp aan de ene kant en de pro-zwartepietmensen aan de andere kant hebben zich ingegraven in hun eigen positie. Er is tussen deze groepen heel weinig ruimte voor gesprek en dat is zorgelijk.
Deze groepen moeten leren hun emoties te beteugelen. Nederland is altijd een land geweest met veel middelgrote of kleine politieke partijen. Soms verschillen de normen en waarden van de ene bevolkingsgroep fundamenteel van die van de andere. Er is dan een zekere mate van tolerantie nodig; niet je eigen gezichtspunt rücksichtslos naar voren schuiven, maar in enige vorm tegemoetkomen aan de wensen van anderen. Ruim een eeuw geleden waren er ook grote tegenstellingen in de maatschappij. Maar christelijke en seculiere partijen slaagden erin om de schoolstrijd bij te leggen. Hun afspraak om alle scholen gelijk te subsidiëren, is nog steeds van kracht.”
U pleit voor ouderwets polderen om tegenstellingen te overbruggen?
„De dialoog aangaan en naar elkaar luisteren, is het enige wat kan helpen. Voorwaarde voor zo’n gesprek is dat de deelnemers de democratische rechtsstaat accepteren, en dat mogen we best wat accentueren. In het verleden waren we daar weleens slap in.”
Hoezo slap?
„Antifascistische actievoerders gooiden in 1986 rookbommen om een bijeenkomst van Centrumpartij en Centrum Democraten te dwarsbomen. Daardoor verloor de secretaresse van Hans Janmaat haar been. Omdat de partij van Janmaat als een abjecte beweging werd gezien, werd die actie niet massaal veroordeeld. Een bomaanslag op het huis van staatssecretaris Aad Kosto in 1991 door actiegroep RaRa werd evenmin unaniem afgewezen.
Met dergelijk geweld ga je een grens over en daar moeten we met z’n allen alert op zijn. Gelukkig zagen we massaal afgrijzen toen activist Rogier Meijerink afgelopen najaar zei te hopen dat ouders die naar de intocht van Sinterklaas wilden „zwetend wakker worden in een nachtmerrie van hun kinderen onder de botsplinters.” Ook het bedreigen van Thierry Baudet wordt door velen krachtig veroordeeld.
Hoe het ook anders kan, lieten Jerry Afriyie, voorman van actiegroep Kick Out Zwarte Piet, en enkele blokkeerfriezen zien. In plaats van te demonstreren, zochten ze elkaar afgelopen november op. Je komt er in een gesprek lang niet altijd uit met elkaar. Maar de dialoog is de enige manier waarop tegenstellingen overbrugd kunnen worden.”
Zo’n pleidooi voor praten klinkt wel wat soft.
„Gebruikmaken van psychologische inzichten om radicalisering aan te pakken, is niet soft maar slim. Mijn bevindingen deel ik met de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid. Ik zit daar om de tafel met andere specialisten, zoals mensen met kennis van strafrechtelijke methoden. Want succesvol indammen van radicalisering houdt in dat je het ene doet en het andere niet nalaat.”
Met welke vorm van radicalisering krijgen we de komende jaren het meest te stellen?
„We moeten niet focussen op één vorm van radicalisering. Want zoals Christchurch, Utrecht en de bedreigingen aan het adres van Baudet laten zien, dreigt extremistisch gevaar van drie kanten. We moeten hier bedacht op zijn, zeker in een wereld waarin gebeurtenissen aan de andere kant van de wereld via internet snel tot ons komen. Zo kan iemand in zijn flatje in Utrecht-Overvecht die het in het Midden-Oosten ziet misgaan in een mum van tijd radicaliseren.”
Hoe volgt u de berichtgeving over Utrecht?
„We moeten de nodige slagen om de arm houden, want veel weten we nog niet. Maar het is waarschijnlijk dat Gökmen T. gedeeltelijk een terroristisch motief had voor zijn daad. Zo hoorden twee onafhankelijke getuigen hem „Allahoe akbar” roepen en ook zou er een briefje in de vluchtauto zijn gevonden. T. lijkt ook negatief te zijn over de rechtsstaat en wilde dat uitdragen. Dat past wel bij de analyse in mijn boek over geradicaliseerden. Maar of de schietpartij in Utrecht puur een terreurdaad is of gelinkt moet worden aan zijn verleden van criminaliteit en drugsverslaving, zullen we moeten afwachten.”
Hoogleraar Kees van den Bos
Kees van den Bos (53) is hoogleraar sociale psychologie en hoogleraar empirische rechtswetenschap aan de Universiteit Utrecht. ”Waarom mensen radicaliseren. Hoe waargenomen onrechtvaardigheid radicalisering, extremisme en terrorisme aanwakkert” gaat in op de kwestie waarom moslims of mensen aan de linker- of rechterkant van het politieke spectrum soms overgaan tot gewelddadig extremisme of soms terroristische daden plegen.
In 1996 promoveerde Van den Bos cum laude aan de Rijksuniversiteit Leiden op sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid.
De Utrechtse hoogleraar heeft zo’n 200 publicaties op zijn naam staan. Hij publiceert met name over eerlijke processen in de omgang tussen overheid en burgers, de rol van groepsdreiging en radicalisering, extremisme en terrorisme.
Van den Bos maakte deel uit van een commissie die onderzoek deed naar misstanden bij defensie.
Meerdere keren was Van den Bos psychologiedocent van het jaar aan de Universiteit Utrecht.
Van den Bos leidt momenteel het onderzoek naar seksueel misbruik en aangiftebereidheid bij Jehova's getuigen.