Wild zwijn verovert de Veluwe
Wildbeheerders op de Veluwe kunnen hun mouwen opstropen. Er ligt zoveel voedsel in de bossen, dat wilde varkens al in januari zijn begonnen met het werpen van hun biggen. En alles wat er bijkomt moet er ook weer af om (te) grote schade aan natuur, akkerbouwgewassen en verkeer te voorkomen.
Zaterdag krijgt het publiek op kasteel Middachten in De Steeg bij Arnhem een kijkje achter de schermen. Een tiental jachtopzieners is de afgelopen dagen druk geweest met het ophangen en keuren van de honderden geweien van edelherten en reewild, en de slagtanden van wilde varkens. Oftewel de ‘kale’ oogst van het wildbeheer het afgelopen seizoen wordt gepresenteerd in de zalen van het kasteel.
De leefruimte op de Veluwe is, ondanks bos en hei, beperkt. Te veel wild veroorzaakt schade aan natuur en gewassen, maar zorgt ook voor ongevallen. En dat laatste neemt nog ieder jaar toe, vertelt wildbeheerder Johan Wensink. Zo zijn er in 2018, 86 edelherten aangereden en 604 wilde zwijnen. De gepensioneerde jachtopziener en boswachter is door zijn collega’s naar voren geschoven als woordvoerder. Als oudgediende is hij ervaringsdeskundige bij uitstek.
Het keuren van het geschoten wild gebeurt zeer serieus, verduidelijkt de jager. De ‘keurmeesters’ zijn kritisch. Ieder foutief geschoten stuk wild krijgt een ”rode kaart”, zichtbaar als een rode sticker onder het gewei of de slagtanden. „De jaarlijkse aanwas van het grotere wild moeten we wegnemen van de provincie. Dat is de verantwoordelijkheid van de 49 wilbeheereenheden, de zogenaamde WBE’s, in Gelderland. Iedere WBE heeft een eigen werkgebied van minimaal 5000 hectare. Dat zijn in totaal zo’n 5000 jagers die aangestuurd worden door een jachtopziener.”
Overlast
Zonder afschot is een ongebreidelde groei van wild het gevolg, met zieke dieren en overlast voor mens en natuur als gevolg. Het rampscenario van de Oostvaardersplassen ligt nog vers in het geheugen. Daarom houdt de Faunabeheereenheid Gelderland (FBE) scherp toezicht. In de FBE participeren niet alleen jagers, maar ook overheden en natuurorganisaties. Immers, „iedereen heeft een beetje gelijk”, verklaart de voormalig jachtopziener diplomatiek.
De trend voor komend seizoen is duidelijk. Om de kudde wilde varkens op de Veluwe in toom te houden, moeten jagers hun mouwen flink opstropen. Er is zoveel voedsel, dat zeugen al in januari begonnen zijn met het werpen van hun jongen.
Ook wildschade en het aantal ongevallen met zwijnen op de Veluwe is de laatste jaren gestegen. Vorig jaar is nog niet de helft van het verplichte afschotaantal gehaald, vertelt Wensink. „Varkens trekken vaker naar goed onderhouden en malse sportvelden en wegbermen. Daar kun je ze moeilijk schieten.”
De Afrikaanse varkenspest onder wilde zwijnen in België en het zuiden van Nederland, heeft de Veluwe nog niet bereikt. Als dat het geval is moeten we direct stoppen met jagen, vindt de wildbeheerder. „Opgejaagde varkens verspreiden de ziekte, terwijl je de besmette beesten toch nooit allemaal kunt afschieten. Kortom, het probleem wordt dan alleen maar groter. Dus met rust laten. Zieke beesten worden óf beter, óf ze gaan vanzelf ergens dood onder een dennetje.”
In tegenstelling tot boeren, heet de oud-boswachter de wolf met een gerust hart welkom op de Veluwe. Inmiddels heeft onderzoeksinstantie Wageningen Environmental Research (WENR) tien wolven geteld in ons land. „Er wordt weleens vergeten dat boeren meer last hebben van honden dan van de wolf. Schapenhouders zouden eens bij Duitse agrariërs op de koffie moeten om van hen te leren hoe ze daar met het wolvenprobleem omgaan. Wij zien vooral voordelen omdat ze helpen het wild te beheren. In een ecosysteem hoort de wolf ook thuis. Het is alleen de vraag hoe lang ze ons verkeer overleven. Dat er grotere aantallen komen is hoe dan ook zeker.”
Faunadag
Zaterdag is het publiek welkom op kasteel Middachten tijdens de zogenoemde Faunadag. Behalve de geweiententoonstelling, kunnen er wildhapjes geproefd worden, zijn er jachthoornblazers en is er een roofvogeldemonstratie. Kinderen kunnen meedoen met een speurtocht en uilenballen pluizen.