Als jongetje al raakte Martijn den Haan (38) geboeid door de bovenstem. Nu wil de leerkracht uit Rhenen zangers en organisten dienen met een koraalboek met bovenstemzettingen: ”Op hogen toon”.
Op deze vrijdag zingt groep 8 van de Eben-Haëzerschool in Rhenen zoals gebruikelijk aan het eind van de ochtend geestelijke liederen. Sommige kinderen hebben hun instrument mee. Twee jongens kruipen achter het tweeklaviers harmonium van meester Den Haan. Anderen hebben een plastic tafelorgeltje voor zich. De leerkracht zelf begeleidt vanachter de piano.
Als laatste lied klinkt een psalm met bovenstem. De meester deelt exemplaren uit van een gloednieuwe boekje: de zangbundel bij het koraalboek ”Op hogen toon”, waarin hij 62 psalmen met bovenstem noteerde.
Nadat Psalm 150 eerst een keer instrumentaal klinkt mogen de kinderen meezingen, niet-ritmisch. Een deel pakt de bovenstem. Het gaat in de derde regel wel erg hoog. Die regel wil Den Haan nog even apart oefenen. Vervolgens zingen de kinderen met verve tweestemmig: „Looft God, looft Zijn Naam alom.”
Meester Dorresteijn
Martijn den Haan (38) kwam al als kleine jongen in aanraking met de bovenstem, op de Johannes Calvijnschool in zijn woonplaats Leerdam. Als hij over de gang liep, bleef hij vaak even staan bij het lokaal van meester Dorresteijn van groep 8. Het psalmzingen –„héél erg langzaam”– mét bovenstem maakte diepe indruk op Martijn.
Toen hij later zelf bij Dorresteijn in de klas kwam, bleek dat de meester in het koraalboek van Worp bij een aantal psalmen eigenhandig een tweede stem had genoteerd. „Hij kwam van Flakkee. Ik denk dat hij de bovenstem van daar kende.”
Martijn, die al jong orgelles had, mocht vaak begeleiden op het harmonium. „Ook na schooltijd zat ik vaak voor de meester te spelen. „Doe nog eens Psalm 77 van Feike”, zei hij dan.”
Meester was hulporganist in de plaatselijke gereformeerde gemeente. Hij zorgde ervoor dat Martijn al op 11-jarige leeftijd, in de vakantietijd, zijn eerste dienst speelde. Vanaf z’n vijftiende speelde de Leerdammer regelmatig een dienst. Nog altijd zit hij ’s zondags achter het Van den Heuvelorgel in de Adullamkerk.
Goede romantiek
Den Haan kreeg een gedegen orgelopleiding. Eerst bij M. Krijgsman, nu predikant van de gereformeerde gemeente in Nederland van Arnemuiden. Vanaf z’n vijftiende bij Jan Bonefaas in Gorinchem, tot deze in 2004 overleed. „Ik heb ook vaak bij hem geregistreerd. Zijn spel heeft veel indruk op me gemaakt. Hij was een degelijke romanticus. Ik houd nog altijd van goede romantiek. Met populaire orgelmuziek heb ik niets.”
Na het overlijden van Bonefaas kwam Den Haan bij Aldert van Hoornaar in Werkendam. Daar lest hij nog steeds met veel plezier. Daarbij staat onder andere muziek van Bach en César Franck op de lessenaar.
Urk
Zijn kennismaking met de bovenstem werd verdiept toen Den Haan naar de pabo in Gouda ging. Een medestudent uit Urk bracht bandjes mee met Urker gemeentezang. Ook kreeg Den Haan opnames uit Genemuiden en Yerseke in handen. „Die bovenstemmen zijn niet allemaal eender. Vaak is het een plaatselijke traditie die mensen improviserend zingen.”
Toen Den Haan in 2001 in Rhenen voor de klas kwam, ging hij bovenstemmen noteren. „Ik zocht een makkelijk te zingen stem. Vaak is dat een terts of kwart boven de melodienoot.”
In Leerdam ontstond ook belangstelling voor de bovenstem. Begin 2014 ging een bovenstemgroep van start, die maandelijks op dinsdagavond oefent. Den Haan maakte hiervoor een boekje met bovenstemmen bij de meest bekende psalmen en noteerde zettingen voor organisten. De Leerdammer bovenstem wordt inmiddels ook ’s zondags in de kerk gezongen, bij zowel de gereformeerde gemeente als de gereformeerde gemeente in Nederland.
Recent verschenen de zettingen van Den Haan bij uitgeverij Gebr. Koster: ”Op hogen toon” (108 blz.; € 15,95). Er blijkt vraag naar: van de zangboekjes (60 blz.; € 4,95) waren in drie maanden tijd 500 exemplaren verkocht, van de orgelboeken gingen al 300 exemplaren over de toonbank.
Spellingregels
In veel plaatsen zijn de achterliggende tijd bovenstemgroepen opgericht, onder andere in Wouterswoude, Waddinxveen, Katwijk, Barneveld, IJsselmuiden en Sirjansland. Ieder zingt z’n eigen variant bovenstem.
Wil Den Haan met zijn uitgave hierin regulerend optreden? „Dat was niet zozeer mijn doel. Ik constateer wel dat veel zettingen bij bovenstemmen muzikaal gezien te wensen overlaten. Vaak wemelt het van de parallellen. Veel organisten willen die zettingen dan ook niet spelen. En dat begrijp ik. In mijn zettingen heb ik de muzikale spellingregels in acht genomen, waarbij ik veel aandacht heb besteed aan de baslijn. Je krijgt dan eenvoudige harmonisaties waarin geen plek is voor gekruide akkoorden. Muzikaal gezien niet hoogstaand, maar wel verantwoord.” Hij had graag gezien dat een professionele organist meelas bij deze uitgave, maar niemand wilde zich eraan wagen. „Dat is veelzeggend.”
Den Haan biedt van 62 psalmen, vaak met een (hypo-)jonische melodie, een zetting. „Psalmen in andere toonsoorten zijn niet makkelijk met bovenstem te combineren. Ik denk dat ik zo compleet mogelijk ben.”
Verstandig
De Leerdammer pleit voor verstandig omgaan met de bovenstem, ook met het oog op organisten die argwaan koesteren tegen deze volkse manier van zingen. „Dat begrijp ik; je bent heel beperkt als organist. Het vraagt dat je je als organist dienstbaar opstelt.”
Afwisseling is belangrijk, zegt hij. „Ik geef achter in de uitgave daarom ook een ”verzentabel”, waarin de coupletten zijn genoemd waarbij een bovenstem kan worden gezongen. Bij Psalm 1 bijvoorbeeld alleen bij vers 2 en 4. En bij Psalm 42 bij vers 1, 3 en 5. Daarmee reguleer je het. Het moet niet overdadig worden.”
Wat hem boeit in de bovenstem? „Dat is moeilijk onder woorden te brengen. Het is een emotionele uiting. Het maakt het zingen op een eenvoudige manier voller. Nee, je moet niet gaan schreeuwen. Maar vol overtuiging boven de gewone melodie uit zingen, dat geeft wel een extra dimensie aan de gemeentezang.”