Johan van Arnhem zocht tevergeefs naar zijn Indonesische familie
Alleen de babyfoto is vrijwel zeker van hemzelf. De rest van zijn adoptiepapieren blijkt vervalst. En dat valt Johan van Arnhem zwaar. „Nog pijnlijker is het dat mijn Indonesische moeder niets van mij weet. Ik zou haar zó graag vertellen dat het goed met mij gaat. Helaas heeft een intensieve zoektocht naar mijn familie vorig jaar niets opgeleverd.”
Het is Johan van Arnhem (40) niet in de koude kleren gaan zitten. De tv-uitzendingen over adoptiebedrog in de jaren tachtig in Sri Lanka, die in hij in 2017 zag. „Er bestond in dat land een levendige handel in kinderen. Ze werden soms gestolen uit ziekenhuizen of op zogeheten babyfarms verwekt voor de adoptiemarkt. Om vervolgens met vervalste papieren naar Nederland te komen.”
Naar aanleiding van het tv-programma keek de uit Indonesië afkomstige Van Arnhem weer eens in zijn eigen adoptiedossier. Het is niet meer dan een kartonnen map met enkele vergeelde A4’tjes vol handtekeningen en stempels en wat krantenknipsels over adoptie.
Als hij zijn geboorteverklaring nog eens tegen het licht houdt, valt op dat er geknoeid is met de geboortedatum. Er heeft eerst 25 juni gestaan, een datum waarop ook andere documenten zijn afgestempeld. Vervolgens is er januari over juni getypt. Ook prijken er mooie ronde getallen op het document: 3500 gram en 9.00 uur. „Mogelijk is er bij het gereedmaken van de documenten nog snel even een geboortebewijs gemaakt.”
De Staphorster was behoorlijk van de kaart van zijn ontdekking. „Wat is mijn geboortedatum nog waard? Eerder vroeg ik mij rond 25 januari af wat mijn moeder in Indonesië zou voelen, maar dat hoeft dus niet meer. Ik had vorig jaar voor de eerste keer geen zin om mijn verjaardag te vieren, maar daar stak mijn vrouw Lydia een stokje voor.”
Een Duits echtpaar nam in 1979 op de terugreis uit Indonesië niet alleen hun eigen adoptiedochter mee, maar ook de circa zeven maanden oude baby Tono. Op het vliegveld van Frankfurt overhandigden ze dit kind op 9 augustus aan het in Staphorst woonachtige echtpaar Van Arnhem. Daarna vloog dit echtpaar door naar München.
De biologische moeder van Van Arnhem was ongehuwd zwanger en werkte destijds als arbeidster. Ze heette Tayem en kon niet voor Tono zorgen. Althans, dat staat in de adoptiepapieren. Van Arnhem zet er inmiddels vraagtekens bij. „Veel Indonesische adoptieformulieren meldden dat de moeder ongehuwd was en als arbeidster werkte. Dat eerste was nodig, omdat de Indonesische regering alleen in dergelijke gevallen adoptie naar het buitenland toestond.”
Verzonnen
Nadat het stof van de tv-uitzending was neergedwarreld, herpakte Van Arnhem zich. „Aan het eind van de kerstvakantie, januari 2018, besloot ik een jaar intensief naar mijn biologische familie te zoeken. Als ik mijn ouders nog wil vinden, is haast geboden. Wanneer ze nog leven, zullen ze ergens in de zestig zijn en dan ben je in Indonesië al best oud.”
Veel aanknopingspunten had Van Arnhem niet. De naam van zijn moeder, Tayem, komt veel in dorpen op Midden-Java voor, een provincie waar bijna 31 miljoen mensen wonen. Haar naam kan verzonnen zijn. „Om adoptiepapieren in orde te maken, werden vroedvrouwen of willekeurige getuigen ingezet. Of mijn vader echt onbekend was, is de vraag. Dit staat ook in de papieren van mijn zus, terwijl zij uit een gezin afkomstig blijkt te zijn.”
Van Arnhem staat graag in de keuken. „Misschien waren mijn ouders horecaondernemers of werkte mijn moeder als kok of serveerster. Het blijft gissen.”
In de jaren zeventig waren in Indonesië netwerken van kinderhandelaars actief om baby’s weg te halen uit dorpen en geboorteklinieken. Ze hadden connecties in de politiek en binnen justitie en politie. Ook vroedvrouwen zaten in het complot. Van Arnhem is in Indonesië overdragen aan de stichting Mulia, waarna de familie Winata de verdere adoptieprocedure afwikkelde.
Het frustreert Van Arnhem dat mensen die vuile handen maakten hierover niet willen praten. „Wanneer je als westerling met veel tamtam in Indonesië gaat zoeken, maak je geen schijn van kans om achter de waarheid te komen. Indonesiërs houden elkaar de hand boven het hoofd.”
Van Arnhem kwam bedrogen uit met diverse Indonesiërs die hij vroeg in hun land speurwerk voor hem te doen. „Sommigen hadden meer interesse in mijn geld dan in waarheidsvinding. Anderen lieten niets meer van zich horen. Indonesiërs verbreken liever het contact dan dat ze je iets negatiefs moeten melden.”
Video
Het adres van het echtpaar dat Van Arnhem als baby meenam, is kwijtgeraakt. „Die mensen kunnen mij misschien op een spoor zetten. Ik heb hen in 2018 proberen te achterhalen. Mijn berichten over het echtpaar Zinck zijn veel gedeeld in München en omgeving. Zonder resultaat.”
Op 25 januari 2018, zijn verjaardag, plaatste Van Arnhem een filmpje van zichzelf en zijn gezin op zijn Indonesische Facebookpagina. Daarin roept hij mensen die iets kunnen vertellen over zijn afkomst ertoe op zich te melden. „De video is goed bekeken, maar leverde geen doorbraak op.”
Een kleine twintig jaar geleden kwam Van Arnhem in contact met een Filipijnse schipper. Die liet hem weten dat de adresgegevens in Van Arnhems adoptiepapieren niet kloppen. Tien jaar geleden meldde een NRC-correspondente in Jakarta hetzelfde. Zij wist wel binnen een week de moeder en broers van Van Arnhems in 1982 geadopteerde zus te achterhalen. „Joline had een registratienummer gekregen, dat zoekt een stuk gemakkelijker.”
Ook een moslima die in 2018 voor Van Arnhem zocht, kon hem niet blij maken met positief nieuws vanuit Indonesië.
DNA-test
Twee keer dacht Van Arnhem dicht bij de ontknoping te zijn. „Tijdens het wachten op de DNA-testen was de spanning thuis te snijden. Naar aanleiding van mijn filmpje op Facebook nam een man die ook uit Indonesië is geadopteerd contact op. Hij heeft hetzelfde postuur, dezelfde lengte en eenzelfde stem. De DNA-test stelde ons echter teleur.”
Later dat jaar werd de Staphorster gebeld door iemand die meende dat hij wist wie Van Arnhems moeder was. „Zij heet Dayem, slechts één letter verschil met Tayem. Dayem heeft een geadopteerde dochter die in Emmen woont en ze had eind jaren 70 ook een jongen van mijn leeftijd afgestaan ter adoptie naar Nederland. Gezien de foto’s en aanvullende informatie van de familie klonk alles zeer aannemelijk.”
Er was echter geen match tussen het DNA van de vrouw uit Emmen en van Van Arnhem. „Een teleurstelling, maar mijn wereld stortte niet in. Ik weet dat de Heere regeert. Als mijn afkomst niet bekend wordt, heeft Hij daar Zijn bedoeling mee. Ik ben gelukkig niet verbitterd geraakt.”
Compensatie
Hij heeft er geen behoefte aan om de Nederlandse overheid voor de rechter te dagen, zoals een uit Sri Lanka geadopteerde vrouw in januari deed. Ze wil dat de overheid schuld erkent, haar schadeloos stelt en een DNA-databank opricht voor geadopteerden uit haar geboorteland.
Van Arnhem: „Ik heb een krantenartikel uit 1979, het jaar waarin ik ben geadopteerd. Daaruit blijkt dat de Nederlandse regering weet had van grootscheepse adoptieschandalen in Indonesië. Daarom zou financiële compensatie terecht zijn. Mijn zoektocht heeft mij al duizenden euro’s gekost. Ik ben hoogstwaarschijnlijk slachtoffer van een misdaad die ik zelf maar moet zien op te lossen. Dat is zuur. Ik zou het ook waardevol vinden als de Nederlandse regering zich sterk maakte voor het opzetten van een DNA-bank voor Indonesische moeders die al dan niet vrijwillig hun kind ter adoptie afstonden.”
De Staphorster is dankbaar voor wat hij kreeg: „Een lieve vrouw en een fijn gezin. Onlangs zag ik een aflevering van het tv-programma Spoorloos. Daarin komt een man van 77 aan bod die nog halfzussen en -broers vond, van wie zelfs één in Nederland. Het kán dus! Ook ik blijf hopen op de reactie van iemand die het ontbrekende puzzelstukje bezit. Dat zal rust geven.”
Kritische vragen
Johan van Arnhem (40) kwam in 1979 als baby vanuit de Indonesische stad Jakarta naar Nederland. Hij groeide op bij zijn adoptieouders in Staphorst en werkt, evenals zijn vrouw Lydia, als groepsleerkracht op de Koning Willem-Alexanderschool in die plaats. Het echtpaar heeft drie zoons: Hermen (15), Roderick (13) en Quinten (2).
Pas rond zijn achttiende ging Van Arnhem zich echt bezighouden met zijn adoptie. Mede naar aanleiding van vragen van zijn vrouw Lydia, met wie hij op die leeftijd verkering kreeg. Hij las op de pabo veel kinderboeken waarin adoptie centraal staat en wijdde een scriptie aan dit onderwerp. Zijn adoptiepapieren slikte hij naar eigen zeggen vroeger voor zoete koek. „Dat dossier was voor mij toen de waarheid. Kritische vragen kwamen pas jaren later.”
Van Arnhem is nog nooit in Indonesië geweest. Hij spaart voor vliegtickets om het land met zijn gezin te kunnen bezoeken als Quinten wat ouder is. „Maar als mijn moeder gevonden wordt, neem ik verlof en stap ik morgen op het vliegtuig naar Indonesië.”