Hulpverleningszondag CGK in teken van naaste in nood
Elke eerste zondag van februari organiseren de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) een hulpverleningszondag. Ook komende zondag is dat weer het geval. De hele rustdag staat in het teken van verschillende diaconale projecten. Waar komt dit initiatief vandaan?
De geschiedenis van de hulpverleningszondag gaat terug tot het Zeeland van 1953. Het gebied, zwaar getroffen door de watersnoodramp, krijgt hulp uit verschillende kerken. De zondag na de ramp is de collecte in veel gemeenten bestemd om de getroffenen te ondersteunen. Het begin van een jaarlijks terugkerende traditie, aldus Jan Noorlandt, archivaris van het documentatiecentrum van de CGK. „Voor zover bekend zijn de CGK het enige kerkverband met zo’n uitgebreide diaconale zondag.”
Brainstorm
Volgens Lia van Grootheest, „kartrekker” en pr-medewerker van het project, wordt er vanuit de commissie diaconaat lang naar de hulpverleningszondag toegeleefd. „Al in mei buigt de commissie zich over het thema en de uitwerking daarvan. Dat begint meestal met een brainstorm.”
De deputaten diaconaat bepalen het uiteindelijke thema vaak aan de hand van wat er het afgelopen jaar heeft gespeeld. „We kijken terug op het afgelopen jaar, en soms is er direct al een thema dat eruit springt. Misschien is er vanwege een aantal natuurrampen veel noodhulp nodig; dan richten we ons specifiek op de noodhulpprojecten. Soms wordt het thema ook gekozen om nieuwe projecten onder de aandacht te brengen en er meer fondsen voor te verzamelen.”
Hoop
Dit jaar is het thema van de hulpverleningszondag ”Ik breng je hoop.” De flyer legt uit wat die hoop precies inhoudt: „Wij mogen namens God hoop brengen. Hoop aan de vreemdeling en het straatkind. Hoop aan de eenzame oudere en de alleenstaande moeder. Hoop ver weg en hoop dichtbij. Hoop voor wie geen hoop meer heeft.”
Om de diaconale zondag vorm te geven, worden er flyers en powerpointpresentaties naar de verschillende gemeenten gestuurd. Van Grootheest: „De predikanten krijgen een preekschets, zodat ook de preek op het diaconale werk in binnen- en buitenland gericht kan worden. Voor de kinderen is er een knutselwerkje, en ze krijgen ook allemaal een presentje.”
De invulling kan per gemeente verschillen, vertelt Van Grootheest. „We zorgen dat elke gemeente genoeg middelen heeft om de dag te vullen, maar de lokale gemeenten mogen zelf weten hoe ze de dag vormgeven.”