Vuilnismannen van de zee
Vissers hebben belang bij een schone zee. Daarom kwamen ze meteen in actie toen het containerschip MSC Zoe een deel van zijn lading verloor. Minder bekend is dat Nederlandse viskotters elk jaar duizenden kilo’s afval uit zee halen. (Bijna) gratis.
Woensdag 2 januari. Bij ruw weer verliest het reusachtige vrachtschip MSC Zoe ten noorden van de Nederlandse Waddeneilanden 291 containers. Sommige breken open. De inhoud komt in zee terecht. De dagen erna raken de stranden van de eilanden en de kusten van Friesland en Groningen bevuild met allerlei rommel: schoenen, huishoudelijke artikelen, tuinmeubelen, koelkasten, speelgoed, computerschermen. De meeste spullen zijn stuk. En dan zijn er ook nog bergen resten van verpakkingsmateriaal en piepschuim. Heel veel piepschuim. Jutten is niet leuk meer.
Al snel komt een grote opruimactie op gang. Honderden vrijwilligers steken de handen uit de mouwen om samen met de hulpdiensten en het leger de stranden weer schoon te maken. Veel afval drijft in zee. Zo’n 35 Friese en Groningse vissersschepen varen uit om rommel van de MSC Zoe in hun netten te verzamelen. In een paar dagen tijd halen ze 18.000 kilo binnenboord. Een enkele keer weet een kotter zelfs een complete container op sleeptouw te nemen.
Het overgrote deel van de containers ligt nog altijd op de zeebodem. De berging daarvan verloopt moeizaam. Het is een race tegen de klok: onder invloed van het getij, de zeestroming en niet te vergeten het weer zullen naar verwachting steeds meer containers openbreken.
Bigbags
Vissers die afval verzamelen: het is tegenwoordig de normaalste zaak van de wereld. Een groot deel van de kottervloot heeft bigbags aan boord, grote zakken waarin ze tijdens een visreis opgevist vuil verzamelen. Die zakken kunnen ze in de visserijhavens gratis ophalen en later weer aan wal zetten. Dat is te danken aan het project Fishing for litter (vissen op zwerfvuil). Dat begon in 2001 als proef van Rijkswaterstaat. Later werd de coördinatie overgenomen door de Nederlands-Belgische afdeling van KIMO, een internationale vereniging van kustgemeenten.
Afgelopen jaar liet Rijkswaterstaat de resultaten in kaart brengen. Het rapport verscheen in december. Volgens de onderzoekers loopt Nederland voorop met de aanpak van zwerfvuil in zee. „In de beleving van de vissers is de zee er een stuk schoner door geworden”, schrijven ze.
In 2017 werd tot en met september 211 ton afval opgevist door 81 deelnemende vissersschepen. In 2018 deden 124 schepen mee. Het opgeviste afval wordt gescheiden en –zo is het doel– voor 95 procent hergebruikt als grondstof of verbrand voor energieopwekking. Vissers kunnen het afval in alle twaalf Nederlandse vissershavens kwijt.
Vissers halen van alles binnenboord: afval van het vasteland, dat via de rivieren in zee is gekomen, overboord geslagen vracht, rommel die van schepen in zee is gedumpt en ook resten van vistuig. Wat dat laatste betreft hebben vissers geleerd kritisch naar zichzelf te kijken. Een paar decennia geleden was het nog heel normaal om oud netwerk, gebruikte handschoenen en huishoudelijk afval simpelweg overboord te gooien. Maar vandaag de dag gaat de sector bewust om met het tegengaan van vervuiling, meldt het rapport.
Jan Joris Midavaine, projectleider Fishing for litter bij KIMO Nederland en België, bevestigt dat. „Er is een knop omgegaan. Ik merk dat bij gastlessen op de visserijscholen. Als het over afval gaat, hebben leerlingen alle aandacht. Ook doen steeds meer kotters mee aan Fishing for litter.”
Toch zijn er ook bedreigingen voor het project. De verwerking van opgevist vistuig wil niet vlotten, waardoor dat voorlopig moet worden opgeslagen. Dat kost geld. Daar komt bij „dat het ieder jaar nog best wat moeite kost om vervolgfinanciering georganiseerd te krijgen”, aldus eerdergenoemd rapport. Midavaine: „We hebben een begroting van 150.000 euro. Rijkswaterstaat draagt 90.000 euro bij, voor de rest zoeken we nog financiering. We hopen dat de havens en het bedrijfsleven het gat willen vullen.”
Brandbrief
Het zag er zelfs naar uit dat de rijksbijdrage fors zou worden verminderd. Na een brandbrief van KIMO aan de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Infrastructuur en Waterstaat is die bezuiniging onlangs teruggedraaid. „De subsidie is weer voor drie jaar gegarandeerd”, zegt Midavaine.
Volgens Midavaine is er nog een probleem: de belasting op het verbranden van afval is met 135 procent verhoogd. Dat betekent voor het project een extra kostenpost van 6000 euro per jaar. En dan is er in de begroting nog geen rekening gehouden met de containerramp van begin dit jaar.
Dat die extra druk zet op Fishing for litter is wel zeker. Donderdag is er een breed overleg tussen KIMO, de visserijorganisaties, Rijkswaterstaat en de ministeries over het vervolg van de berging van de containers. De hulp van vissers is daarbij onmisbaar. Midavaine: „Containers lijken massief maar ze zijn niet sterk. Zodra een container boven water wordt getild, scheuren de wanden door de druk van het water dat erin zit. Dan komt de inhoud in zee terecht.”
Het is de bedoeling dat kotters standby zijn om dat afval zoveel mogelijk op te vissen. Dat zal niet helemaal lukken, beseft hij. „Spullen van de MSC Zoe zullen we nog jaren terugvinden.”