Persvrijheid in Turkije ver te zoeken
De uitzetting van de Nederlandse journaliste Ans Boersma werd donderdagmorgen door diverse politici en journalistenbonden geduid als een Turkse aanval op de persvrijheid. Donderdagmiddag kwam de zaak in een volledig ander licht te staan toen bekend werd dat het OM Boersma als verdachte beschouwt in een lopend strafrechtelijk onderzoek naar terreuractiviteiten van derden. Dat politici en journalistenbonden in eerste instantie spraken over een Turkse aanval op de persvrijheid, valt alleszins te begrijpen. Persvrijheid en Turkije, het blijkt steeds opnieuw een lastige, zo niet onmogelijke combinatie.
Persvrijheid is in Turkije ver te zoeken. Dat ondervonden ook Nederlandse journalisten. In 2015 werd Fréderike Geerdink Turkije uitgezet, nadat ze samen met sympathisanten van de Koerdische partij HDP in het zuidoosten was gearresteerd. Twee jaar later werd de Nederlandse columniste Ebru Umar opgepakt vanwege kritische tweets over Erdogan.
Turkse journalisten hebben uiteindelijk het meest te duchten. Volgens de organisatie Committee to Project Journalists zaten eind 2018 68 journalisten in het land in de gevangenis.
Turkse journalisten weten dat hun werk niet zonder risico is. Zo werd onderzoeksjournaliste Pelin Ünker vorige week tot dertien maanden gevangenisstraf veroordeeld. Wat zij had misdaan? Ünker had via de zogenaamde Paradise Papers bedrijven van onder meer de vroegere Turkse premier Binali Yildirim en zijn zoons achterhaald. De Paradise Papers zijn miljoenen financiële documenten die in 2016 werden gelekt. Ze legden grootschalige belastingontwijking bloot door onder andere politici, topsporters en filmsterren – veelal via postbusfirma’s en belastingparadijzen.
Ünker richtte zich niet specifiek op de Yildirims, maar kwam hen tegen bij het doorspitten van de documenten. Zo bleek de familie op Malta vijf offshore-ondernemingen te hebben opgestart om de belasting te ontduiken.
De journaliste bood Binali Yildirim keurig wederhoor aan. Die gaf aan dat hij niets te verbergen had. Toch daagde hij de journaliste voor de rechter en die veroordeelde haar voor „laster en belediging.” En zo kan het gebeuren dat wereldwijd is geschreven over de Panama Papers, maar dat het alleen in Turkije tot een strafzaak kwam.
Ironisch is dat de uitspraak op 10 januari gebeurde. Diezelfde dag deed Erdogan felicitaties uitgaan in verband met de ”dag van de actieve journalist”. Letterlijk zei de Turkse president: „De hervormingen van de laatste zestien jaar hebben de Turkse pers aan een democratische en liberale structuur geholpen.”
Persvrijheid is een groot goed in een democratische samenleving. Aan de wijze waarop Turkije journalisten behandelt, blijkt dat het land ver verwijderd is van een democratische samenleving.