Meditatie: Heilsprofetie
Jesaja 9:5a
„Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder.”
Onder de vier dingen die voor Salomo te wonderlijk waren, wordt genoemd: „De weg van een man bij een maagd” (Spreuken 30). Daarmee pogen sommigen te bewijzen dat door een maagd ook wel iemand bedoeld wordt die een man heeft. Sommigen beweren dat deze maagd de vrouw van Jesaja is. Anderen zeggen de huisvrouw van Achaz, en weer anderen een dochter van Achaz, die pas getrouwd zou zijn.
Wij willen niet ontkennen dat de zoon die uit de vrouw van Jesaja geboren werd, door zijn naam tot een teken aan Israël gesteld is, namelijk dat de Heere hierdoor zinnebeeldig de ondergang der Syriërs voorstelde. Toen Jesaja dit profeteerde, had hij echter al een zoon, namelijk Schear Jaschub, zodat zijn vrouw geen maagd meer was. Het is een verzinsel zonder bewijs dat die zoon uit een andere vrouw geboren zou zijn. Dat kind wordt bovendien met een heel andere naam genoemd: nooit is het de koning van Juda geworden, nooit heeft het „de heerschappij op zijn schouders” gehad, wat echter wel van deze Zoon in Jesaja 9 gezegd wordt. Ook kan het de vrouw van Achaz, de moeder van koning Hizkia, niet zijn. Toen dit teken aan Achaz gegeven werd, was hij al koning, Hizkia was ook reeds geboren eer Jesaja dit profeteerde. Hij was al negen jaar oud toen Achaz koning werd, die maar zestien jaar geregeerd heeft.
_Abraham Hellenbroek,
predikant te Rotterdam
(”De beloofde Messias”, uitgave 1976)_