Een warme ruimte waar ze thee kunnen drinken en soep eten. De Pauluskerk in Rotterdam is voor honderden dak- en thuislozen een vertrouwde plek. Sommigen hebben er een bed. Een van hen is Joseph Fornah (52). Hoe kwam hij in de Pauluskerk terecht en hoe ziet zijn week eruit?
„Mijn naam is Joseph Fornah. Op 3 maart 1966 ben ik geboren in het West-Afrikaanse Sierra Leone. Ik kom uit een christelijke familie. We hoorden bij een baptistenkerk. Mijn vrouw, Beatrice, ken ik al vanaf mijn schooltijd. Zij groeide op bij een tante die christen is. Familieleden van haar moeder, die behoorden tot de ”Bondo”, een geheime gemeenschap, wilden dat mijn vrouw het ritueel van de vrouwenbesnijdenis zou ondergaan. Als christenen waren we het daar niet mee eens. We probeerden het te voorkomen.
Op de dag van de begrafenis van haar vader werd mijn vrouw, die zwanger was van ons vierde kind, gedwongen meegenomen naar een plek van de Bondogemeenschap. Ik probeerde haar daar weg te halen, maar dat lukte niet. Na een stevig gevecht, waarbij ik gewond raakte, moest ik vluchten omdat ik mijn leven niet meer zeker was in Sierra Leone. Een zakenrelatie heeft me geholpen om via Guinee naar Europa te komen.
In december 2007 vroeg ik in Nederland asiel aan. Ik heb in allerlei asielzoekerscentra gewoond. In 2012 werd ik zonder verblijfsvergunning op straat gezet. Toen kwam ik in de vroegere nachtopvang van de Pauluskerk (diaconaal centrum, MB) in Rotterdam terecht, waar ik met vijftien tot twintig man in een zaal sliep. Het was er niet goed. Bij een vriend in Rotterdam mocht ik in de kelder geslapen. Dat heb ik een aantal jaren gedaan. Toen dat niet meer kon, ging ik terug naar de Pauluskerk, die inmiddels een nieuw gebouw had, vlak bij het Centraal Station. Ik slaap nu in een kamer met een Afghaan, op de bed-bad-broodafdeling.
Af en toe bel ik mijn moeder in Sierra Leone. Mijn vrouw is sinds 2016 met onze drie kinderen in Guinee, maar heeft daar ook problemen. Ons jongste kind, Christiana, werd geboren nadat ik was gevlucht. Haar heb ik nooit gezien. Onze oudste dochter, Angela, overleed in 2016 aan hoge koorts. Een zoon van mijn oudere broer, die al jaren vermist is, groeide bij ons op en zag mij als zijn vader. In oktober is hij overleden, 18 jaar oud. Hij had ook hoge koorts. Vlak voordat ik op zondagochtend naar de kerk zou gaan, hoorde ik het verschrikkelijke nieuws van mijn moeder.
Inmiddels ben ik elf jaar in Nederland. Op dit moment heb ik mijn achtste advocaat. Hij zegt dat mijn situatie heel moeilijk is, maar dat ik misschien een aanvraag kan doen voor een verblijfsvergunning op humanitaire gronden. Daarvoor moet ik 331 euro leges betalen. Dat geld heb ik niet. De bed-bad-broodafdeling waar ik nu zit, gaat misschien volgend jaar dicht. Daar maak ik me zorgen om, want dan sta ik weer op straat. Hoe het dan verder moet, weet ik niet. De enige oplossing voor mij is dat ik een verblijfsvergunning krijg.”
Dagboek Joseph
ZONDAG
Zondag is voor mij de mooiste dag van de week. ’s Ochtends om 9 uur kijk ik eerst in een ruimte in de Pauluskerk naar het tv-programma Hour of Power, een kerkdienst met de Amerikaanse predikant Bobby Schuler. Om 10 uur vertrek ik naar de dienst van stichting Ontmoeting met pastor Teunis Rijneveld. Een Antilliaanse dame vertaalt voor mij in het Engels. Pas sprak pastor Teunis over de daden van God naar aanleiding van Psalm 78:23-39. Hij legde vers voor vers uit en wees ook op Jezus Christus. Zonder Hem zijn we verloren. Aan het eind van de dienst werd er een gedicht voorgelezen, konden we zelf gebedspunten noemen en zongen we ”Zegen ons Algoede”. Na afloop is er altijd een lunch voor iedereen.
’s Middags is er niets te doen. Ik zit dan in de Pauluskerk of wandel wat rond. Als het buiten koud is, verblijf ik weleens in de hal van het Centraal Station. Daar is het lekker warm.
MAANDAG
Ik sta altijd om zes uur op, dezelfde tijd als vroeger in Afrika, toen ik een timmerbedrijf had. Dat gaat automatisch. God maakt me wakker. Ik begin de dag met gebed en het lezen in de Bijbel. Daarna maak ik mijn ontbijt klaar. Om 9 uur moet ik m’n kamer uit. Daarna zit ik in het open huis van de Pauluskerk, tot ik om 18 uur weer in mijn kamer terechtkan. Soms ik lees de krant, of ik praat met mensen. Maandagmiddag doe ik boodschappen. Elke week krijg ik van de Pauluskerk 70 euro. Daarvan koop ik bij de ALDI, Dirk of Lidl zaken zoals rijst, kip en spaghetti. Mijn eten kan ik zelf klaarmaken. Soms eet ik voor 1 euro in het Eethuis van de Pauluskerk. Vanwege maagklachten mag ik niet alles gebruiken. Ik neem meestal wat salade en een bakje yoghurt.
DINSDAG, WOENSDAG, DONDERDAG
Deze dagen zien er ongeveer hetzelfde uit als de maandag. Het grootste deel van de dag zit ik in het open huis. Of ik me verveel? Ja, maar wat kan ik anders doen? In het verleden deed ik vrijwilligerswerk. Vanwege gezondheidsklachten ben ik daarmee gestopt. Ik heb niet alleen maagklachten, maar ook oogproblemen en een hoge bloeddruk. En ik krijg antidepressiva. Af en toe heb ik een afspraak met een psychiater. Binnenkort begin ik aan een therapie.
Eerder volgde ik op dinsdag taalles in de Pauluskerk. Daar ben ik vorig jaar mei mee gestopt vanwege de problemen met mijn ogen. Ik was heel gestrest en kon me niet concentreren. Van de straatdokter kreeg ik één keer oogdruppels. Toen ze op waren, moest ik zelf nieuwe kopen. Via een vriend bestel ik geregeld nieuwe, in België. Een flesje kost 7,50 euro. Dat betaal ik van mijn weekgeld. Ik kan er drie weken mee doen.
Soms bezoek ik vrienden in de stad, maar dat kan ik niet elke dag doen. Zij hebben ook behoefte aan privacy. Mijn beste vriend, die ook uit Sierra Leone kwam, is helaas naar Engeland verhuisd. Een enkele keer bezorg ik voor een andere vriend een uurtje de krant, de NRC, als hij niet kan.
Ik fiets weleens naar de bibliotheek in de stad. Daar kan ik rustig zitten en kranten lezen. Of ik lees in de Bijbel. Ook maak ik er gebruik van internet. Via YouTube luister ik muziek van de Amerikaanse gospelzanger Don Moen. In 2008, toen ik nog in het azc in Appelscha woonde, ben ik bij een concert van hem in Nederland geweest. Ik houd van zijn muziek.
VRIJDAG
Op vrijdagochtend ga ik naar stichting Ontmoeting aan de ’s-Gravendijkwal, vijf minuten fietsen. Daar hebben we een Bijbelstudie met pastor Rijneveld. We praten met elkaar over een gedeelte van ”De Christenreis” van John Bunyan, na de Bijbel het meest vertaalde boek in de wereld. De laatste keer ging het over Pelgrim die bij de berg van moeilijkheden kwam en richting het paleis van lieflijkheid gaat. Onderweg kwam hij twee leeuwen tegen. Veel van wat er in het boek staat, herken ik. Het is een bemoedigend boek, vol lessen voor mijn dagelijks leven.
ZATERDAG
Op zaterdag heb ik geen vaste bezigheden, dus zit ik vooral in het open huis van de Pauluskerk. Verder is er die dag niks te doen. Na het avondeten neem ik een douche, om 21 uur lees ik zoals elke avond in de Bijbel en om 22 uur ga ik naar bed.