„Jongeren betalen vaak alleen lening terug als er om gevraagd wordt”
Jongeren lenen gemakkelijker en vaker dan ouderen en komen mede daardoor sneller in financiële problemen. Sociale media spelen daarbij een belangrijke rol. Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek van financieel dienstverlener Intrum.
In het zogeheten European Consumer Payment Report van Intrum staat dat 37 procent van de Nederlandse jongeren tussen 18 en 24 jaar door invloed van sociale media aankopen doet die niet binnen het budget passen. Gemiddeld ligt dat percentage bij Nederlanders op 26 procent. In Europa ligt het gemiddelde veel hoger: ruim 40 procent van de Europeanen voelt de druk van sociale media om meer te consumeren dan zou moeten.
Economiedocente Rosita Bussink-Verheij van het Van Lodenstein College in Amersfoort herkent die druk van sociale media bij jongeren. „Via vlogs en dergelijke worden jongeren vaak bewust of onbewust geconfronteerd met reclame. De verleidingen om hieraan toe te geven, kunnen groot zijn.”
Korte termijn
Dat jongeren aankopen doen die ze eigenlijk niet kunnen betalen, ligt volgens Bussink ook aan het feit dat zij vooral op de korte termijn zijn gericht. „Ze overzien daardoor niet altijd de gevolgen van hun gedrag op de lange termijn. Hierdoor kopen ze gemakkelijker op krediet.”
Ook merkt de Amersfoortse economiedocente dat jongeren nog geen goed besef hebben van de waarde van geld. „Als je hen vraagt wat een modaal jaarinkomen is, krijg je bizarre bedragen te horen, variërend van 50.000 tot 200.000 euro.”
Steeds meer mensen kopen via internet, maar de drempel naar schulden wordt er lager door, zo constateert Intrum in het European Consumer Payment Report.
„Achteraf betalen is gemakkelijk en het gebruik van een creditcard werkt schulden in de hand. Meer uitgaven en duurdere aankopen sluipen er snel in. Hoe jonger, hoe vaker dat gebeurt”, vat directeur Rick Terra samen.
Uit rapport blijkt verder dat 40 procent van de Nederlandse jongeren online snel meer uitgeeft omdat dit zo gemakkelijk gaat. Ruim een derde van de ondervraagde jonge Nederlanders zegt uiteindelijk duurder uit te zijn dan ze hadden bedoeld.
Lenen
Een andere opvallende conclusie van het rapport is dat geld lenen aan vrienden die rekeningen niet kunnen betalen, steeds minder een probleem is. Op de vraag of jongeren in het afgelopen jaar iemand hebben geholpen zonder hiervoor terugbetaling te verwachten, zegt een derde ja. Stel je die vraag aan 65-plussers zegt slechts 8 procent ja.
Economiedocent Cor van der Spek van het Driestar College in Leiden merkt al bij de leerlingen van 13 en 14 jaar dat er veel onderling geleend wordt. „Meestal gaat het om minder dan 10 euro, maar hogere bedragen komen ook zeker voor. Voor een scooter bijvoorbeeld. Ik heb het idee dat ook onder reformatorische jongeren lenen steeds meer de normaalste zaak van de wereld is.”
Het terugbetalen van een lening is volgens Van der Spek niet vanzelfsprekend. „Veelal gaan jongeren ervan uit dat de lener vraagt of hij zijn geld terug kan krijgen. Doet hij dat niet, dan kan hij nogal eens naar zijn centen fluiten.”
Intrum-directeur Terra: „Het gemak waarmee wordt geleend en uitgegeven kan heel eenvoudig tot problemen leiden. Betere kennis en voorlichting voor jongeren helpt om hen te behoeden voor schuldenproblematiek.”
Terra vindt dat er moet worden gewerkt aan verstandiger financieel gedrag. „We zien de betalingsmoraal vervagen onder jongeren. Het is een negatieve trend waar we als maatschappij iets aan moeten veranderen. Als mensen op deze leeftijd al dusdanig gemakkelijk geld lenen, kan dat in de toekomst voor problemen zorgen. We doen dat bij Intrum bijvoorbeeld door samen te werken met schuldhulpverleningsinstanties.”
Verantwoordelijkheid
Scholen hebben volgens 57 procent van de ondervraagden een grote verantwoordelijkheid als het gaat om het voorkomen van schulden bij jongeren. Kinderen zouden al op school moeten leren hoe ze hun financiën moeten beheren, vindt 70 procent.
Docent Van der Spek is het ermee eens dat scholen een verantwoordelijkheid hebben op dit gebied. Maar ouders zijn volgens hem wel eerst aan zet. „Het is bovendien best lastig om leerlingen te leren met hun financiën om te gaan terwijl ze er in het dagelijks leven nog nauwelijks mee te maken hebben.”
De docent vindt goede voorlichting ook belangrijk. „Er ontbreekt op die leeftijd nog veel kennis. Pas als je jongeren voorrekent dat er soms wel erg veel rente wordt gevraagd, komen ze met de opmerking dat sparen misschien toch wel het beste is. Eerst sparen en dan kopen.”
Paplepel
Het belang van sparen is reformatorische jongeren volgens docente Bussink met de paplepel ingegoten. „Er zou op het gebied van het in orde hebben van de financiën daarom een verschil kunnen bestaan tussen reformatorische en niet-reformatorische jongeren.”
Wel merkt Bussink dat reformatorische jongeren vaak materialistisch denken. „Als ze sparen, , verlekkeren ze zich vaak aan een mooi huis of een dure auto. De vraag is of dat de juiste houding is ten opzichte van geld.”