Refo lijkt wat bewuster op financieel gebied
Ten opzichte van ruim twintig jaar geleden sparen reformatorische christenen meer, vinden ze het erger om rood te staan en geven ze vaker tienden van hun bezit.
Dat blijkt uit een zaterdag gepubliceerd onderzoek naar materialisme in de gereformeerde gezindte onder ruim 350 lezers van het Reformatorisch Dagblad. Het onderzoek werd in 1997 voor het eerst uitgevoerd.
Over het algemeen denkt het lezerspubliek nog altijd hetzelfde over geld en goed. Zo zegt 82 procent van de ondervraagden ja op de vraag of de reformatorische gezindte materialistischer wordt. In 1997 was dat nagenoeg hetzelfde: 83 procent.
Verschillen zijn vooral te zien op het gebied van sparen, het hebben van schulden, beleggen, zwart werken en het geven van tienden als richtlijn voor giften.
Wat dit laatste betreft: in 1997 zei nog 19 procent van de ondervraagden het Bijbelse begrip tienden te hanteren, anno 2018 ligt dat percentage op 43 procent. Daarbij zijn er verhoudingsgewijs meer mensen uit de Christelijk Gereformeerde Kerk en de Protestantse Kerk Nederland die deze richtlijn gebruiken dan uit andere kerkverbanden.
Bewuster
De onderzoeksresultaten laten een positieve trend zien, zegt Ries van Maldegem, onafhankelijk adviseur en ingenieur, die materialisme in lezingen en columns heeft geanalyseerd. „De reformatorische gezindte lijkt op financieel gebied bewuster en ethischer te zijn geworden.” Zo zijn de ondervraagden kritischer op zwart werken en wordt er minder belegd.
Ds. W. Visscher, predikant van de gereformeerde gemeente in Amersfoort, nuanceert dit beeld enigszins. „Het zijn onderwerpen waar de samenleving in zijn geheel kritischer op geworden is. Als je dat meerekent, vind ik dat er weinig verschil is te zien ten opzichte van twintig jaar geleden.”
Paulus
God vraagt niet dat we als een kluizenaar of pilaarheilige gaan leven, stelt de predikant. „Hij vraagt dat we Hem dienen in de wereld van vandaag. Paulus waarschuwt veel voor de gevaren van geld en goed. Die wil ik krachtig onderstrepen. We kunnen zomaar meer plezier hebben in het saldo van de bankrekening dan in het lezen van de Bijbel of het komen naar Gods huis. Het kan ook zijn dat we graag meer geld uitgeven voor onszelf dan voor een ander.”
Uit het onderzoek blijkt verder dat de gezindte over het algemeen wat welvarender is geworden. Met name de 55-plussers lijken het wat beter te hebben. Wel is de vergelijking met 1997 wat lastig te maken vanwege de overgang naar de euro in combinatie met een forse bandbreedte in de bedragen.
Ries van Maldegem ziet in zijn algemeenheid dat jongeren het moeilijker hebben om op een dergelijk welvaartsniveau te komen. „Deze groep krijgt het sowieso lastig in verband met de vergrijzing die optreedt. Ouderen doen er goed aan, als dat mogelijk is, de volgende generatie financieel te helpen bij een gezonde gezinsvorming.”
Tegelijk ziet hij dat jongeren minder waarde hechten aan bezit en meer aan ervaring. Dat betekent volgens de adviseur overigens niet dat ze daarmee minder materialistisch zijn. „Omdat ze het financieel lastiger krijgen in de toekomst, zou dit zelfs erger kunnen worden. Tegelijkertijd zie ik kansen. In een tijd waarin het moreel kompas in de financiële sector volledig weg lijkt te zijn, kunnen christenen het verschil maken en laten zien dat zij nog wél een kompas hebben. De Bijbel: het beste dat er is.”