De Dorpskerk van Stavenisse heeft „niet zo veel om over op te scheppen”, vindt ds. M. A. Post. Maar: „Ik zie wonderen gebeuren. Jongeren krijgen hier zicht op een nieuwe toekomst.”
De kerkzaal van de Dorpskerk valt wat uit de toon: die is stukken groter dan je bij zo’n bescheiden kerktorentje zou verwachten. Die laatste blijkt uit de 17e eeuw te stammen, terwijl de kerkzaal in neoclassicistische stijl verrees in 1910-1911. „Triomfalisme” noemt de pastor van de gemeente, ds. M. A. Post, het. Hij dient de hervormde gemeente van Gereformeerde Bondssignatuur sinds 2014. De Dorpskerk heeft volgens hem „niet zo veel om over op te scheppen” als het gaat over de betekenis van de gemeente voor het dorp aan de Oosterschelde.
De predikant toont een gegraveerde steen in de kerkzaal: ter nagedachtenis van de ambachtsheerlijke familie Van der Lek de Clercq. Die schonk het kerkgebouw ruim een eeuw terug. De gemeente telde toen zo’n 1100 leden. Dat aantal is ondertussen gedaald tot 300. Ongeveer zestig mensen bezoeken nu de diensten.
Toch is de predikant ervan overtuigd dat de gemeente een „levensreddende boodschap” heeft voor het dorp. „De uitgaande beweging van het Evangelie van Jezus Christus is fundamenteel. Als je dat niet meer hebt, ben je gestopt met kerk-zijn.”
Hoe pakt ds. Post dat aan? In ieder geval niet door overal langs de deuren te gaan bij onkerkelijke dorpsbewoners. „Dat werkt hier niet. Ik benut liever contacten die ontstaan in ontmoetingen op straat of via familie.” Als vanuit het niets komen er kinderen op de catechisatielessen en de zondagsschool af. „Op catechisatie lees ik samen met de kinderen een stuk uit de Bijbel en denken we na over de betekenis ervan. Opa’s en oma’s zijn ontzettend belangrijk. Veel ouders hebben afstand genomen van het geloof. Grootouders brengen kinderen naar deze activiteiten en de Bijbelvakantieweek. Het lijkt wel of het Evangelie een generatie overslaat.”
De kerkleden hebben een cruciale taak, vindt ds. Post. „De gemeenteleden moeten toegerust worden om over de Heere Jezus en Zijn werk te vertellen. Zij vinden het vaak moeilijk om daarover te spreken. Maar alleen diaconaal werk is te weinig.” Want daarin is de gemeente sterk: „Veel gemeenteleden zijn betrokken bij de maaltijdverstrekking.” Ook helpt de gemeente via het zorgpunt mededorpsbewoners met kleinigheden. „Van een deurbelreparatie tot zorgondersteuning.”
Spannend verleden
Werpt de inspanning vruchten af? „Ik zie wonderen gebeuren. Onverwacht komen er jongeren naar de kerk. Er zitten hier jongens met een spannend verleden. Ze worstelen er nog steeds mee. Maar in de kerk krijgen ze hoop. Je hoeft niet volmaakt te zijn om naar de kerk te komen. Hier krijg je zicht op een nieuwe toekomst.”
Ds. Post loopt verder de kerkzaal in. Achter de kansel staat een verrassing. Een klein kapelletje met een praalgraf van ambachtsheer Hieronymus van Tuyll van Serooskerken (1614-1669), gespaard gebleven tijdens de kerkvernieuwing, gaat erachter schuil. De ambachtsheer betekende veel voor de opbouw van het dorp.
Ds. Post wijst naar afbladderende verf. Gevolg van zout in de muren. „De kerk heeft twee keer in het water gestaan. Tijdens de inundatie aan het einde van de Tweede Wereldoorlog en bij de watersnoodramp in 1953. Tien procent van de dorpelingen (153 mensen, HWW) kwam om.”
Een vrachtwagen rijdt voorbij. De chauffeur steekt zijn hand op. Kan het dorp zonder kerk? Sara den Hertog (51), verschoten spijkerjasje en schoudertas met Zeeuwse vlag, komt alleen het gebouw in tijdens de ”moonlight”-verkoping. Maar, zegt ze, overtuigd: „De kerk moet blijven. Die hoort gewoon bij het dorp.”