In gezinnen met veel kinderen hebben zowel mannen als vrouwen een lagere kans op kanker. Dat blijkt uit een wereldwijde studie in 178 landen.
Onderzoekers analyseerden gegevens van 178 landen en stelden een verband vast tussen de grootte van het gezin en de kans op kanker. Dat verband blijkt los te staan van inkomen, verstedelijking of leeftijd. Resultaten zijn deze maand gepubliceerd in BioMed Central.
Uit de studie blijkt dat niet alleen de grootte van het kerngezin, dus vader, moeder en kinderen, van belang is. Ook eventuele andere leden van de bredere familie die mede het huishouden uitmaken kunnen van belang zijn. Hoe groter het huishouden, hoe minder bepaalde soorten kanker voorkomen, waaronder hersen-, blaas-, long-, maag-, borst-, eierstok- en baarmoederhalskanker.
Eerder was al bekend dat de kans op vrouwelijke kankers zoals borst- of eierstokkanker mede bepaald wordt door het aantal zwangerschappen: hoe meer zwangerschappen, hoe lager de kans om een van deze kankers te ontwikkelen. De wetenschappers waren verrast dat de gezinsgrootte ook invloed had op een groot aantal niet-voortplantingsgerelateerde kankers, en vooral dat de beschermende effecten van de gezinsgrootte nog groter bleken voor mannen dan voor vrouwen.
„Het lijkt vreemd dat het kankerrisico bij mannen afhankelijk is van de vruchtbaarheid van hun partner en van de grootte van hun huishouden”, schrijven de onderzoekers. „Hoewel het gezinsleven op bepaalde manieren stressvol kan zijn, creëert het een speciale emotionele omgeving die een positief effect kan hebben op de algemene veerkracht tegen ziekte, en dus kan het ook gezinsleden helpen beschermen tegen de ontwikkeling van een vorm van kanker.”
Mogelijk speelt ook de mogelijkheid dat gezinsleden elkaar stimuleren tot een gezondere levensstijl een rol bij de correlatie.