Pinnen beter voor milieu dan cash
Pinnen is minder schadelijk voor het milieu dan betalen met contant geld. Volgens De Nederlandsche Bank (DNB) staat de milieubelasting van een pinbetaling gelijk aan het anderhalf uur laten branden van een spaarlamp. Bij een contante betaling is dat twee uur.
De grootste vervuiler bij contante betalingen is het vervoer van al het brief- en muntgeld. Dat gebeurt vaak met vrachtwagens die op fossiele brandstoffen rijden. Ook de winning van kopererts voor muntgeld drukt op het milieu. Pinnen is ook niet brandschoon, want de productie en het energieverbruik van pinapparaten zijn ook vervuilend.
DNB baseert zich op gegevens over het betaalverkeer uit 2015. Daaruit blijkt dat de CO2-uitstoot per betaling in cash ruim een vijfde hoger was dan bij het pinnen. De zogeheten ecologische voetafdruk was 36 procent groter bij contante betalingen dan bij pinbetalingen.
Ten opzichte van andere sectoren is de milieubelasting door betaalverkeer overigens relatief beperkt. Alle transacties bij elkaar droegen 0,015 procent bij aan alle CO2-uitstoot van de gehele Nederlandse economie, aldus DNB.
Volgens de toezichthouder kan het betaalverkeer wel een stuk schoner. Zo zouden pinapparaten en de datacenters die betalingen verrekenen vaker op groene stroom kunnen draaien. Ook zouden hybride bestelwagens ingezet kunnen worden voor het transport van contant geld. Verder zouden bepaalde gebieden best wel met wat minder geldautomaten toekunnen, want elke automaat verbruikt elektriciteit.