Fietsgroepen zijn een gevaar op de weg
Door grote groepen fietsende schooljeugd veranderen veel wegen op werkdagen in een gevaarlijke jungle. Zeker nu leerlingen in het schemerdonker de weg op moeten is het voor andere weggebruikers oppassen geblazen.
Een dik, donkergrijs wolkendek hangt laag boven de kop van Overijssel. Onverminderd hard stroomt de regen eruit. Hoewel de zon bijna opkomt, is het haast schemerdonker op deze septemberdag. De koplampen van een auto weerspiegelen in het natte wegdek van de Kamperzeedijk. Dagelijks fietsen er meer dan honderd Pieter Zandtleerlingen over de 13 kilometer lange weg tussen Genemuiden en Kampen.
Ter hoogte van Grafhorst laat een vrouw op de dijk haar poedel uit. Het hoofd diep verscholen in de grote capuchon van haar regenjas. „Weer of geen weer; ik ga elke dag rond deze tijd een rondje met ’m lopen”, vertelt ze. „Nu kan het nog veilig. Over een kwartier fietsen hier grote groepen scholieren langs. Als ik de hond dan uitlaat, belandt hij binnen de kortste keren tussen de spaken.”
Vier vroege vogels rijden om 7.50 uur al op een enkele kilometer van de school. De voorste twee zitten in 3 vmbo, de anderen een klas hoger. Waarom ze zo vroeg zijn? „Stel dat de brug openstaat, dan zijn we tien minuten kwijt. Daarom rekenen we vaak een kwartiertje extra. Dan hoeven we ook niet al die vervelende groepen in te halen.”
Fietsgroepen en de middelbare school; ze zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Vanuit afgelegen dorpen trappen karavanen scholieren naar de stad. Keurige fietsers rijden twee aan twee, de minder gemanierde in rijen van drie of vier. Hoe groter de groepen, hoe gezelliger. Maar ook: hoe lastiger voor medeweggebruikers en hoe gevaarlijker.
Verkeersslachtoffers
Uit cijfers van VeiligheidNL blijkt dat het aantal verkeersslachtoffers onder 12- tot 17-jarige fietsers in september duidelijk hoger is dan in de rest van het jaar. Casper Dirks, programmamanager verkeer van de stichting: „In september is iedereen terug van vakantie. Werknemers zitten allemaal weer in de auto op weg naar kantoor. Ook duurt het ’s ochtends langer voordat het licht wordt. Deze factoren in combinatie met de grote groep nieuwe scholieren op de weg kunnen voor extra ongelukken zorgen.”
Om 8.05 uur passeert de eerste grote fietsgroep het gehucht Kamperzeedijk-West, dat op zo’n 6 kilometer van Kampen ligt. De groep telt een kleine twintig leden die keurig twee aan twee rijden. Normaal is de groep groter, maar omdat het regent zijn er een paar met de bus.
Voorop fietsen een paar meiden uit de eerste klas. Ze maken de rit naar school voor de vierde keer. Een van hen kon op de basisschool lopend naar school. „Het fietsen is heel gezellig, maar wel zwaar”, vindt ze. „Soms is het opletten geblazen. We fietsen ook weleens met z’n drieën naast elkaar. Maar dan moet je gewoon snel inschikken als er een tegenligger aan komt.”
Brugklassers zijn bovengemiddeld vaak slachtoffer bij een fietsongeval. In de periode 2013-2017 belandden volgens VeiligheidNL in september per jaar gemiddeld 300 12-jarigen op de spoedeisende hulp (SEH). De rest van het jaar zijn dat er per maand zo’n honderd. Dirks van VeiligheidNL: „Er komen in het verkeer zo veel prikkels op hen af. Ze zijn al die afleiding niet gewend.”
De oproep van Dirks aan automobilisten is daarom: wees erop bedacht dat jonge scholieren op de fiets ook nog moeten leren hoe ze zich op de juiste manier door het verkeer moeten bewegen. „Houd je in. Al begrijp ik dat het heel irritant is als je achter een groep pubers rijdt die de helft van de weg bezet. Hard toeteren heeft echt geen zin; dat veroorzaakt waarschijnlijk nog meer ongelukken. Blijf rustig wachten. Liever zonder brokken een half minuutje later op het werk dan het risico op gewonden.”
Goed uitkijken
Het fietspad langs de dijk verandert voorbij Kamperzeedijk-West in een iets bredere parallelweg. De twintig man tellende fietsgroep dijt uit en rijdt inmiddels in rijtjes van drie tot vier leerlingen. „Hier kan het”, vindt een jongen met donkere krullen uit 5 havo. „Maar het is wel gevaarlijk. Auto’s mogen namelijk ook over deze weg.” Volgens zijn klasgenoot „een kwestie van goed uitkijken.”
„Ik heb één keer meegemaakt dat het misging”, vertelt een jongen uit 3 vmbo die halverwege de stoet fietst. „Er kwam ons een scooter tegemoet. Die knalde op degene die linksvoor reed. Door het domino-effect viel de halve groep om.”
De schare scholieren moet in de buurt van IJsselmuiden de grote weg oversteken. Een wirwar van sturen, trappers en wielen beweegt zich over het asfalt. Wie stopt er voor de naderende auto’s? Niemand, dus zit er voor de automobilisten niets anders op dan vaart te minderen. Als de stroom fietsers opgedroogd is, rijden ze met een dot gas weg.
Even verderop splitst de groep. Zo’n vijftien leerlingen moeten naar een nevenvestiging van de Pieter Zandt, in IJsselmuiden. Ze slaan linksaf. Zonder hand uit te steken. Met haastige spoed sturen de leerlingen hun rijwiel naar de veilige zijstraat. Getoeter. Remmende auto’s. Boze blikken.
Levensgevaarlijk
Eenmaal in stedelijk gebied doen er zich veel gevaarlijke situaties achter elkaar voor. Tweehonderd meter nadat een deel van de fietsgroep afsloeg, moet het restant bij een rotonde linksaf. Een enkeling rijdt driekwart van de cirkel, maar de meerderheid kiest ervoor om tegen het verkeer in de korte route te nemen. Wat de situatie extra gevaarlijk maakt: op de hoek die ze om moeten, staat een huis dat het zicht voor fietsers en automobilisten belemmert.
„Het gaat meestal goed, maar dat is een wonder”, vindt een 72-jarige vrouw uit IJsselmuiden. Vanuit haar bejaardenwoning ziet ze regelmatig hoe het vaak bijna misgaat bij de rotonde. „Auto’s slaan argeloos af en botsen dan bijna op scholieren die de hoek om komen zeilen.”
De 48-jarige Josien uit Grafhorst rijdt op een e-bike de rotonde over. Ze is op weg naar haar werk. Ze moet ook regelmatig de zwabberende scholieren ontwijken. „Het is levensgevaarlijk. Als ze maar eens begonnen om niet voortdurend op hun telefoon te turen. Of die doppen uit hun oren te halen.”
De brug over de IJssel, de smalle straatjes in de historische binnenstad en een veelheid aan rotondes. De route naar de Pieter Zandt is de veiligste niet. Toch lukt het deze ochtend alle fietsgroepen om zonder kleerscheuren op school te komen. Hoe zal de terugreis vanmiddag verlopen?
„Goed contact met de buurt cruciaal”
De Pieter Zandt scholengemeenschap in Kampen heeft een speciaal beleid om problemen met fietsende leerlingen te voorkomen en zo nodig op te lossen. Veiligheidscoördinator Leendert van den Berg is verantwoordelijk voor de uitvoering van het ”fietsgroepenbeleid”.
De Pieter Zandt kreeg vorig jaar twaalf meldingen van overlast door fietsgroepen, weet Van den Berg. „De klachten worden naar mij doorgesluisd. Eerst bel ik de klagende buur terug. Ik vertel welke acties de school onderneemt om het probleem aan te pakken. Een halfjaar later bel ik opnieuw om te vragen of de acties effect hebben gehad.”
Na het telefoongesprek probeert Van den Berg te achterhalen wie de schuldige is. „We geven hem of haar een gepaste straf. Vinden we de dader niet en horen we dat de overtreding gemaakt blijft worden, dan licht ik eerst de politie in. Zij controleert op de plek waar de overlast plaatsheeft. Daarnaast plaats ik een oproep op de beeldschermen die door de hele school hangen. Dat is een bericht in de trant van: „We krijgen klachten over fietsers die zich op de openbare weg misdragen. Zorg er alstublieft voor dat iedereen veilig van de straat gebruik kan maken.””
Levensgevaarlijk
Vorig jaar kreeg Van den Berg een melding van een fietsgroep die op de autorijbaan reed. Een van de buurtbewoners had er een filmpje van gemaakt en naar de coördinator gestuurd. „Die beelden zet ik dan bij de oproep op de schermen in school. Dat werkt. Ik merk dat erover gepraat wordt.”
Komen er over één situatie meerdere meldingen, dan gaat Van den Berg zelf kijken. „Dat deed ik bijvoorbeeld toen groepen over de autorijbaan fietsten. Wat bleek daar aan de hand te zijn? Er waren wegwerkzaamheden. De omleiding voor fietsers ging over een pad dat nog helemaal niet berijdbaar en levensgevaarlijk was. Dat heb ik bij de gemeente gemeld. Zij heeft de situatie opgelost.”
Preventie van overlast en het voorkomen van ongelukken is ook onderdeel van het fietsgroepenbeleid. Eerst via de ouders. Zij zijn eindverantwoordelijk voor een veilige gang naar school, vindt Van den Berg. „In de eerste nieuwsbrief van het jaar besteden we er daarom aandacht aan. Op de eerste ouderavond praten we met nieuwe ouders door over het fietsbeleid. We onderstrepen het belang van veiligheid op de weg. En we vragen bijvoorbeeld of de fietsverlichting in orde is. Wellicht is het overbodig, maar wij willen er alles aan doen om ongelukken te voorkomen.”
Leerlingen kennis bijbrengen over fietsveiligheid. Dat vindt de provincie Overijssel belangrijk. Daarom heeft ze een pakket aan lesmethoden erover beschikbaar gesteld voor scholen. Die kunnen ieder jaar kiezen. Een van de opties: Streetwise van de ANWB. Bij die methode komen onder andere persoonlijke verhalen aan bod en krijgen de kinderen confronterende beelden te zien.
Prikstokken
„Overlast van fietsende leerlingen zal er altijd blijven”, denkt Van den Berg. „Daarom is het belangrijk dat je de relatie met de buurt goed houdt.”
De Kampenaar krijgt ook regelmatig klachten over leerlingen die tijdens het fietsen afval achterlaten. „Het is lastig om de vervuilers op te sporen en hen de rommel op te laten ruimen. Daarom zijn we afgelopen januari met een paar collega’s met vuilniszakken en prikstokken de buurt in gegaan om schoon te maken. We maakten een praatje met buurtbewoners. Zo blijft het contact goed. Dat is cruciaal.”
Hoe stuur je je kind veilig naar school?
Vijf tips van Martijn van Es van de Fietsersbond voor ouders die hun kind goed voorbereid de weg naar school op willen sturen.
1. Breng uw kind, als dat mogelijk is, op de fiets naar de basisschool. Zo raakt uw zoon of dochter van jongs af aan gewend aan de drukte in het verkeer.
2. Een veilige route is belangrijker dan een snelle route. Pak de plattegrond erbij en maak een routebeschrijving waarbij uw kind bijvoorbeeld niet door het bos of langs een heel drukke straat hoeft te fietsen.
3. Maak een proefrit. Rijd in de maand voorafgaand aan de start van het schooljaar ten minste eenmaal de route naar school. Zo raakt uw kind bekend met de route en kunt u waarschuwen voor ingewikkelde verkeerssituaties en gevaarlijke kruispunten.
4. Zorg voor een veilige fiets. Controleer of de fietsverlichting het doet, of er nog genoeg profiel op de banden zit en of er geen gevaarlijke roestplekken zijn. Voor de zekerheid kunt u het rijwiel door een fietsenmaker laten nalopen.
5. Is de verkeerssituatie in de buurt van school onveilig, dan kunt u dit melden bij het ”Meldpunt onveilige schoolroutes” van de Fietsersbond. Onze plaatselijke vrijwilligers gaan de situatie bekijken en kaarten die aan bij de gemeente. Mijn ervaring is dat gemeenten behoorlijk bereidwillig zijn om de situatie aan te pakken.