Het afschaffen van de dividendbelasting betekent eerder een verslechtering van het vestigingsklimaat van Nederland dan een verbetering. Ook de werkgelegenheid is er niet bij gebaat. Dat stellen economen van de Rabobank in een donderdag gepubliceerd zogeheten themabericht.
„Terwijl het kabinet volhardt dat de dividendbelasting ons vestigingsklimaat verziekt, blijft in de discussie onderbelicht dat het afschaffen daarvan ook averechts kan uitpakken voor de aantrekkelijkheid van Nederland voor (buitenlandse) bedrijven”, schrijven de opstellers, onder wie Barbara Baarsma. Zij is directeur kennisontwikkeling bij de Rabobank, hoogleraar marktwerking en mededingingseconomie aan de Universiteit van Amsterdam en kroonlid bij de Sociaal Economische Raad (SER).
Nederland is volgens de auteurs vooral een gewilde vestigingsplek dankzij het grote aantal verdragen dat het heeft gesloten met andere landen om dubbele belasting van dividend te voorkomen. Zonder dividendbelasting heeft ons land minder weg te geven en staat het minder sterk in onderhandelingen. Dat kan het lastiger maken om het netwerk van verdragen in stand te houden.
De economen maken zich ook zorgen over het internationale imago van Nederland. Ze wijzen op „de manier waarop het plan er politiek doorheen is gedrukt”: slechts vier bedrijven hebben overheidsbeleid ter waarde van miljarden euro’s „naar hun hand gezet.” Ze verwijten de coalitie gebrek aan transparantie hierover. „Het vestigingsklimaat heeft het meeste baat bij democratische duidelijkheid en bij maatregelen die voor een grote groep bedrijven gunstig zijn”, schrijven ze in het bericht.
Een derde aspect waar de Rabobank-economen op wijzen is dat bedrijven bij lage belastingtarieven vaak juist meer dividend gaan uitkeren. Dit geldt vooral voor ondernemingen waar topmanagers veel aandelen in handen hebben. Er gaat dan minder geld naar de werknemers en naar innovatie.
Kritiek hebben de opstellers verder op de manier waarop de overheid de kosten van de afschaffing van de dividendbelasting wil compenseren. Een van de maatregelen is bezuiniging op de belastingkorting voor buitenlandse werknemers, de zogeheten expatregeling. De maximale looptijd daarvan gaat in januari van acht naar vijf jaar. Buitenlandse werknemers hebben daar amper op kunnen anticiperen, vinden de economen, en dat terwijl de regeling juist is bedoeld om schaars talent aan te trekken dat in Nederland niet of nauwelijks te vinden is. Ook deze maatregel pakt daardoor nadelig uit voor de aantrekkelijkheid van Nederland als vestigingsplaats, stellen de opstellers.
Naar verluidt wil het kabinet –om de kosten van het afschaffen van de dividendbelasting te dekken– de vennootschapsbelasting (vpb) minder verlagen dan in het regeerakkoord is beloofd. Volgens Baarsma en haar mede-auteur Nic Vrieselaar zou dat een negatief effect hebben op het vestigingsklimaat dat „wel eens groter zou kunnen zijn dan het positieve effect van de afschaffing van de dividendbelasting”. De vennootschapsbelasting treft namelijk veel bedrijven, „waaronder belangrijke multinationals.”
Voor de „gewone, normale Nederlander” zou het volgens de twee economen veel beter zijn om de twee miljard euro die het voornemen van de coalitie kost in te zetten voor verlaging van de werkgeverslasten en de belasting op arbeid. „Werkende Nederlanders houden dan niet alleen meer over in hun portemonnee, maar ze worden ook aantrekkelijker voor bedrijven.”