Binnenland

Ross: Meer actie door inspectie bij euthanasie

DEN HAAG - De Inspectie voor de Gezondheidszorg moet actiever optreden wanneer artsen de procedureregels voor euthanasie niet precies hebben gevolgd. Dan kunnen deze artsen tuchtrechtelijk worden vervolgd. Nu komt het nog te vaak voor dat het openbaar ministerie besluit niet strafrechtelijk te vervolgen omdat het gaat om slechts een kleine schending van de regels.

Redactie politiek
8 July 2004 11:47Gewijzigd op 14 November 2020 01:24

Dat schrijft staatssecretaris Ross-van Dorp van Volksgezondheid in een kabinetsreactie op de evaluatie van de euthanasiewet vorig jaar. Ross constateert dat er een lacune is in de huidige mogelijkheden om artsen die in lichte mate afwijken van de bestaande regels voor euthanasie, te vervolgen.

Een arts die bij euthanasie bijvoorbeeld geen tweede arts raadpleegt, worden door het OM niet aangepakt omdat strafrechtelijke vervolging in geen verhouding zou staan tot de overtreding. Daardoor gaan deze artsen geheel en al vrijuit. De mogelijkheid dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg de zaak voor het medisch tuchtcollege brengt, wat de arts in kwestie een berisping op kan leveren of een tijdelijk verbod om te werken, wordt vanwege personeelsgebrek zelden benut. Dat moet veranderen, schrijft Ross nu aan de Tweede Kamer.

Overigens kan de inspectie ook minder vergaande maatregelen nemen, zoals het aangaan van een gesprek met de desbetreffende arts.

De evaluatie van de euthanasiewet gaf vorig jaar aan dat het aantal geregistreerde euthanasiegevallen daalt. In 2002 waren dat er nog 2123; vorig jaar waren het er 1815. Ross start nu een onderzoek om vast te stellen of er -bijvoorbeeld door betere palliatieve zorg- daadwerkelijk minder euthanasieverzoeken worden gedaan of dat artsen vaker weigeren te melden. In dat onderzoek zal zij ook nagaan wat voor artsen de redenen zijn om in bepaalde gevallen niet te melden.

In elk geval zullen zorginstellingen hun personeel via protocollen aan moeten sporen altijd melding te maken van euthanasie, vindt de staatssecretaris. In formulieren zullen de zorgvuldigheidseisen duidelijker moeten worden omschreven, zodat artsen beter weten wanneer zij aan de criteria voldoen en daardoor vaker zullen melden. De meldingsbereidheid is nu nog onvoldoende, weet Ross.

Een belangrijk hulpmiddel kan verder zijn het opzetten van een databank, met daarin de beoordelingen van de regionale toetsingscommissies inzake concrete gevallen, schrijft de staatssecretaris. Van de oordelen over die, overigens geanonimiseerde, gevallen kunnen artsen dan kennisnemen. Dit vergroot de transparantie en de eenduidigheid over de zorgvuldigheidseisen, meent het kabinet.

Wat betreft zelfdoding door mensen die niet lijden aan een ernstige lichamelijke of psychische aandoening maar voor wie naar hun eigen gevoel het leven geen enkele waarde meer heeft, merkt het kabinet op „dat het niet uitgesloten is dat de maatschappelijke discussie over dit thema mogelijk de komende jaren door zal gaan”, maar dat het zelf over dit onderwerp „geen discussie zal stimuleren.” Het kabinet houdt eraan vast dat een arts alleen straffeloos kan blijven „als aan het lijden van de patiënt een medisch classificeerbare somatische of psychische aandoening ten grondslag ligt.”

De ziekte dementie is op zichzelf niet voldoende reden voor levensbeëindiging, stelt Ross.


RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer