Veel is er niet over van de Betuwelinie. De gemeente Neder-Betuwe wil de voormalige verdedigingsstelling beter zichtbaar maken in het landschap.
Een sluis aan de Linge, het herstelde fort De Spees bij Kesteren en enkele kazematten herinneren nog aan de 3,7 kilometer lange Betuwelinie. Verder is op een aantal plaatsen het tracé in het landschap terug te zien. Door ruilverkaveling, afgraving en bebouwing is het verdedigingswerk echter grotendeels verdwenen.
De linie werd rond 1800 aangelegd in het verlengde van de Grebbelinie tussen Nederrijn en Waal, op het smalste deel van de huidige gemeente Neder-Betuwe. De Betuwelinie moest verhinderen dat de vijand de Grebbelinie via de Betuwe zou omzeilen. De twee linies vormden, naast de Hollandse Waterlinie, een tweede verdedigingstelling voor Holland. De Betuwelinie bestond uit een dijk, tevens waterkering, met aan de oostzijde een gracht. Het voorland kon bij vijandelijke dreiging onder water worden gezet. Aan beide uiteinden werden forten gebouwd: bij de Linge bij Ochten en bij Kesteren (De Spees). Voor de Tweede Wereldoorlog is de linie versterkt, onder meer met kazematten. Zowel de Nederlanders (in 1940) als de Duitsers (in 1944) benutten de stelling.
De Rijksweg A15 (Rotterdam-Bemmel), de Betuweroute voor het goederenvervoer per rail en de spoorlijn Arnhem-Tiel belemmeren een volledige reconstructie van de Betuwelinie.
„We zijn nu vooral bezig met het doordenken van de mogelijkheden om de Betuwelinie deels te herstellen”, zegt wethouder Hans Keuken van Neder-Betuwe. Vanwege de gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog heeft dit herstel ook cultuurhistorische waarde. „In 2013 is De Spees hersteld, als onderdeel van de dijkversterking tussen Arnhem en Kinderdijk. Voor de rest van de linie lagen er toen geen plannen. Vanaf 2020 wordt de dijk langs de Waal verzwaard. Bovendien wordt de oude veerhaven bij Ochten aangepast voor recreatie en toerisme. Dat biedt mooie kansen om een gedeeltelijk herstel van de Betuwelinie daaraan te koppelen. We denken bijvoorbeeld aan een recreatief wandel- en fietspad langs de hele linie van de veerhaven, mogelijk tot aan de overkant van de Nederrijn.” De herstelplannen verkeren volgens Keuken in de voorbereidende fase. „We bekijken waar we wat terug willen laten komen en wat er aan subsidies en bijdragen van private partijen mogelijk is. Daarbij rekenen we ook op provinciaal en Europees geld. Midden 2019, moet er een concreet plan met financieringsvoorstel zijn.”