Cultuur & boeken
Het mysterie van het oosters christendom

Beelden van kruisen, wierook en liturgische gewaden. Dat is wat bij mensen vaak opkomt als zij denken aan de Orthodoxe Kerk, de mysterieuze kerk van het Oosten met haar indrukwekkende kathedralen en hun gouden koepels. De kerk pretendeert terug te gaan op de Vroege Kerk en is soms niet vrij van enig superioriteitsdenken. Een complexe wereld die vanwege de vluchtelingen steeds actueler wordt in Nederland.

Klaas van der Zwaag
De Svyato Mikhailovsky Kathedraal in Ischewsk in Rusland. beeld Wikimedia
De Svyato Mikhailovsky Kathedraal in Ischewsk in Rusland. beeld Wikimedia

Het nieuwe Handboek Oosters Christendom voorziet in een duidelijke behoefte. Nadat we al eerder kennis konden nemen van een overzicht van de oriëntaals-orthodoxe kerken in Nederland door Jaap van Slageren, hebben we in het boek van de redacteuren Herman Teule en Alfons Brüning een schitterend encyclopedisch werk in handen.

De structuur van het boek is helder en overzichtelijk. Het bestaat uit zeven delen. Begonnen wordt met een algemene historische inleiding, waarin de geschiedenis van de Vroege Kerk in vogelvlucht langskomt. Daarna volgt de beschrijving van de afzonderlijke kerkgemeenschappen, zoals de Syrisch-Orthodoxe Kerk, het Egyptisch christendom (de kopten), de Armeens-Apostolische Kerk, de Thomaschristenen (India), de verschillende orthodoxe kerken in Oost-Europa, Rusland en de Kaukasus, de „geünieerde” kerken in Oost-Europa en het Midden-Oosten. Elk hoofdstuk biedt een mix van geschiedenis en actualiteit.

Tegelijkertijd met dit standaardwerk verscheen een overzichtswerk van Gabriele Quicke, sinds 2009 in Rome stafmedewerker van de Pauselijke Raad ter Bevordering van de Eenheid van de Christe- nen, waar hij verantwoordelijk is voor de dialoog met de Oosters-Orthodoxe Kerken. Hij typeert het oosters christendom als een mozaïek van kerken en christelijke tradities die zich hebben ontwikkeld in het Midden-Oosten en zich verspreid hebben tussen Oost-Europa en Zuid-India. Tegenwoordig zijn er oosterse kerken die meer gelovigen hebben in de diaspora dan in het Oosten zelf.

Meer dan theologie

In 1054 vond het schisma tussen de Rooms-Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk plaats, het resultaat van een eeuwenlang proces van wederzijdse vervreemding, zo stelt Quicke. Veel theologische geschillen hebben te maken gehad met politieke conflicten en culturele en etnische verschillen. De theologische soep wordt dus niet zo heet gegeten als ze wordt opgediend. De zogenoemde Byzantijnse kerken (Oosters-Orthodox of Oost-Romeinse) hebben de eerste zeven oecumenische concilies (van Nicea tot Constantinopel) aanvaard en bevinden zich in eenheid met het Oecumenisch Patriarchaat van Constantinopel.

Quicke merkt op dat het christelijke Oosten geworteld is in een geheel van antieke, zelfs apostolische tradities. Het oosterse christendom bestaat niet alleen uit Byzantijnse kerken, maar ook uit de kerken van de oriëntaalse niet-Byzantijnse tradities, zoals de koptische, de Armeense, de Ethiopische en de Syrische kerken. Met de Britse wetenschapper Sebastion Brock is te spreken van de drie longen of tradities van de wereldkerk: de Latijnse, de Griekse en de Syrische (of oriëntaalse) traditie.

Liturgie

Wie aan de Orthodoxe Kerk denkt, verbindt deze direct aan de liturgie. Voor protestanten is die al snel gelijkgesteld aan formalistische rituelen (vooral in kringen van Russische baptisten), maar in de Byzantijnse traditie spreekt men van de „goddelijke liturgie”. Ook de uitdrukking ”Byzantijnse ritus” wordt vaak gebruikt. Daaronder verstaat men het totale erfgoed van de kerk: niet alleen de eredienst, maar ook de geloofsleer, de moraal, de spiritualiteit en de religieuze volkscultuur.

De liturgie is het fundament en de hoofdbron van het geloof. In de viering wordt geopenbaard wat de juiste manier van lofprijzing respectievelijk het juiste geloof (beide: orthodoxie) is. De Orthodoxe Kerk staat voor de rechte leer, iets waar ze door de geschiedenis heen veel nadruk op heeft opgelegd.

De Grieks-Byzantijnse religieuze cultuur heeft het Latijnse christendom veel uit haar rijke liturgische en spirituele schatkamer geschonken. De eerste zeven oecumenische concilies vonden in het Griekse Oosten plaats, niet in het Latijnse Westen. Veel dogmatische controversen, over de Drie-eenheid, de Persoon van Jezus Christus en Maria als de moeder Gods, hebben de inhoud van heel de liturgie beïnvloed. In de loop van de tijd heeft de Byzantijnse vorm van liturgie vieren in ongeveer 85 procent van de oosterse kerken ingang gevonden. Maar binnen de zogeheten oriëntaalse liturgieën zijn er vele variaties en verschillen, bijvoorbeeld tussen de Ethiopische en de Armeense ritus.

Daarnaast zijn er oosterse kerken die zich om verschillende redenen met Rome herenigd hebben en voor de Latijnse ritus kozen. Ze worden „geunieerde” (verenigde) kerken genoemd, Byzantijns-katholiek of Grieks-katholiek. Interessant is dat het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) bij deze gelatiniseerde kerken erop aandrong om hun eigen oosterse liturgische en spirituele traditie in ere te herstellen en te koesteren. Dat is ook gebeurd.

Taalkloof

Een van de grootste uitdagingen voor de Orthodoxe Kerk in deze tijd is om de brug te slaan van de eeuwenoude liturgieën naar de huidige mens. De taal die in de eredienst wordt gebruikt is voor veel orthodoxen een ernstig probleem geworden, zo stelt B. Groen in het handboek. Velen in de Griekse traditie begrijpen het Oudgrieks van de Septuagint en het Nieuwe Testament niet meer goed. Woorden hebben een geheel andere betekenis gekregen. Iets dergelijks geldt voor talrijke Russen die het Kerkslavisch niet langer begrijpen. Al met al een discussie die sterk doet denken aan die over de Statenvertaling en de kloof met de taal in de 21e eeuw.

Er is niet voor niets een debat ontstaan of de liturgie niet in de moedertaal moet plaatsvinden. Tegenstanders vinden dit streven een teken van westers rationalisme en in strijd met het mystieke karakter van de Byzantijnse eredienst. Toch koesteren tal van orthodoxen dit verlangen, aldus Groen, en wel vooral uit de wens om volledig aan de viering te kunnen deelnemen. Iets vergelijkbaars gebeurde in de Rooms-Katholieke Kerk, waar de kerkleden steeds meer participeerden in de eredienst en geen passieve toeschouwers meer waren van de mis, die door de priester gecelebreerd werd.

Spiritualiteit

Kenmerkend voor de Orthodoxe Kerk is dat er nooit een scherp onderscheid gemaakt is tussen mystiek en theologie. Beide vullen elkaar aan. Daarmee is de orthodoxe theologie een voortzetting van de zogeheten monastieke theologie (de theologie van de kloosters) uit de eerste eeuwen van het christendom, die in de westerse kerk uiteindelijk vervangen werd door de scholastieke theologie.

De kracht van de Orthodoxe Kerk ligt vooral in haar rijke spiritualiteit en vroomheidstradities. Bekend is de Syrische spiritualiteit in de kloosters. Kloosterleven is zó wezenlijk verbonden met de West-Syrische kerk, dat ook in de diaspora kloosters gevestigd zijn, zoals het klooster van Efrem de Syriër in Glane-Losser (Twente).

I. A. Murzaku drukt het zo uit: „Het is in de kloosters dat men de ongedeelde Kerk op haar best kan ervaren. Daar leeft men het gedeelde erfgoed met een diepere intensiteit: het geloof van de vroege concilies, de kerkvaders en het liturgisch gebed. Monastieke spiritualiteit is theologisch, en haar theologie is spiritueel.” De ervaring is daarom belangrijk in de orthodoxie. Hegumen Tichon, een van de belangrijkste Rus- sische starets (geestelijken), zegt het zo: „Alleen door de erva- ring en de daadwerkelijke om- gang met Christus verkrijg je het levende en schouwende geloof.”

De spiritualiteit van de oosterse kerken heeft in sterke mate de traditie van de Vroege Kerk voortgezet. Het denken is daar meer gericht op het zoeken naar eenheid dan op het aanbrengen van onderscheidingen. De theologische reflectie kan zelfs een storende rol spelen bij het ontwikkelen van de geestelijke weg, gericht op het schouwen van God.

Kenmerkend voor de Orthodoxe Kerk is de verering van de iconen. We lezen in het handboek uitvoerig over de beeldenstrijd (iconoclasme) die beslecht is ten gunste van de verering van de iconen. Uitgangspunt is dat de natuur verheven is door de menswording van God, Die de wereld is binnengegaan. Daardoor is de mens deelgenoot geworden van de goddelijke natuur.

Het is volgens de Orthodoxe Kerk niet zo dat er afgoderij wordt gepleegd met het geschapene. Via de zintuigen klimt de mens op tot God. De eer die de mens aan het beeld of de afbeelding bewijst, gaat op het oerbeeld over. De concilievaders van Nicea stelden dat de vereiste begroeting en het eerbiedig buigen voor de iconen onderscheiden is van de eigenlijke aanbidding die alleen God toekomt. De verering van afbeeldingen wordt als een herinnering en een verlangen naar de oerbeelden opgevat. Iconen hebben een therapeutische werking als medium tussen het tijdelijke en het eeuwige.

Evaluatie

De Orthodoxe Kerk lijkt in het Westen steeds meer een plek te krijgen. Er is een zekere uitstraling naar veel protestanten en katholieken vanwege de fascinatie voor iconen en orthodoxe spiritualiteit. Volgens Quicke voelen heel wat westerse christenen zich aangetrokken door het „hemelse” karakter van de oosterse liturgie, al is het zo dat beide dimensies nodig zijn: hemel en aarde, contemplatie en actie. Het heeft ongetwijfeld te maken met de hang naar spiritualiteit en de visuele beleving van het geloof.

Ten aanzien van West en Oost hebben we te maken met verschillende tradities. Over het algemeen kun je zeggen dat in het Oosten het begrip zonde en schuld minder een rol speelt dan in het Westen. Cruciaal in het Oosten is de leer van de vergoddelijking (Grieks: theosis), de potentie van de mens om goddelijk of gelijk aan God te worden. Die leer wordt verbonden aan de visie op de mens als het beeld van God in de zin van een goddelijke kern die als potentieel gerealiseerd moet worden.

Dat West en Oost elkaar kunnen verrijken staat mijns inziens buiten kijf. De schisma’s en verschillen in het verre verleden zijn vaak moeilijk uit te leggen en hebben veel te maken gehad met niet-theologische factoren en het langs elkaar heen leven. Ze stoelden ook nog eens vaak op begripsverwarring vanwege de verschillende Latijnse en Griekse taal.

Het superioriteitsdenken en de moeizame oecumenische opstelling zijn de Orthodoxe Kerk helaas niet vreemd, gestoeld op het besef dat zij de ware apostolische kerk is. Op dit punt streeft zij zelfs de Rooms-Katholieke Kerk voorbij. Het gevaar van verstarde liturgische vormen in onbegrijpelijke taal blijft aanwezig, ondanks de diepe spirituele inhoud van eeuwenoude tradities. Aan dat laatste is veel inspiratie te ontlenen, vooral gezien vanuit het perspectief van de westerse kerk, die in het algemeen veel vrijzinniger en liberaler is geworden, dus minder ”orthodox”.

Orthodoxe Kerk niet vrij van superioriteitsdenken

De Orthodoxe Kerk doet volop mee met de oecumene, zoals in de Wereldraad van Kerken. Maar er doen zich geregeld spanningen voor op theologisch en ethisch vlak. Zo moeten de orthodoxe kerken niets hebben van liberale standpunten ten aanzien van homoseksualiteit en is de vrouw in het ambt uitgesloten. Homorelaties mogen niet kerkelijk-liturgisch worden ingezegend. Bepaalde orthodoxe conferenties hebben de wens geuit naar de herinvoering van het diakenambt voor vrouwen, maar dit is op de meeste plaatsen tot nu toe een dode letter gebleven.

Zelfs het concept van mensenrechten, vrijheid van meningsuiting, godsdienst en de pers heeft een moeizame geschiedenis van acceptatie gehad, zo laat de bijdrage van A. Brüning in het handboek zien. De Orthodoxe Kerk ziet deze begrippen te veel als westers product van verlichting en liberalisme. De kerk claimt vaak een bolwerk te zijn voor de verdediging van nationale en traditionele waarden en strijdt voor een geprivilegieerde positie in staat en maatschappij. Maar de tijd van de monolithische volkskerk met een intensieve deelname aan de parochiële liturgievieringen staat vandaag de dag onder enorme druk, aldus B. Groen in het handboek. Die uitdaging is er helemaal in de diaspora.

Er zijn soms goede relaties met protestanten en rooms-katholieken. Doorgaans erkent men elkaars doop en zijn er gemengde huwelijken. Intercommunie is niet toegestaan. Ondanks de plaats van de Orthodoxe Kerk in de oecumene, blijven er nog verschillende knelpunten. De gemeenschappelijke kerkleer van orthodoxen en rooms-katholieken is een eucharistische kerkleer (gericht op de centrale plaats van het avondmaal), maar het primaatschap van de bisschop van Rome is een ernstig verschilpunt. Ook beklemtoont men in de Rooms-Katholieke Kerk veel meer dan in de Orthodoxe Kerk de verkondigingstaak van de priester en bisschop.

In 2016 werd het langverwachte panorthodox concilie op Kreta (al trokken sommige orthodoxe kerken zich ook terug) gehouden en daar verdedigde de Orthodoxe Kerk zichzelf als „de ene, heilige, katholieke en apostolische kerk.” Zij heeft tot op de dag van vandaag geen overeenstemming bereikt die een mogelijke erkenning van protestanten als kerken inhoudt. Het panconcilie toonde wel een grotere openheid, maar nog geen eenduidig standpunt ten opzichte van de andere kerken. Anti-oecumenische stemmen hebben tot op vandaag grote invloed in veel orthodoxe landen.

Ook de oosterse kerken zelf hebben te maken met verdeeldheid en onderlinge verschillen. Door een gemeenschappelijke Arabische identiteit kunnen de oosterse christenen hun onderlinge theologische verschillen en hun etnisch particularisme overstijgen, zo hoopt Quicke in zijn boek over de christenen in het Midden-Oosten. Bovendien leven de christenen in het Midden-Oosten al vijftien eeuwen samen met moslims, zodat hier ook kansen liggen voor de interreligieuze dialoog met moslims.

Interessant is Quickes geconstateerde paradox dat in de regio waar de islam is ontstaan een sterke toename is van christenen, dankzij de massale immigratie in de Golfstaten. De schrijver omschrijft de christenen in het Midden-Oosten als een kerk van martelaren. De bedoeling van zijn boek is dat hij hen een stem wil geven. Christenen zijn volgens hem met elkaar verbonden door „de oecumene van het bloed”, een uitdrukking van paus Franciscus. Deze oecumene heeft ongetwijfeld de meeste kans van slagen. Geen diepere en spontanere eenheid dan in een tijd van vervolging. De kerk in het Oosten begón ook met deze oecumene.

Boekgegevens

Handboek Oosters Christendom, Herman Teule en Alfons Brüning (red.), m.m.v. Leo van Leijsen; uitg. Peeters, Leuven, 2018; ISBN 978 90 429 3474 0; 993 blz.; € 88,-;

Spirituele verkenning van de christenen in het Midden-Oosten. Veraf of dichtbij?, Gabriel Quicke; uitg. Gompel & Svacina, Oud-Turnhout/’s-Hertogenbosch, 2018; ISBN 978 90 6371 013 8; 108 blz.; € 23,40.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer