Verleden vermoedelijk grootste obstakel voor Brits koninklijk bezoek aan Israël
Waarom nu? Dat was de afgelopen dagen de grote vraag in de Britse pers. Waarom moest prins William als eerste lid van het Britse koninklijk huis een staatsbezoek aan Israël brengen? Zijn vader prins Charles en grootmoeder koningin Elizabeth hadden dat immers sinds de stichting van de Joodse staat nooit gedaan.
De analyses lopen uiteen. Als vertegenwoordiger van een nieuwe generatie in het Britse koningshuis zou prins William eigen accenten willen leggen, meer zijn eigen plan willen trekken en zich met zaken bezighouden die zijn bijzondere interesse hebben.
Dat bleek bijvoorbeeld tijdens zijn bezoek zaterdag aan Jordanië. Van de spreekwoordelijke Britse stijfheid in de hogere regionen was weinig sprake toen William in Jordanië met Syrische vluchtelingen sprak en zich met de lokale bevolking onderhield.
In Israël toonde de prins zich dinsdag bijzonder geïnteresseerd in start-upbedrijven van jonge ondernemers, vooral op het gebied van hightech.
Toch kunnen de persoonlijke voorkeuren van William niet de enige reden zijn geweest voor zijn officiële bezoek aan Israël. Veel is gespeculeerd over de vraag of zijn reis iets te maken zou hebben met het zeventigjarig bestaan van de Joodse staat. Het Britse ministerie van Buitenlandse Zaken ontkende dat echter in alle toonaarden. „Puur toeval”, was het commentaar.
Tegelijkertijd is bekend dat de Britse regering William de uitdrukkelijke opdracht heeft meegegeven om de banden met Israël aan te halen. Alle speeches die de prins moest houden, zijn door hoge ambtenaren op het departement dan ook minutieus doorgenomen.
Een andere verklaring zou kunnen zijn dat het Verenigd Koninkrijk na het aangekondigde vertrek uit de Europese Unie zijn internationale horizon wil verbreden en relaties met landen buiten Europa nieuw leven in wil blazen of de banden wil aanhalen.
Er is echter nog een andere belangrijke reden waarom het Britse koningshuis Israël de afgelopen zeventig jaar niet op het lijstje van officiële bezoeken plaatste. En die reden zal vooral voor de generatie van koningin Elizabeth zwaar hebben gewogen.
Groot-Brittannië heeft historisch gezien niet zulke goede herinneringen aan dit deel van het Midden-Oosten. Begin vorige eeuw bestuurde Londen Palestina en Transjordanië onder mandaat van de Volkenbond.
De Britten kwamen al snel tussen twee vuren te zitten, door een toestroom van Joodse immigranten uit Oost-Europa, die gaandeweg steeds vaker in botsing kwamen met de Arabische bevolking. Het geweld keerde zich ook tegen de Britten, getuige bijvoorbeeld de bloedige aanslag door Joodse verzetsstrijders op het Britse hoofdkwartier in het King David Hotel in Jeruzalem. In 1947 moesten de Britten afdruipen, omdat ze geen raad meer met de regio wisten. Dat trauma heeft een officieel bezoek aan Israël vermoedelijk nog het meest in de weg gestaan.